Home

Gerechtshof Amsterdam, 25-09-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:4216, 13/00472 t/m 13/00475

Gerechtshof Amsterdam, 25-09-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:4216, 13/00472 t/m 13/00475

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
25 september 2014
Datum publicatie
10 november 2014
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2014:4216
Zaaknummer
13/00472 t/m 13/00475
Relevante informatie

Inhoudsindicatie

Het is aan de heffingsambtenaar te wijten dat de parkeervergunning op het kenteken van de verkeerde auto is verstrekt.

Uitspraak

Kenmerken 13/00472, 13/00473, 13/00474 en 13/00475

25 september 2014

uitspraak van de tiende enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende], wonende te [woonplaats], belanghebbende,

tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AWB 12/3996, 12/3997, 12/3998, 12/3999 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam,

de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft met dagtekening 11, 12, 14 en 17 mei 2012 naheffingsaanslagen parkeerbelasting aan belanghebbende opgelegd.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij afzonderlijke uitspraken op bezwaar, gedagtekend 28 juni 2012, de naheffingsaanslagen gehandhaafd.

1.3.

Bij uitspraak van 5 juli 2013 heeft de rechtbank de door belanghebbende ingestelde beroepen ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 9 augustus 2013. Het Hof heeft bij uitspraak van 2 januari 2014 het verzet van belanghebbende tegen de ingevolge artikel 8:54 van de Awb gedane uitspraak in hoger beroep gegrond verklaard.

De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 augustus 2014. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

Het Hof vindt aanleiding de feiten als volgt vast te stellen.

2.1.

Belanghebbende woont op het adres [adres 2]te [gemeente]. Hij was eigenaar van een auto met kenteken [kenteken 1] (verder de oude auto). Belanghebbende beschikte voor de oude auto over een parkeervergunning als bedoeld in artikel 1, aanhef, en onder b, van de Verordening Parkeerbelastingen 2011.

2.2.

Op verzoek van belanghebbende heeft de RDW op 30 juli 2011 het kentekenbewijs van de oude auto geschorst tot 30 juli 2012. Op het tot de gedingstukken behorende kentekenbewijs (verder het oude kentekenbewijs) staat vermeld:

“Geschorst t/m 30-07-2012”

2.3.

In de gemeente Amsterdam bestaat een zogenaamde spijtoptantenregeling die kortweg inhoudt dat bewoners die hun parkeervergunning opzeggen binnen twee jaar het recht hebben om per direct weer een vergunning te krijgen. In die regeling staat:

Spijtoptantenregeling

Als u een parkeervergunning voor bewoners hebt en deze wilt opzeggen, dan kunt u gebruik maken van de spijtoptantenregeling. U blijft dan gedurende twee jaar geregistreerd als rechthebbende op een parkeervergunning, zonder dat u daarbij (opnieuw) op een wachtlijst komt. U kunt alleen gebruik maken van deze regeling als u na het opzeggen van uw parkeervergunning:

• overstapt op het openbaar vervoer, of;

• gaat deelnemen aan een autodeelorganisatie op contractbasis of;

• gaat parkeren in een openbare parkeergarage waar betaald parkeren geldt.

[…]

Terugkrijgen vergunning

Besluit u binnen twee jaar na het opzeggen van uw parkeervergunning dat u toch weer een vergunning wilt (bijvoorbeeld omdat u een auto hebt gekocht), en uw omstandigheden zijn verder niet gewijzigd, dan krijgt u na goedkeuring, direct een parkeervergunning en komt u niet eerst op een eventuele wachtlijst te staan. U activeert de vergunning door opnieuw een schriftelijk verzoek te sturen naar het bovengenoemde adres.

U stuurt mee:

• Een kopie van de spijtoptant-toekenningsbrief […]

• Een kopie van een geldig legitimatiebewijs. […]

• Een kopie van kentekenbewijs deel 1B (voorheen deel II).

Ook moet u bij het terugvragen van uw parkeervergunning een kopie van de volgende bewijsstukken opsturen:

• minimaal zes aaneensluitende maand(traject)kaarten van het openbaar vervoer, of;

• een jaarkaart van het openbaar vervoer, of;

• een document waaruit duidelijk blijkt dat u een overeenkomst hebt (gehad) met een autodeelorganisatie voor minimaal zes maanden, of;

• een huur- of koopcontract van een parkeerplek in een openbare parkeergarage.

2.4.

