Home

Gerechtshof Amsterdam, 10-07-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:4321, 13/00582, 13/00583, 13/00584, 13/00585, 13/00586 en 13/00587

Gerechtshof Amsterdam, 10-07-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:4321, 13/00582, 13/00583, 13/00584, 13/00585, 13/00586 en 13/00587

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
10 juli 2014
Datum publicatie
5 november 2014
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2014:4321
Formele relaties
Zaaknummer
13/00582, 13/00583, 13/00584, 13/00585, 13/00586 en 13/00587
Relevante informatie
Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-01-2024] art. 16, Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-01-2024] art. 27e, Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-01-2024] art. 52a, Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-01-2024] art. 52

Inhoudsindicatie

De inspecteur heeft naar aanleiding van een boekenonderzoek omzetcorrecties toegepast en navorderingsaanslagen en naheffingsaanslag opgelegd. De inspecteur kan niet worden verweten dat bij het vaststellen van de aanslag de resultaten van het boekenonderzoek niet is afgewacht.

Nieuwe wettelijke systematiek van de informatiebeschikking dient te gelden in alle gevallen waarin de inspecteur op 1 juli 2011 bevoegd was zijn informatiebevoegdheden uit te oefenen en een informatiebeschikking te nemen. Omkering van de bewijslast dient evenwel plaats te vinden op grond van het niet doen van de vereiste aangifte.

De inspecteur heeft voor een deel van de omzetcorrectie de grenzen der redelijkheid van de schatting overschreden.

Uitspraak

kenmerken 13/00582, 13/00583, 13/00584, 13/00585, 13/00586 en 13/00587

10 juli 2014

uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op de hogere beroepen van

[X] te [Z], belanghebbende,

gemachtigde: mr. F. Butselaar (Certa Legal Advocaten) te Amsterdam,

alsmede

op de incidentele hogere beroepen van

de inspecteur van de Belastingdienst/Amsterdam, de inspecteur,

tegen

de uitspraak in de zaken met kenmerknummers AWB 13/209 tot en met 13/213 en 13/516 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.1.

De inspecteur heeft met dagtekening 27 december 2011 aan belanghebbende voor het jaar 2006 een navorderingsaanslag opgelegd in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV), berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 503.031. Bij beschikkingen met dezelfde dagtekening is een bedrag van € 51.556 aan heffingsrente in rekening gebracht en is een vergrijpboete opgelegd ten bedrage van € 123.414.

1.1.2.

De inspecteur heeft met dagtekening 27 december 2011 aan belanghebbende voor het jaar 2006 een navorderingsaanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw) opgelegd, berekend naar een bijdrage-inkomen van € 30.015, en bij beschikking een bedrag van € 59 aan heffingsrente in rekening gebracht.

1.1.3.

Met dagtekening 21 januari 2012 heeft de inspecteur aan belanghebbende voor het jaar 2007 een navorderingsaanslag IB/PVV opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 699.378. Bij beschikkingen met dezelfde dagtekening is een bedrag van € 56.313 aan heffingsrente in rekening gebracht en is een vergrijpboete opgelegd ten bedrage van € 169.709.

1.1.4.

De inspecteur heeft met dagtekening 21 januari 2012 aan belanghebbende voor het jaar 2008 een navorderingsaanslag IB/PVV opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 567.578. Voorts is bij beschikkingen met dezelfde dagtekening een bedrag van € 30.875 aan heffingsrente in rekening gebracht en is een vergrijpboete opgelegd ten bedrage van € 135.226.

1.1.5.

Met dagtekening 21 januari 2012 heeft de inspecteur aan belanghebbende voor het jaar 2009 een navorderingsaanslag IB/PVV opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 495.140. Bij beschikkingen met dezelfde dagtekening is een bedrag van € 15.809 aan heffingsrente in rekening gebracht en is een vergrijpboete opgelegd ten bedrage van € 118.575.

1.1.6.

De inspecteur heeft met dagtekening 28 december 2011 aan belanghebbende over het tijdvak 1 januari 2006 tot en met 31 december 2009 een naheffingsaanslag omzetbelasting (hierna ook: OB) opgelegd ten bedrage van € 32.756. Voorts is bij beschikkingen met dezelfde dagtekening een bedrag van € 3.845 aan heffingsrente in rekening gebracht en is een vergrijpboete opgelegd ten bedrage van € 16.378.

1.2.

De inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 28 november en 29 november 2012 de navorderingsaanslagen IB/PVV voor de jaren 2006, 2007, 2008 en 2009 gehandhaafd, evenals de in verband daarmee in rekening gebrachte heffingsrente. De opgelegde vergrijpboetes zijn door de inspecteur bij uitspraken op bezwaar van 28 en 29 november 2012 verminderd tot 40% van het bedrag van de navorderingsaanslagen, te weten € 98.731 (2006), € 135.768 (2007), € 108.181 (2008) respectievelijk € 94.860 (2009). De navorderingsaanslag Zvw en de daarbij genomen beschikking heffingsrente zijn door de inspecteur bij uitspraken op bezwaar van 20 december 2012 gehandhaafd, evenals - bij uitspraken op bezwaar van 18 januari 2013 -de naheffingsaanslag OB en de in verband daarmee genomen beschikking heffingsrente. De in verband met de naheffingsaanslag OB opgelegde vergrijpboete is door de inspecteur bij uitspraak op bezwaar van 18 januari 2013 verminderd tot € 13.102 (40% van het bedrag van de naheffingsaanslag), en vervolgens op 25 januari 2013 verder verminderd tot € 3.845.

1.3.

Bij uitspraak van 4 september 2013 heeft de rechtbank de tegen de hiervoor vermelde uitspraken op bezwaar door belanghebbende ingestelde beroepen ongegrond verklaard voor zover zij betrekking hebben op de navorderingsaanslag Zvw en de naheffingsaanslag OB, alsmede de in verband daarmee genomen (c.q. nader vastgestelde) beschikkingen. De rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard voor zover zij betrekking hebben op de in verband met de navorderingsaanslagen IB/PVV genomen boetebeschikkingen. De rechtbank heeft de uitspraken op bezwaar inzake de boetebeschikkingen vernietigd en de opgelegde vergrijpboetes verminderd tot 30% van het bedrag van de navorderingsaanslagen, te weten tot € 74.048 (2006), € 101.825 (2007), € 81.135 (2008) respectievelijk € 71.145 (2009). Voorts heeft de rechtbank de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 1.416 en heeft zij gelast dat de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 160 vergoedt.

1.4.

De tegen deze uitspraak ingestelde hogere beroepen van belanghebbende zijn bij het Hof ingekomen op 25 september 2013, aangevuld bij brief van 25 oktober 2013. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend en daarbij incidenteel hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 april 2014. Tijdens deze zitting zijn de navolgende hogere beroepen en incidentele hogere beroepen gelijktijdig behandeld:

-

[A], inzake de hem opgelegde navorderingsaanslagen IB/PVV 2006, 2007, 2008 en 2009 (kenmerken Hof: 13/00588 t/m 13/00591);

-

[X], inzake de haar opgelegde navorderingsaanslagen IB/PVV 2006, 2007, 2008 en 2009 (kenmerken 13/00583 t/m 13/00586), navorderingsaanslag inkomensafhan-kelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (kenmerk 13/00587) en naheffingsaanslag omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2006 tot en met 31 december 2009 (kenmerk 13/00582);

-

de commanditaire vennootschap [B], inzake de haar opgelegde naheffingsaanslag omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2006 tot en met 31 december 2009 (kenmerk 13/00592).

Al hetgeen in één van deze zaken is vermeld of verklaard, wordt eveneens geacht te zijn vermeld of verklaard in de andere gelijktijdig behandelde zaken. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft in haar uitspraak (waarin belanghebbende is aangeduid als eiseres en de inspecteur als verweerder) onder meer de volgende feiten vastgesteld:

“2.1. In de vorm van een eenmanszaak drijft eiseres een onderneming onder de naam [C]. De ondernemingsactiviteiten bestaan uit de exploitatie van een coffeeshop. De coffeeshop is het gehele jaar geopend van maandag tot en met zondag van 10:00 uur tot 01:00 uur. Alle verkopen worden contant afgerekend. Er is geen mogelijkheid om anders dan met contant geld te betalen. Er wordt gewerkt in een ochtenddienst en een avonddienst. Wisseling van de dienst vindt plaats tussen 18:00 uur en 19:00 uur.

2.2.

In de administratie werden de eerste vastleggingen verzorgd door het bijhouden van een kasboek. Tot en met juli 2006 werd het kasboek handmatig bijgehouden. Vanaf augustus 2006 wordt het kasboek in een Excelbestand bijgehouden. De digitale gegevens zijn niet bewaard gebleven.

2.3.

In de onderneming is sinds 12 april 2007 een kassa aanwezig van het merk Vectron die is aangeschaft bij [D]. Op de kassa worden alleen de verkopen inclusief omzetbelasting aangeslagen. De omzet van de softdrugs wordt niet op de kassa aangeslagen, maar gebeurt extracomptabel. De kassa biedt de mogelijkheid een z-afslag (die de totale omzet weergeeft die is behaald vanaf de vorige z-afslag) en een x-afslag (die de tussentijdse omzet weergeeft die is behaald vanaf de vorige z-afslag) te maken.”

2.2.1.

Nu tegen de feitenvaststelling door de rechtbank, als hiervoor vermeld, door partijen geen bezwaren zijn ingebracht, gaat ook het Hof van die feiten uit.

2.2.2.

Het Hof voegt hieraan nog de volgende feiten toe.

2.3.

De coffeeshop ‘[C]’ (hierna: de coffeeshop) is gevestigd in het souterrain van een pand aan de [adres 1] te [Z]. De levenspartner van belanghebbende, [A] (hierna ook: de partner) exploiteert in de vorm van een commanditaire vennootschap, waarvan hij de beherend vennoot is, een café onder de naam [B] (hierna ook: de CV). Dit café is gevestigd op de begane grond en de eerste verdieping van het hiervoor genoemde pand. De partner exploiteert sinds 2003 bovendien (in de vorm van een eenmanszaak) een café onder de naam ‘[E]’ (hierna ook: de Pub), welk café is gevestigd aan de [adres 2] te [Q].

2.4.1.

De inspecteur heeft de definitieve aanslagen IB/PVV voor de jaren 2006 tot en met 2009 overeenkomstig de door belanghebbende ingediende aangiften vastgesteld. Deze aangiften c.q. aanslagen IB/PVV zijn berekend naar de volgende belastbare inkomens en resulteren in de navolgende bedragen aan verschuldigde IB/PVV:

Jaar bi uit werk en woning verschuldigde IB/PVV

2006 € 22.574 € 4.009

2007 € 45.123 € 13.836

2008 € 45.954 € 13.426

2009 € 35.345 € 9.837

2.4.2.

De aanslag Zvw 2006 is eveneens conform de door belanghebbende ingediende aangifte vastgesteld, berekend naar een bijdrage-inkomen van € 22.854. De verschuldigde bijdrage zorgverzekeringswet bedraagt € 1.005.

2.4.3.

Belanghebbende heeft over de kalenderjaren 2006 tot en met 2009 de volgende totaalbedragen aan omzetbelasting op aangifte voldaan:

2006: € 82.687 (aangegeven omzet excl. OB) x 6% = € 4.961

2007: € 111.409 (aangegeven omzet excl. OB) x 6% = € 6.684

2008: € 90.092 (aangegeven omzet excl. OB) x 6% = € 5.405

2009: € 79.791 (aangegeven omzet excl. OB) x 6% = € 4.787.

2.5.1.

Vanaf 8 maart 2011 heeft bij belanghebbende en de coffeeshop, alsmede bij haar partner en de CV, een boekenonderzoek plaatsgevonden. Bij brief van 21 februari 2011 heeft de inspecteur de aard en de reikwijdte van het boekenonderzoek als volgt aangekondigd aan [F] (Administratie- en advieskantoor [G]), die de administratie van de CV en de coffeeshop en de belastingaangiften van belanghebbende en de partner verzorgde (hierna ook: de boekhouder):

“Hierbij bevestig ik de (…) telefonisch (…) gemaakte afspraak om op 8 maart 2011 een boekenonderzoek (…) in te stellen bij [de partner] h/o [de CV] en [de Pub] en [belanghebbende] h/o [de coffeeshop]. (…) Het doel van het onderzoek is:

- [de partner]: de aanvaardbaarheid vast te stellen van de aangiften inkomstenbelasting en omzetbelasting van 2006 tot en met 2007.

- [de CV]: de aanvaardbaarheid vast te stellen van de aangiften omzetbelasting 2006 tot en met 2007.

- [belanghebbende]: de aanvaardbaarheid vast te stellen van de aangiften inkomstenbelasting van 2006 tot en met 2007.

Het onderzoek zal verder plaatsvinden bij uw kantoor (…). Om het onderzoek te bespoedigen is het nodig dat ik over de volledige administratie kan beschikken van alle ondernemingen en de privé-bankafschriften van [belanghebbende en de partner]. Ik verzoek u dan ook ervoor te zorgen dat de hele administratie voor de jaren 2006 en 2007 aanwezig is.”

2.5.2.

Bij brief van de inspecteur van 3 mei 2011 is het boekenonderzoek uitgebreid naar de jaren 2008 en 2009. In deze aan de boekhouder gerichte brief is – voor zover hier relevant – het volgende vermeld:

“Hierbij doe ik u het gespreksverslag van 19 april inzake [de coffeeshop], [de CV] en [de Pub] toekomen. (…) Aan het eind van het verslag heb ik de aktiepunten vermeld (…).

Mijn collega (…) en ik zullen op 10 mei het onderzoek voor de jaren 2008 en 2009 voortzetten bij u op kantoor. (…) Ik verzoek u dan ook ervoor te zorgen dat de hele administratie van de jaren 2006 tot en met 2009 aanwezig is.”

2.6.

In het met dagtekening 5 december 2011 opgestelde rapport van het bij belanghebbende verrichte boekenonderzoek (hierna: het controlerapport) is onder meer het volgende vermeld:

“2.2 Inleidend gesprek

Op 8 maart 2011 heeft een inleidend gesprek plaatsgevonden (…) In het gesprek is medegedeeld dat de inkopen van de softdrugs worden gedaan door [de partner] en de

heer [H]. De voorraad van de softdrugs wordt ook door beide heren beheerd. (…)

(…)

2.4

Administratie

Naar ons is medegedeeld dat de dagelijkse administratie wordt verzorgd door [de partner], en de heer [H]. [De partner] verzorgt de eerste vastleggingen door het bijhouden van een kasboek. Deze wordt tot en met juli 2006 handmatig bijgehouden. Daarna wordt het kasboek in een excelbestand bijgehouden. De digitale gegevens zijn niet bewaard gebleven.

(…)

3.3

Bevindingen kassaprocedure / omzetverantwoording verlaagd tarief

In de onderneming is een kassa aanwezig van het merk Vectron. (…) Bij het inleidend gesprek, op 8 maart 2011, heeft [de partner] aangegeven dat na de ochtenddienst een x-afslag wordt opgemaakt. Bij afsluiten van de kassa, na de avonddienst, wordt een z-afslag opgemaakt. Deze z-afslag vermeldt de omzet die over de gehele dag is behaald.

Iedere z-afslag krijgt een eigen nummer. Deze nummers zijn opeenvolgend. Uit de administratie is gebleken dat een aantal z-afslagnummers niet zijn verantwoord. Tijdens een gesprek op 19 april 2011 hebben wij [belanghebbende] medegedeeld dat wij één z-afslag per dag missen in de kasadministratie over het jaar 2006.

Nadat [belanghebbende] hiermee was geconfronteerd is [de partner] op zijn verklaring teruggekomen, die hij gaf tijdens het inleidend gesprek op 8 maart 2011. [De partner] verklaarde nu dat er problemen waren met het personeel i.v.m. kastekorten. Volgens het personeel lagen deze problemen aan het functioneren van de kassa. [De partner] heeft toen besloten om bij aanvang van de dagdienst een z-afslag op te maken om het dienstdoende personeelslid kan afleiden met welke omzet hij of zij aanvangt.

[De partner] en [belanghebbende] verklaarden voorts dat vóór de aanvang van de dagdienst en na afloop van de avonddienst een z-afslag wordt opgemaakt. Bij de wisseling van de dienst (tussen 18:00 uur en 19:00 uur) wordt een x-afslag opgemaakt. Zowel de z-afslag die gemaakt wordt bij aanvang van de dagdienst als de x-afslag worden niet bewaard.

Volgens [de partner] is de ontbrekende z-afslag in de administratie (…) de z-afslag die wordt opgemaakt bij aanvang van de dagdienst. Deze wordt niet bewaard.

Wij zien op de z-afslagen dat het tijdstip van de z-afslag, op enkele uitzonderingen na, veelal tussen 18:00 uur en 19:00 uur ligt. Tussen deze tijdstippen neemt de avonddienst het over van de dagdienst. Volgens de verklaringen van [de partner] en [belanghebbende] wordt bij de wisseling van de dienst een x-afslag opgemaakt. In de administratie zien wij dat er een z-afslag wordt opgemaakt.

De omzet vermel[d] op deze z-afslag wordt in de administratie aangegeven als zijnde de omzet over de gehele dag. De coffeeshop is echter tot 01:00 uur geopend. De omzet behaald tussen 19:00 uur en 01:00 uur is niet vermeld op deze z-afslag.

Volgens de verklaring van [de partner] wordt bij aanvang van de dagdienst een z-afslag opgemaakt. Dit betekent dat de omzet die behaald is tussen 19:00 uur en 01:00 uur zichtbaar moet zijn op de z-afslag die bij aanvang van de volgende dagdienst wordt opgemaakt. Deze

z-afslag wordt niet bewaard.

Omdat wij minimaal één z-afslag per dag missen (zichtbaar in 2006) en geen z-afslagen zien die in de nacht worden opgemaakt is het aannemelijk dat de avondomzet niet wordt verantwoord.

De verantwoorde dagomzet in het kasboek is gelijk aan de omzet vermeld op de z-afslag die wordt opgemaakt na de dagdienst, op enkele uitzonderingen na. Er is slechts één Z-afslag per dag aanwezig in de administratie. De avondomzet wordt dus kennelijk niet verantwoord.

Om het hierboven genoemde verder te specificeren hebben wij van ieder(..) controlejaar, de gegevens die vermeld staan op de z-afslag, minimaal voor één maand helemaal uitgewerkt. Wij hebben voor ieder jaar een andere maand uitgewerkt.

(…)

Voor 2006 hebben wij onze bevindingen met betrekking tot de z-afslagen per bijlage gespecificeerd. Hieronder geven wij per bijlage onze bevindingen aan. (…)

Bijlage 1

 Uit de z-afslagnummers kan worden opgemaakt dat er per dag minimaal twee z-afslagen worden afgeslagen. Slechts één van deze z-afslagen wordt verantwoord in de administratie;

 Datum van de afslag komt doorgaans overeen met de “datumaanvang”. Het tijdstip van de afslag ligt doorgaans rond 18:35 uur (m.u.v. 19-1-2006);

(…)

 De z-afslag van de avonddienst is niet bewaard;

 Volgens het overzicht wordt er geen omzet meer gegenereerd na 18:50 uur. Dit is niet aannemelijk en wordt bevestigd door de z-afslag van 19-01-2006, opgemaakt omstreeks 02:36 uur (20-1);

 Het is opmerkelijk dat de z-afslagnummers van 19-1 -2006 en 20-1-2006 wel aansluiten. Ook wordt voor het eerst in deze maand op dezelfde dag de z-afslag van de avonddienst verantwoord;

 Tussen 18-1 (18:41 uur) en 20-1 (02:36 uur) zijn er twee z-afslagen niet verantwoord. Namelijk nummers 3256 (vermoedelijk de avonddienst van 18-1) en 3257 (vermoedelijk de dagdienst van 19-1). Het is aannemelijk dat de verantwoorde omzet in de administratie de avondomzet van 19-1 is. Dit wordt bevestigd door de z-afslag 3258, welke op 20-1 om 02:36 uur wordt afgeslagen;

(…)

Bijlage 1 A

• De 1e z-afslag, nummer 3283, van donderdag 2-2 geeft het volgende aan: als datum aanvang 2-2 en als datum afslag 2-2, tijdstip 18:38 uur.

De 2e z-afslag, nummer 3284 aansluitend op de dagdienst, van donderdag 2-2 geeft het volgende aan: als datumaanvang 2-2 en als datum afslag vrijdag 3-2. Hier is duidelijk zichtbaar dat de data verschillen omdat het tijdstip van de afslag na 00:00 uur ligt.

• Er is geen z-afslag aanwezig met 3-2 als datum aanvang. In de kasadministratie wordt de avondomzet van 2-2 verantwoord als zijnde omzet van 3-2;

• De z-afslagen van 28-2, nummer 3334 en 3335 worden op dezelfde manier verantwoord als de hierboven geschetste situatie. Het is opvallend dat bij de z-afslag met nummer 3335 de datum aanvang gelijk is aan de datum afslag. Het tijdstip van afslag van deze z-afslag is 02:16 uur. Dit betekent dat er minimaal één z-afslag is opgemaakt na 00:00 uur met waarschijnlijk nummer 3333, die niet is verantwoord in de administratie. Dit betekent ook dat tussen 00:00 uur (minimaal) en 02:16 uur een omzet is gegenereerd van € 159,20. Ook geeft de z-afslag aan dat in maximaal 2 uur en 15 minuten 94 consumpties zijn verkocht. Dit lijkt ons niet aannemelijk gezien de aantal verkochte consumpties op andere dagen en de z-afslag met nummer 3333 is ook nog op enig moment opgemaakt. (tussen 00:00 uur en 02:15 uur);

• Tussen 26-2 18:37 uur en 28-2 00:00 uur is geen omzet gegenereerd. In deze periode zijn twee z-afslagen niet verantwoord. Dat zijn de nummers 3332 en 3333.;

(…)

Bijlage 1 B

• Het valt op dat er aan het einde van het jaar zich dezelfde situatie voordoet als vermeld in bijlage 1 en 1 A. De z-afslagnummers zijn niet opeenvolgend. Er wordt nog steeds één dienst per dag verantwoord.

De z-afslag wordt na 00:00 uur opgemaakt. Verder is uit de bijlage op te maken dat nu de avonddienst wordt verantwoord en de dagdienst niet;

(…)

• Op de z-afslag van 29-12 met nummer 3950, de z-afslag van 30-12 met nummer 3952 en de z-afslag van 31-12 met nummer 3955, is de datum van aanvang gelijk aan de datum van de afslag. Het valt op dat deze z-afslagen in de nacht zijn opgemaakt. Dit betekent dat de verantwoorde omzet tussen 00:00 uur en 02:33 uur is behaald. Dit is niet aannemelijk. De omzet is uitzonderlijk hoog in verhouding met de dagomzetten op andere dagen. Dit wordt ook bevestigd door het aantal verkochte consumpties in twee uur tijd;

• Op 31-12 om 02:09 uur wordt een x-afslag opgemaakt met als datum aanvang 30-12. Op een x-afslag staat omzet vermeld vanaf de vorige z-afslag tot moment van opmaak. Het bedrag op de z-afslag, die na een x-afslag wordt opgemaakt, kan nooit lager zijn dan het bedrag vermeld op de x-afslag. Op de x-afslag, gemaakt op 31-12 om 02:09 uur, staat als tussentijdse omzet een bedrag van € 895,72 vermeld. Zes minuten later wordt er een z-afslag opgemaakt met nummer 3955, waarop een bedrag staat vermeld van € 745,90. Datum aanvang van deze z-afslag is ook 31-12. Dit betekent dat vóór deze z-afslag nog een ander z-afslag is opgemaakt, waarschijnlijk met nummer 3954, met minimaal het bedrag van de x-afslag, € 895,72. Deze is niet in de kas administratie aanwezig. De z-afslag met nummer 3955 is zes minuten na de x-afslag opgemaakt. Volgens deze z-afslag zijn er in zes minuten tijd 328 consumpties verkocht, hebben 176 klanten afgerekend en is er een bedrag van € 745,90 omgezet. Dit is zeer onwaarschijnlijk en niet logisch;

(…)

Op 12 april 2007 wordt een nieuwe kassa in gebruik genomen. De kassa is van (…) het merk Vectron type mini 64 handel en is gekocht bij [D]. De oude kassa is hierbij ingeruild. De elektronische gegevens van de oude kassa zijn niet bewaard. Op de z-afslagen van de nieuwe kassa ontbreken een aantal essentiële gegevens in vergelijking met de z-afslagen op de vorige kassa voor de controle op de volledigheid.

De volgende gegevens ontbreken op de nieuwe z-afslagen:

• Volgnummer van de z-afslagen;

• Datum van aanvang.

Op de nieuwe z-afslagen zijn de volgende gegevens toegevoegd:

• Bon Teller geeft in aantallen hoeveel keer de kassalade is geopend;

• Rekening teller geeft aan hoeveel keer is afgerekend;

• Lade open teller geeft in aantallen aan hoeveel keer de kassalade is geopend zonder dat een bedrag op de kassa wordt aangeslagen.

Voor 2007, 2008 en 2009 hebben wij onze bevindingen met betrekking tot de z-afslagen gespecificeerd in bijlage 2, 3 en 4. Hieronder geven wij per bijlage onze bevindingen aan.

Bijlage 2 (2007)

• De kassalade gaat vaak open zonder dat er omzet wordt gegenereerd;

• Op 4 augustus 2007 zijn er 189 consumpties verkocht. Deze 189 consumpties zijn door 179 klanten afgerekend. Dit betekent een gemiddelde consumptie van 1,1 per klant. Het lijkt niet aannemelijk dat in deze coffeeshop iedere klant alleen voor zich zelf afrekent. Gelet op de locatie en de ligging van de coffeeshop binnen dit uitgaansdistrict ligt het voor de hand dat er vaak voor meerdere klanten te samen wordt afgerekend;

• Op alle andere dagen hebben meer klanten afgerekend dan aan consumpties is verkocht. Dit is onmogelijk;

• De gemiddelde omzet per afrekening ligt veelal onder de € 2,-. Dit is veel lager dan in 2006;

• Op 20-7 is de verantwoorde omzet in het kasboek € 36,- lager dan op de z-afslag;

• Op 3-8 is de verantwoorde omzet in het kasboek € 100,- hoger dan de omzet vermeld op de z-afslag;

• Op 17 april staat op de specificatie van de omzetgroepen het volgende vermeld:

Softdrinks 63, warme dranken -/- 7, keuken 7 en divers laag 33. Dit betekent dat een negatief aantal warme dranken zijn verkocht met een negatieve omzet. Dit is niet mogelijk omdat er contant wordt afgerekend. Op de z-afslag is te zien dat dit niet onder “fout” is geboekt.

Bijlage 2 A (2008)

• Ook hier is het opvallend dat de kassalade vaak opengaat zonder dat er omzet wordt gegenereerd;

• Op drie dagen na hebben meer klanten afgerekend dan aan consumpties is verkocht;

• De gemiddelde omzet per rekening onder de € 2,- ligt; (m.u.v. vier dagen)

• Op 9 oktober 2008 is een bedrijfsbezoek ingesteld (…) door het Horeca Interventie

• Team Belastingdienst Amsterdam (hierna HIT) om bedrijfsmatige informatie over de onderneming te verzamelen. Tijdens het bezoek is door de medewerkers van de Belastingdienst om 19:57 uur een x afslag opgemaakt. De z-afslag is opgemaakt om 01:11 uur. De x-afslag geeft aan een omzet van € 218.60 tot en met 19:57 uur. Vijf uur later wordt een z-afslag opgemaakt met als dagomzet van € 195,10. In deze vijf uur tijd hebben 47 mensen meer afgerekend dan op de x-afslag en de totale dagomzet is € 22,50 minder dan op de x-afslag van 19:57 uur. Dit is onmogelijk;

• De gemiddelde omzet per afrekening op moment van de controle bedraagt € 3,26 en op moment van afslaan van de z-afslag € 1,72.

Bijlage 2 B (2009)

• Ook hier is het opvallend dat de kassalade vaak opengaat zonder dat er omzet wordt gegenereerd;

• Het komt regelmatig voor dat meer klanten afrekenen dan aan consumpties wordt verkocht;

• De gemiddelde omzet per rekening ligt onder de € 2,-; (m.u.v. één dag)

• Op de z-afslag van 11 juni is zichtbaar dat de kassalade gedurende de gehele dag twee keer open is geweest en dat twee klanten hebben afgerekend. Op deze dag is € 134,60 omgezet. Dit lijkt zeer onwaarschijnlijk. Het lijkt aannemelijk dat op een willekeurig moment een

z-afslag wordt opgemaakt naar de wensen van de ondernemer. Eveneens is het opmerkelijk dat juist bij deze z-afslag horende omzetspecificatie niet bewaard is gebleven. In deze specificatie staan het aantal verkochte consumpties vermeld;

• Op 18 november is een bedrijfsbezoek ingesteld (zie verslag in bijlage) door het Horeca Interventie Team Amsterdam om bedrijfsmatige informatie over de onderneming te verzamelen. Tijdens het bezoek is door de medewerkers van de Belastingdienst om 15:32 uur een x-afslag opgemaakt. De z-afslag is opgemaakt om 01:16 uur. Uit de bijlage is op te maken dat in de tussenliggende 9,5 uur € 20,10 is omgezet terwijl de kassalade 81 keer is open geweest waarvan 40 keer is afgerekend en 41 keer open is geweest zonder dat een bedrag is aangeslagen. Dit is niet logisch. Het valt eveneens op dat de gemiddelde omzet per afrekening op moment van de controle € 3,68 bedraagt en op moment van afslaan € 1,53 (Het lijkt er op dat de omzet is gemanipuleerd);

• Op de z-afslag van 2 juni is bij de omzetgroep “divers laag” - 7 aangegeven met een omzet van - € 19,00. In totaal hebben 84 klanten afgerekend voor 62 consumpties. Dit is onmogelijk;

• Op de z-afslag van 10 juni is bij de omzetgroep ‘divers laag” - 7 aangegeven met een omzet van - € 17,00. In totaal hebben 79 klanten afgerekend voor 65 consumpties. Dit is onmogelijk;

• Op de z-afslag van 26 juni is bij de omzetgroep “Warme dranken” - 6 aangegeven met een omzet van - € 13,60. In totaal hebben 89 klanten afgerekend voor 82 consumpties. Dit is onmogelijk;

• Op de z-afslag van 1 juli is bij de omzetgroep “divers laag” - 4 aangegeven met een omzet van - €5,00. In totaal hebben 59 klanten afgerekend voor 44 consumpties. Dit is onmogelijk.

(…)

3.3.5

Conclusie omzetverantwoording

De verklaringen van [de partner] komen niet overeen met de verantwoording in de administratie. (…) [De partner] heeft verklaard dat voor de aanvang van de dagdienst een z-afslag wordt gemaakt, bij de wisseling van de dienst een x-afslag en bij einde van de avonddienst weer een z-afslag. Dit betekent dat twee z-afslagen per dag worden opgemaakt. In de administratie wordt op enkele uitzonderingen na slechts één z-afslag per dag verantwoord en bewaard. (…) Aan de tijdstippen op de z-afslagen van 2006 is te zien dat slechts één dienst wordt verantwoord in de administratie.

Op de dagen wanneer de z-afslag na 00:00 uur wordt opgemaakt en de datum van aanvang gelijk is aan de datum van afslag, betekent dit dat de vermelde omzet op de z-afslag na 00:00 uur is behaald.

In een dergelijke situatie word(en) de voorgaande z-afslag(en) niet verantwoord en bewaard in de administratie. Dit wordt bevestigd door de nummering van de z-afslagen uit 2006 die niet opeenvolgend is.

Het lijkt aannemelijk dat na 00:00 uur en voor sluitingstijd twee z-afslagen worden opgemaakt. De eerste z-afslag vermeldt de juiste gegevens [van] de omzet vanaf de avonddienst met vermoedelijk twee verschillende data. Deze z-afslag wordt niet verantwoord en bewaard in de administratie.

Vervolgens wordt weer een z-afslag opgemaakt waarop gegevens worden vermeld die kennelijk door de ondernemer naar eigen wens worden aangeslagen. Deze z-afslag wordt wel verantwoord en bewaard in de administratie.

(…)

Het lijkt aannemelijk dat dit wordt gedaan om altijd één z-afslag per dag in de administratie te verantwoorden zodat het lijkt dat van alle dagen de omzet wordt verantwoord.

Op verschillende dagen is de omzet volgens de z-afslag hoger of lager dan de verantwoorde omzet in de kasadministratie. Hierdoor is het onmogelijk dat het vermelde saldo van het kasboek gelijk is aan het werkelijk aanwezige kasgeld. Er worden geen kasverschillen aangegeven. Dit houdt in dat er geen kastellingen plaats vinden. (…)

Uit de z-afslagen in bijlage 2, 2 A en 2 B blijkt dat per dag meer klanten afrekenen dan aan consumpties worden verkocht. Dit is onmogelijk.

(…)

Volgens de hierboven genoemde feiten en omstandigheden lijkt het aannemelijk dat de belastingplichtige ook na de aanschaf van de nieuwe kassa niet alle z-afslagen heeft verantwoord en bewaard. Eveneens lijkt het aannemelijk dat het aantal verkochte consumpties binnen een omzetgroep worden teruggeboekt.

Het algehele beeld is ontstaan dat de belastingplichtige willekeurige z-afslagen opmaakt, omzet verantwoordt naar eigen wens en omzetgroepen terugboekt.

(…)

3.4

Bevindingen verkopen softdrugs

Alle verkopen in [de coffeeshop] worden contant afgerekend. Er is geen mogelijkheid tot pinnen. [De partner] verklaarde tijdens het overleg op 19 april 2011 dat de verkopen van de softdrugs worden bepaald door weging per soort bij aanvang van de dag en weging per soort bij einde van de dag. Het verschil per soort maal de prijs is de omzet.

De inkopen van de softdrugs worden gedaan door [de partner] en de heer [H]. Dit gebeurt door middel van binnenlopers en worden altijd contant afgerekend.

Er wordt niet vastgelegd welk soort softdrugs is ingekocht en tegen welke prijs. De inkoopprijs wordt bepaald door de verkopen en is altijd 50% van de verkopen. De adviseur gaf aan dat dit wordt gehanteerd door de Belastingdienst. In het kasboek wordt 50% van de omzet geboekt en de inkoopkosten worden niet in rekening gebracht, met uitzondering van het jaar 2009.

Er wordt per dag een voorraadlijst bijgehouden waarin het volgende staat vermeld. (…)

• Soort softdrugs per gram;

• Beginvoorraad per gram;

• Totaal verkocht per gram;

• Eindvoorraad per gram;

• Verkoopprijs per gram;

• Totaal omzet per soort;

• Totaal dagomzet.

Deze voorraadlijst wordt achteraf opgemaakt in een Excel bestand door [de partner]. Deze wordt afgedrukt en bewaard bij de administratie. Één keer per maand wordt aan de hand van de voorraadlijst een “omzetlijst betreft maand” opgemaakt. Op dit maandoverzicht staat de omzet per dag vermeld met uitzondering van 2009. (…)

Tijdens de controle hebben wij geconstateerd dat de voorraadlijsten niet altijd aansluiten. Het komt regelmatig voor dat de beginvoorraad hoger of lager is dan de eindvoorraad van de dag ervoor. [De partner] verklaarde hierover dat bij een hogere beginvoorraad sprake is geweest van inkoop en bij een lager beginvoorraad is het verschil verwerkt in de joints. Er wordt niets weggegooid.

Op de voorraadlijsten is te zien dat de verkoopprijzen worden verhoogd. De verhoging van de

verkoopprijzen heeft invloed op de aanwezige voorraad omdat de inkoopprijs wordt berekend aan de hand van de verkopen. Hier wordt in de kasadministratie geen rekening mee gehouden.

In 2009 worden op de maandlijst het aantal verkochte softdrugs per soort vermeld. Hierop is zichtbaar wat er per soort per maand wordt verkocht. Deze gegevens worden overgenomen van de daglijsten. Op de maandlijst is niet in één oogopslag zichtbaar wat de dagomzet is. Dit lijkt niet logisch. Verder valt het op dat er veel typfouten voorkomen op de maandlijst ten opzichte van de daglijst. De aangegeven omzet in de kasadministratie sluit aan met de omzet vermeld op de maandlijst. Zie hieronder de typfouten.

(…)

Datum daglijst maandlijst verschil prijs p/gram verschil Dagomzet

30 jan. 3 33 30 € 10 € 300 € 360

13 feb. 3 33 30 € 12 € 360

13 feb. 5 55 50 € 4 € 200

13 feb. € 560 € 333

18 feb. 2 22 20 € 10 € 200 € 222

6 mrt. 3 33 30 € 10 € 300 € 349

20 mrt. 5 55 50 € 4 € 220 € 326

27 mrt. 5 55 50 € 4 € 220 € 386

28 mrt. 3 23 20 € 12 € 246 € 399

5 sept. 3 33 30 € 12 € 360 € 382

6 sept. 3 33 30 € 15 € 450 € 245

10 sept. 3 30 27 € 10 € 270 € 251,50

25 sept. 7 55 48 € 3,50 € 168 € 355,50

Het verschil uitgedrukt in geld, is zodanig groot in verhouding met de aangegeven omzet dat dit niet on[op]gemerkt kan blijven. De voorraadverschillen zijn eveneens onopgemerkt gebleven. Hieruit blijkt dat de kasadministratie en de voorraadadministratie softdrugs niet de werkelijke situatie weergeeft.

In bijlage 5 D 1 is op de voorraadlijst van 27 maart 2009 een bedrag vermeld dat is doorgekrast. Dit bedrag is € 2.040,00 terwijl de aangegeven omzet € 386,- is.

(…)

3.4.1

Verhouding verkopen softdrugs en overige verkopen

Uit de landelijke branchecijfers is af te leiden dat bij een coffeeshop de verhouding tussen verkopen laag en verkopen softdrugs ten opzichte van de totale omzet gemiddeld 20%

om 80% ligt. Het percentage van de verkopen softdrugs wordt hoger naar mate de onderneming dichter bij de grens is gevestigd en lager wanneer de onderneming meer in het binnenland is gevestigd. Het verhoudingspercentage is nooit minder dan 70% softdrugs en 30% overige verkopen.

In bijlage 9 tot en met 9 C hebben wij van een aantal coffeeshops de verhoudingen, die in dezelfde postcodegebied liggen als [de coffeeshop], op een rijtje gezet. De cijfers in de bijlagen zijn afkomstig uit de bedrijfsbezoeken die bij desbetreffende coffeeshops zijn ingesteld door het HIT. Deze cijfers zijn vastgesteld op grond van de x-afslag omzet laag en de verkochte softdrugs zoals deze waren op het moment van de controle. Hieruit blijkt dat gemiddeld 79% van de totale omzet afkomstig uit de verkopen van softdrugs.

Hieronder is het overzicht van de verhouding bij [de coffeeshop] gedurende de controlejaren

Jaar Verkopen laag Percentage Verkopen softdrugs Percentage

2006 € 82.687 48,2 € 88.740 51,8

2007 € 111.409 51,6 € 104.508 48,4

2008 € 90.092 47,3 € 100.092 52,7

2009 € 79.791 45,5 € 95.416 54,5

Het percentage van de verkopen softdrugs in verhouding tot de totale omzet ligt veel lager dan de landelijke branchecijfers en vastgestelde verhoudingen van de coffeeshops uit hetzelfde postcodegebied. Dit lijkt niet aannemelijk omdat [de coffeeshop] midden in de [gebied] in [Z] is gevestigd. Het is een feit van algemeen bekendheid dat deze locatie een trekpleister is voor toeristen die specifiek naar dit gebied komen voor [doel].

(…)

Zoals eerder vermeld is op 9 oktober 2008 een controle ingesteld door het HIT.

(…)

Op 18 november 2009 is door het HIT een controle ingesteld bij [de coffeeshop]. (…) Deze controle vond plaats omstreeks 15:32 uur. (…)

De verhouding tussen de verkopen overig en de verkopen softdrugs op het moment van de controles was als volgt:

Jaar Verkopen laag Percentage Verkopen softdrugs Percentage

2008 € 59,90 18 € 273 82

2009 € 69,90 20 € 280,50 80

2011-1 € 297,30 28 € 772 72

2011-2 € 90.90 20 € 362 80

Het is opvallend dat bij de onaangekondigde controles de verhouding tussen de verkopen softdrugs en de verkopen overig nagenoeg geheel aansluit bij de landelijke branchecijfers en de vastgestelde gemiddelde verhouding van de coffeeshops uit hetzelfde postcodegebied.

Gezien het verschil tussen de verantwoorde omzet en de geconstateerde omzet bij de bedrijfsbezoeken lijkt het aannemelijk dat er sprake is van omzet verzwijging. Er wordt immers een lagere dagomzet verantwoord dan er is geconstateerd tijdens de controles. Hier wordt nogmaals bevestigd dat er wordt gemanipuleerd met de omzet cijfers.

(…)

3.4.3.

Conclusies kas softdrugs

Uit feiten en omstandigheden zoals:

• de omzet niet dagelijks wordt geboekt in het kasboek, maar één keer per maand;

• kladaantekeningen met betrekking tot verkopen softdrugs worden niet bewaard;

• omzet gedurende de wtp’s hoger is dan de aangegeven dagomzet;

• het kasboek achteraf wordt opgemaakt;

• de inkopen niet worden vastgelegd;

• de inkoopprijs niet wordt vastgelegd;

• de inkopen contant worden betaald zonder dit in het kasboek te vermelden;

• de inkoopprijs berekend wordt aan de hand van de verkopen. Er wordt geen rekening gehouden met de werkelijk betaalde prijs;

• de prijsverhogingen doorgevoerd worden zonder dat er rekening wordt gehouden met de voorraad dat tegen een lagere prijs is ingekocht;

• de voorraadlijsten niet aansluiten;

• verschillen in de maandlijst en de voorraadlijst 2009;

[volgt] dat de kasadministratie dusdanige gebreken vertoont waardoor het onmogelijk is om een kascontrole uit te voeren. Het is onmogelijk dat het vermelde kassaldo het werkelijke saldo weergeeft. Het lijkt aannemelijk dat de belastingplichtige structureel omzet verzwijgt en de omzetbedragen manipuleert naar eigen wens.

(…)

4 Inkomstenbelasting

4.1

Vermogensvergelijking

Tijdens het boekenonderzoek is een vermogensvergelijking gemaakt van de vermogenspositie van [belanghebbende en haar partner]. De boekhouder heeft een overzicht verstrekt van de opgenomen gelden uit de ondernemingen. De bankrekeningen van [belanghebbende en haar partner] zijn overgelegd ten behoeve van de benoemde posten. De bankrekening van [belanghebbende] wordt ook zakelijk gebruikt. Zakelijke bestedingen zijn niet opgenomen in de vermogensvergelijking. Daarnaast is een kopie van een koopcontract en een bouwnota van een woning in Griekenland verstrekt.

Uit deze gegevens komen de volgende bevindingen

 Van de bankrekening van [de partner] zijn voornamelijk vaste lasten voldaan. Eerste levensbehoeften en kleding zijn niet in de bankafschriften aangetroffen. Deze zijn derhalve niet in de vermogensvergelijking opgenomen.

 Via de creditcard afschriften van American Express is zichtbaar dat een enkele keer aankopen in een vliegtuig of in het buitenland worden gedaan. Betalingen in privé of zakelijk voor tickets of betalingen voor vakanties zijn niet in de overgelegde gegevens aangetroffen.

 [Belanghebbende] heeft in 2007 een stuk grond gekocht op [I] in Griekenland, waarop een huis is gebouwd. De betaling van de aankoop van de grond en de betalingen inzake de bouw van de woning zijn niet in de bankafschriften aangetroffen en hebben waarschijnlijk contant plaatsgevonden. De stukken van de aankoop van de grond en de factuur van de bouwnota is in de vermogensvergelijking opgenomen.

 Het pand in Griekenland wordt voor vakanties gebruikt, er zijn geen betalingen of pin opnamen in Griekenland aangetroffen in de overgelegde stukken. De bestedingen inzake het verblijf aldaar zijn derhalve niet in de vermogensvergelijking opgenomen.

Aan de hand van de gegevens is de berekening als volgt:

Vermogensvergelijking 2006 2007 2008 2009

Totaal opnamen verminderd met stortingen in

ondernemingen 93.913 91.407 102.377 62.847

Plus kinderbijslag 1.856 1.981 2.048 2.061

Minus aankoop en bouw woning Griekenland 49.119 61.958

Toe of afname banktegoeden 1-1 en 31-12 - 1.360 3.654 -10.446 -20.502

Minus benoemde posten 82.522 109.792 73.009 77.309

Besteedbaar netto privé 1.887 -61.869 -40.988 -32.903

Uit de berekening van de vermogensvergelijking waarbij nog geen rekening is gehouden met uitgaven voor de eerste levensbehoefte, kleding en vakanties, volgt dat het netto privé in 2006 onaanvaardbaar laag is en in de overige jaren negatief. (…)

4.2

Ondernemersaftrek

Op basis van feiten en omstandigheden zoals vermeld in hoofdstuk 2.2 en 3 van het rapport is het aannemelijk dat [de partner] zich feitelijk bezighoudt met de bedrijfsvoering van [de coffeeshop]. Tijdens de gesprekken heeft [de partner] letterlijk aangegeven [dat] het geen business is voor vrouwen. [Belanghebbende] is gedurende de wtp’s nooit aangetroffen in de onderneming. [De partner] of de heer [H] namen de taken over. De inkopen worden gedaan door [de partner]. Tijdens de gesprekken is het [de partner] die veelal antwoorden geeft op de vragen die gesteld worden in verband met de bedrijfsvoering van [de coffeeshop].

Op 26 september heeft een gesprek plaatsgevonden (…) waarbij we hebben aangegeven dat wij tot de conclusie zijn gekomen dat [belanghebbende] zich weinig tot niet bemoeit met de bedrijfsvoering van [de coffeeshop]. Hierop werd door [de partner] bevestigend geantwoord.

Gelet op de hierboven staande zijn wij van mening dat [belanghebbende] enkel bij de onderneming is betrokken omdat de horecavergunning op haar naam staat. Derhalve heeft zij geen recht op de zelfstandigenaftrek omdat [belanghebbende] niet kan aantonen dat zij ten minste 1225 uur per jaar besteedt aan het verrichten van werkzaamheden aan haar onderneming. Hiermee vervalt ook het recht op de mkb vrijstelling.

(…)

6 Correcties

6.1

Redelijke schatting omzet laag tarief

In het jaar 2006 lijkt het aannemelijk geworden dat de belastingplichtige, gezien het tijdstip op de z-afslagen, veelal de dagomzet aangeeft en de avondomzet verzwijgt. De gemiddelde omzet per afrekening ligt in het jaar 2006 veel hoger dan de andere jaren.

Op het moment dat de nieuwe kassa wordt aangeschaft gaat de gemiddelde omzet per afrekening drastisch omlaag. Dat dit niet aannemelijk is wordt ook bevestigd door de vastgestelde gemiddelde omzet gedurende de bedrijfsbezoeken. Zie hieronder:

Jaar Aangegeven gemiddelde Vastgestelde gemiddelde in %

2008 € 1,70 €3.26 192%

2009 € 1,53 €3,68 240%

In 2011 zijn ook bedrijfsbezoeken ingesteld door het HIT zoals vermeld in hoofdstuk 5. Hier valt het op dat bij de eerste bedrijfsbezoek de belastingplichtige zelf een gemiddelde per afrekening van € 3,86 aangeeft. Op andere dagen is het gemiddelde € 1,90. Het verschil is 203%. Dit verschil moet veel hoger zijn omdat het aannemelijk is dat de aangegeven omzet is teruggeboekt. (…)

Om tot een redelijke schatting te komen van de verzwegen omzet zijn wij ervan uitgegaan dat de avondomzet minimaal 150% van de dagomzet moet zijn geweest. Wij hebben voor het jaar 2006 de aangegeven omzet gecorrigeerd tot 250%. Dat dit percentage redelijk is wordt bevestigd door de vastgestelde gemiddelde omzet per afrekening gedurende de bedrijfsbezoeken. Zie uitleg hieronder.

Voor de jaren 2007 tot en met 2009 hebben wij vastgesteld dat er wordt gemanipuleerd met de

omzetgroepen, waardoor er minder omzet (omzet laag tarief) wordt aangegeven. Daarnaast wordt een substantieel deel omzet (omzet laag tarief) niet verantwoord. Hierdoor wordt de gemiddelde omzet per afrekening lager.

Het vermoeden dat de aangegeven omzet (omzet laag tarief) veel lager is, wordt bevestigd door de vastgestelde “gemiddelde omzet per afrekening” gedurende de bedrijfsbezoeken. Voor de jaren 2007 tot en met 2009 zullen wij de aangeven omzet verhogen tot 250% zoals in 2006.

De omzetcorrecties over de jaren 2006 tot en met 2009 zijn als volgt:

Aangegeven omzet excl. Ob € 82.687

Theoretische berekening - 206.718

Correctie omzet € 124.030

Correctie omzetbelasting € 7.441

Aangegeven omzet excl. Ob € 111.409

Theoretische berekening - 278.523

Correctie omzet € 167.114

Correctie omzetbelasting € 10.026

Aangegeven omzet excl. Ob € 90.092

Theoretische berekening - 225.230

Correctie omzet € 135.138

Correctie omzetbelasting € 8.108

Aangegeven omzet excl. Ob € 79.791

Theoretische berekening - 199.478

Correctie omzet € 119.687

Correctie omzetbelasting € 7.181

6.2

Redelijke schatting verkopen softdrugs

De verhouding tussen de verkopen laag en verkopen softdrugs, bij [de coffeeshop], ten opzichte van totale omzet is respectievelijk 20% om 80%. Uit landelijke branchegegevens blijkt dat minimaal 70% van de totale omzet afkomstig is van de verkopen softdrugs. Gedurende de wtp’s bij [de coffeeshop] is vastgesteld dat de verhouding tussen de verkopen laag en verkopen softdrugs niet verschilt van de landelijk cijfers en de vastgestelde gemiddelde in dezelfde postcodegebied.

Wij hebben gesteld dat de gecorrigeerde omzet van de verkopen laag (zie hoofdstuk 6.1) 20% van de totale omzet is. Dit wil zeggen dat de overige 80% afkomstig is uit de verkopen softdrugs.

De omzetcorrecties over de jaren 2006 tot en met 2009 zijn als volgt:

Aangegeven omzet € 88.740

Theoretische berekening - 826.870

Correctie omzet € 738.130

Aangegeven omzet € 104.508

Theoretische berekening - 1.114.090

Correctie omzet € 1.009.582

Aangegeven omzet € 100.092

Theoretische berekening - 900.920

Correctie omzet € 800.828

Aangegeven omzet € 95.417

Theoretische berekening - 797.910

Correctie omzet € 702.494

7 Correctie winst uit onderneming

Correctie omzet laag € 124.031

Te betalen omzetbelasting - 7.441

Inkopen laag - 14.884

Winst uit onderneming € 101.706

Correctie omzet softdrugs € 738.130

Inkopen softdrugs - 369.065

Winst uit onderneming € 369.065

Bij: Zelfstandigenaftrek € 8.794

Correctie winst uit onderneming € 480.457

Correctie omzet laag € 167.114

Te betalen omzetbelasting - 10.026

Inkopen laag - 20.054

Winst uit onderneming € 137.034

Correctie omzet softdrugs € 1.009.582

Inkopen softdrugs - 504.791

Winst uit onderneming € 504.791

Bij: Zelfstandigenaftrek € 4.379

Bij: Mkb vrijstelling € 8.051

Correctie winst uit onderneming € 654.255

Correctie omzet laag € 135.138

Te betalen omzetbelasting - 8.108

Inkopen laag - 16.217

Winst uit onderneming € 110.813

Correctie omzet softdrugs € 800.828

Inkopen softdrugs - 400.414

Winst uit onderneming € 400.414

Bij: Zelfstandigenaftrek € 4.412

Bij: Mkb vrijstelling € 5.985

Correctie winst uit onderneming € 521.624

Correctie omzet laag € 119.687

Te betalen omzetbelasting - 7.181

Inkopen laag - 14.362

Winst uit onderneming € 98.144

Correctie omzet softdrugs € 702.494

Inkopen softdrugs - 351.247

Winst uit onderneming € 351.247

Bij: Zelfstandigenaftrek € 4.488

Bij: Mkb vrijstelling € 5.916

Correctie winst uit onderneming € 459.795

(…)

8 Overzicht correcties

(…)

8.2

Omzetbelasting

Correctie 2006 € 7.441

Correctie 2007 - 10.026

Correctie 2008 - 8.108

Correctie 2009 - 7.181

Totale correctie € 32.756”

2.7.1.

De inspecteur heeft met inachtneming van de in het controlerapport berekende correcties de navorderingsaanslagen IB/PVV 2006 tot en met 2009 vastgesteld, berekend naar de navolgende gecorrigeerde belastbare inkomens uit werk en woning:

2006

Aangegeven b.i. uit werk en woning € 22.574

Bij: meer winst uit onderneming € 471.663

correctie zelfstandigenaftrek € 8.794

Gecorrigeerd b.i. uit werk en woning € 503.031

2007

Aangegeven b.i. uit werk en woning € 45.123

Bij: meer winst uit onderneming € 641.825

correctie zelfstandigenaftrek € 4.379

correctie MKB-vrijstelling € 8.051

Gecorrigeerd b.i. uit werk en woning € 699.378

2008

Aangegeven b.i. uit werk en woning € 45.954

Bij: meer winst uit onderneming € 511.227

correctie zelfstandigenaftrek € 4.412

correctie MKB-vrijstelling € 5.985

Gecorrigeerd b.i. uit werk en woning € 567.578

2009

Aangegeven b.i. uit werk en woning € 35.345

Bij: meer winst uit onderneming € 449.391

correctie zelfstandigenaftrek € 4.488

correctie MKB-vrijstelling € 5.916

Gecorrigeerd b.i. uit werk en woning € 495.140

2.7.2.

Gelet op de door hem berekende gecorrigeerde winst uit onderneming voor het jaar 2006 heeft de inspecteur de navorderingsaanslag Zvw 2006 vastgesteld, berekend naar het maximale bijdrage-inkomen van € 30.015.

2.8.

Bij brief van 10 november 2011 hebben belanghebbende en haar partner gereageerd op de aan hen toegezonden conceptrapporten inzake de ingestelde boekenonderzoeken. In de bijlage bij deze brief worden de bevindingen uit de controlerapporten puntsgewijs besproken. In het onderdeel ‘Verweerschrift inzake het boekenonderzoek [bij de coffeeshop]’ wordt onder andere het volgende opgemerkt:

“Tijdregistratie Z-afslagen

U stelt dat de avondomzet niet verantwoord zou zijn. Het feit dat de Z-afslagen een tijd weergeven die tussen de 18:00 en 19:00 uur ligt verteld niks over het verantwoorden van de dagomzet en functioneren van de kassa.

Wij hebben een servicecontract voor de kassa en hebben op geen enkele wijze kennis of kunde van de kassa anders dan het reguliere gebruik (…). Daarnaast hebben wij in meerdere gesprekken aangegeven dat de zaak meerdere malen getroffen is door stroomonderbrekingen. Deze stroomonderbrekingen zouden tot gevolg gehad kunnen hebben dat de tijdregistratie van de kassa ontregeld is geraakt. (…) Wij zijn dan ook van mening dat u in uw rapport zeer kort door de bocht bent gegaan door te stellen dat de avondomzet niet is verantwoord. Om dit te mogen stellen zou eerst geconstateerd moeten worden dat de kassa geen defecten vertoonde en andere oorzaken uitgesloten waren. Aangezien dit onderzoek niet heeft plaats gevonden achten wij uw onderzoek niet correct uitgevoerd. (…)

Uit vergelijkende omzetten uit overige jaren waar de tijdsregistratie van de Z-afslagen wel correct staat blijkt er geen noemenswaardige afwijking van de omzet te zijn. Dit versterkt ons standpunt dat met uitzondering van de tijdsregistratie van de kassa wij ons op geen enkele wijze schuldig hebben gemaakt aan foutieve of frauduleuze handelingen.

(…)

Bijlage 1

U stelt dat er per dag minimaal twee Z-afslagen worden gemaakt maar dat er slechts een in de

administratie wordt verantwoord. Wij zijn van mening dat de nummers van de Z-afslagen inderdaad niet allemaal aansluiten op de voorgaande Z-afslagnummers. Dit zegt echter niets over het feit of de gehele dagomzet wel of niet verantwoord is voor deze dag, enkel dat de nummers niet opeenvolgend zijn. Het is goed gebruik geweest om tussentijds een Z-afslag te maken om de omzet van de dag te bekijken. Deze tussentijdse Z-afslagen zijn niet bewaard omdat deze geen waarde hebben. De Z-afslagen die de dagomzet verantwoorden zijn wel bewaard. (…) Kasverschillen moesten door het personeel zelf worden aangevuld. Zoals al eerder aangegeven hebben wij geen verklaring voor de tijdsaanduiding op de afslagen. De gehele dagomzet is verantwoord en opgegeven. (…)

U stelt dat er op 31-1-2006 een Z-afslag is geregistreerd van € 455,60 en dat er in de kasadministratie slechts € 124 wordt verantwoord. Ik wil u er op wijzen dat wij inderdaad een Z-afslag van € 455,60 hebben maar een dagomzet van € 1.241 hebben gerapporteerd. Ten onrechte wordt de indruk gewekt dat omzet verzwegen wordt. Dit is wederom een bewijs dat ook positieve kasverschillen in de administratie worden verantwoord. Indien we bezig zijn geweest de omzet te manipuleren dan zou dit positief kasverschil niet aangegeven worden.

(…)

Bijlage 1A

U geeft aan dat er onregelmatigheden zijn m.b.t. de afslagnummers 3283, 3284, 3332, 3333, 3334 en 3335. We willen aangeven dat voor deze Z-afslagen de volledige dagomzet verantwoord is in het kasboek.

U stelt dat er op enig moment tussen 0:00 en 2:16 een omzet van € 159,20 wordt gegenereerd. U geeft tevens aan dat u dit niet aannemelijk vindt. Wij willen hierbij opmerken dat hier een heel logische verklaring voor is. Er waren in deze periode problemen met de kassa. Om toch omzet te draaien wordt de omzet gedurende de openingstijd tijdelijk genoteerd. Zodra de kassa weer werkzaam is wordt de omzet aangeslagen. Hierdoor lijkt het alsof de omzet in slechts 2 uur wordt gegenereerd.

(…)

Bijlage 1B

(…)

U geeft aan dat er onregelmatigheden zijn m.b.t. de afslagnummers 3948, 3950, 3952 en 3955. We willen aangeven dat voor deze Z-afslagen de volledige dagomzet verantwoord is in het kasboek.

U maakt melding dat er in zes minuten 328 consumpties zijn verkocht en 176 klanten hebben

afgerekend. We willen u er op wijzen dat het zeer goed mogelijk is dat er i.v.m. een kassastoring omzet tijdelijk op papier is bijgehouden en op een later tijdstip is opgevoerd.

(…)

Bijlage 2

U stelt dat de kassalade vaak open gaat zonder dat er omzet wordt gegenereerd. In de zaak wordt er vaak gewisseld voor de sigarettenautomaat, pool, photoplay machine of om andere reden. Hierdoor gaat de kassa vaak open zonder dat er omzet wordt gegenereerd. Zo gebeurt het ook wel eens dat mensen klein geld terug wisselen naar vast geld. Ook wordt er gewisseld tussen de kassa van de overige verkopen en de kassa van de softdrug verkopen.

(…)

U stelt dat er op andere dagen meer klanten hebben afgerekend dan er aan consumpties zijn verkocht. Graag zouden wij vernemen welke dagen dit zijn geweest. Het is goed gebruik bij de werknemers om nul aanslagen te maken om de kassa te openen voor het wisselen van geld. Hierdoor neemt het aantal aanslagen toe terwijl er geen daadwerkelijke verkopen plaats vindt.

(…)

U stelt dat er op 20-7-2007 en 3-8-2007 verschillen zijn tussen het kasboek en de Z-afslagen. We wijten deze vermeende kasverschillen aan menselijk handelen.

U stelt dat er op 17 april -7 warme dranken zijn verkocht. Wij wijten dit aan correcties die gemaakt zijn. Het negatief boeken van de omzet maakt voor de totale omzet niet uit als hierdoor de juiste verkopen wel worden aangeslagen.

(…)

Bijlage 2B

(…)

U stelt dat het regelmatig voor komt dat meer klanten afrekenen dan er aan consumpties worden verkocht. Zoals eerder aangegeven worden er vaak nul aanslagen gemaakt om de kassa te openen.

U stelt dat de gemiddelde omzet onder de € 2,- per dag ligt. Wij nemen dit voor kennisgeving aan.

U stelt dat op 11 juni 2009 de kassa gedurende de dag maar 2 maal open is geweest. Op deze dag was er sprake van een stroomstoring. Hierdoor is de omzet van de dag apart bij gehouden. Op het moment dat de kassa weer functioneerde is de volledige omzet weer in de kassa gezet. We verwerpen de insinuatie dat er moedwillig gemanipuleerd is met de dagomzet.

Op 18 november 2009 heeft er een bedrijfsbezoek plaatsgevonden van het HIT. U stelt dat op deze dag de gemiddelde omzet € 3,68 betrof en aan het eind van de dag € 1,53. Daarnaast stelt u dat er in 9,5 uur tijd er een omzet van € 20,10 is gegenereerd. Verder stelt u dat er met de omzet is gemanipuleerd. Wij bestrijden deze stelling en stellen dat het HIT verantwoordelijk is voor de verstoring van de bedrijfsvoering. Uw bevindingen geven een perfect beeld hoe een controle van het HIT de bedrijfsvoering verstoord. Op het moment van binnenkomst worden alle klanten gesommeerd de zaak te verlaten. Zoals u weet gaat dit gepaard met achterlating van de gekochte drankjes. Vaak laten de bezoekers de gekocht softdrugs ook achter. De controle kan soms enige uren duren waarbij het personeel wordt gecontroleerd en ondervraagd. (…) De gasten die terug komen worden vergoed. Sommigen willen hun geld terug andere een nieuw drankje of andere vergoeding. De correcties die door het bezoek van het HIT moeten worden uitgevoerd gaat ten koste van de gerealiseerde omzet. Het is daarom logisch dat de gemiddelde omzet daalt. Als bijkomend probleem hebben we te maken dat wanneer de zaak leeg is je niet snel een zaak weer vol krijgt. (…) Wij vinden het daarom stuitend dat door

toedoen van het HIT de bedrijfsvoering wordt verstoord en dit als argument wordt gebruikt om te stellen dat de omzet wordt gemanipuleerd. Dit is de wereld op zijn kop.

U stelt dat er op diverse data; 2 juni 2009, 10 juni 2009, 26 juni 2009 en 1 juli 2009 er sprake is van negatieve aanslagen en dat er meer klanten hebben afgerekend dan dat er consumpties zijn verkocht. We nemen uw constatering voor kennisgeving aan. De verklaring hier voor is zeer eenvoudig. Foute aanslagen worden gecorrigeerd. Vandaar de negatieve aanslagen. Er worden nul aanslagen gemaakt om de kassa te openen. Kortom er gebeurd niks vreemds anders dan normaal menselijk handelen.

(…)

Verkopen softdrugs

U stelt dat de aangegeven omzet softdrugs niet juist is. Dit leidt u af uit de door u geconstateerde verschillen tussen de voorraadlijsten waar u de omzet uit destilleert en de opgegeven omzet. Wij zijn van mening dat uw bevindingen onjuist zijn. Wij hebben altijd de omzet op de verkopen softdrugs correct verantwoord. Zoals u misschien kunt begrijpen worden er door de softdrug verkopers geen bonnen afgegeven. Wij zijn van mening dat u geen rekening heeft gehouden met de aanwezige voorgedraaide joints. Dit verklaart de verschillen.

(…)

Ook geeft u aan dat het kasboek voor de omzet van softdrugs een keer per maand wordt opgemaakt. Dit is absoluut niet waar. Het kasboek wordt dagelijks opgemaakt. (…)

Verder is [de coffeeshop] de enige coffeeshop op haar gracht en enigszins buiten het drukke coffeeshop gebied. Voordat klanten bij [de coffeeshop] binnen komen zijn ze tal van andere grotere coffeeshops in het gebied en in de binnenstad gepasseerd. De clientèle bestaat voornamelijk uit toeristen, er zijn geen vaste klanten. Een aangekochte joint kan door meerdere personen worden genuttigd terwijl er maar slechts een drankje per persoon wordt genuttigd. Het is daarom heel goed verdedigbaar dat de verhouding afwijkt van andere coffeeshops.”

2.9.

In een brief van 15 juni 2012 schrijft de gemachtigde onder meer het volgende aan de inspecteur:

“Tijdens het onderzoek heeft er een derdenonderzoek plaatsgevonden (…) in verband met de kassa (…). Daarnaast heeft er een derdenonderzoek plaatsgevonden bij [M], de drankenleverancier van de onderneming. In dit geval is er sprake van horecagelegenheden op drie locaties met (in het geval van [de coffeeshop] onder andere) als kernactiviteit de verkoop van drank. In de onderzoeksrapporten is (…) [o]ver het derdenonderzoek bij [M] geen informatie terug te vinden, terwijl er naar aanleiding van dat onderzoek door de belastingdienst is geconcludeerd en medegedeeld dat er met de winstmarges niets mis was. Daarnaast heeft [M] aan de onderneming de afgelopen vier jaar ongeveer negen afschriften per week verstrekt die zien op de levering van drank aan de horecagelegenheden. Het verbaas[t] mij dan ook dat er ten aanzien van dit derdenonderzoek (…) niets is terug te vinden in het rapport en het dossier van de belastingdienst.

Netto privé

Het boekenonderzoek ziet op de jaren 2006 tot en met 2009. Bij de berekening van het netto privé wordt de vakantiewoning genoemd in Griekenland die “waarschijnlijk contant” hebben plaatsgevonden. Het komt ons voor dat de belastingdienst ervan uit is gegaan dat het benodigde vermogen om deze woning te verkrijgen op moet zijn gebouwd sinds 2006, de periode waar het onderzoek op ziet. [De partner van belanghebbende] is reeds werkzaam vanaf 1985 en is sinds 1994 actief met de onderneming (eerst [de CV] en vanaf 2003 en 2004 tevens met de twee andere ondernemingen) waarbij sindsdien vermogen is opgebouwd waarmee het huis in Griekenland kon worden bekostigd. Gelet op het bovenstaande kan de netto privéberekening dan anders uitpakken. Het overzicht van [de boekhouder] laat in ieder geval zien dat er voldoende besteedbaar vermogen zou moeten resteren (…).”

2.10.

In de door de gemachtigde in zijn brief van 15 juni 2012 genoemde berekening van de boekhouder zijn inzake de jaren 2005 tot en met 2009 onder andere de volgende gegevens vermeld:

“Resultaat [belanghebbende] en [de partner van belanghebbende]

Jaar 2005 2006 2007 2008 2009

Winst aandeel [CV] € 96,763 € 71,019 € 19,036 