Cition Parkeermangement B.V. (verder Cition) heeft per 31 augustus 2011 de onder 2.1 vermelde parkeervergunning op belanghebbendes verzoek stopgezet. Vanaf dat moment neemt belanghebbende deel aan de spijtoptantenregeling.

2.5.

Vanaf oktober 2011 is belanghebbende (ook) eigenaar van een Peugeot, met kenteken [kenteken 2] (verder de nieuwe auto).

2.6.

Op 3 maart 2012 heeft belanghebbende zich beroepend op de spijtoptantenregeling Cition schriftelijk verzocht om een (nieuwe) parkeervergunning.

2.7.

Belanghebbende heeft tegen afgifte van het oude kentekenbewijs een zogenaamd (RDW) vrijwaringsbewijs, gedagtekend 9 maart 2012, ontvangen.

2.8.

Tussen belanghebbendes aanvraag voor een - nieuwe - parkeervergunning (zie 2.6) en 10 mei 2012 de datum waarop Cition belanghebbende een ‘tijdelijke parkeervergunning’ verstrekte, is hij diverse malen op het kantoor van Cition langs geweest. De tijdelijke vergunning was afgegeven voor het parkeren van de oude auto.

2.9.

Belanghebbende heeft op 11 en 12 mei 2012 de nieuwe auto aan de [adres 2] ter hoogte van huisnummer [… 1] en op 14 en 17 mei 2012 aan de [adres 3] ter hoogte van huisnummer [… 2] geparkeerd. Ter zake daarvan zijn de litigieuze naheffingsaanslagen opgelegd.

2.10.

Op 17 mei 2012 heeft belanghebbende de (definitieve) parkeervergunning ontvangen. Ook deze vergunning was afgegeven voor het parkeren van de oude auto.

2.11.

Op 21 mei 2012 heeft Cition de parkeervergunning naar de nieuwe auto overgezet.

3 Het oordeel van de rechtbank

3.1.

De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en daarbij het volgende overwogen (waarbij belanghebbende is aangeduid als eiser en de heffingsambtenaar als verweerder):

3.9.

Eiser heeft gebruik gemaakt van de zogenaamde spijtoptantenregeling. Deze regeling biedt de mogelijkheid om binnen twee jaar na het opzeggen van een parkeervergunning deze opnieuw te activeren. Op 3 maart 2012 heeft eiser schriftelijk verzocht om de parkeervergunning weer te activeren. Verweerder heeft onweersproken gesteld dat het door eiser bij deze aanvraag meegestuurde kentekenbewijs betrekking had op het (oude) kenteken [kenteken 1] en dat door eiser bij de aanvraag geen melding is gemaakt dat de parkeervergunning bedoeld was voor een ander (nieuw) kenteken ([kenteken 2]). Naar het oordeel van de rechtbank ligt het op de weg van eiser om bij de aanvraag de juiste gegevens aan te leveren. Nu eiser dat niet heeft gedaan, is verweerder bij de verlening van de vergunning terecht uitgegaan van het (oude) kenteken [kenteken 1]. Eiser heeft gesteld dat hij in verband met het overleggen van andere bewijsstukken voor het terugkrijgen van de parkeervergunning meermalen het kantoor Cition Parkeermanagement heeft bezocht, welke instantie belast is met uitvoering van het parkeerbeleid in (delen van) de gemeente Amsterdam. Eiser heeft echter niet aannemelijk gemaakt dat hij tijdens die bezoeken ook heeft aangegeven dat het kenteken op de vergunningaanvraag moest worden omgezet op het nieuwe kenteken [kenteken 2]. Ook overigens heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat hij voorafgaande aan de verlening van de tijdelijke parkeervergunning op 10 mei 2012 de aanvraag in die zin heeft aangepast.

3.10.

Eiser heeft gelet op het voorgaande zonder geldige parkeervergunning geparkeerd. Niet in geschil is dat hij op 11, 12, 14 en 17 mei 2012 met zijn auto, met kenteken [kenteken 2], heeft geparkeerd aan de [adres 3] [Hof: op 11 en 12 mei 210, dan wel aan de [adres 2] op 14 en 17 mei 2012] ter hoogte van huisnummer [Hof: [… 1], respectievelijk] [… 1] dat daar ten tijde van belang parkeerbelasting verschuldigd was. Vaststaat voorts dat eiser de verschuldigde parkeerbelasting voor het parkeren niet heeft voldaan. De naheffingsaanslagen zijn daarom terecht opgelegd.

4 Geschil in hoger beroep

5 Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing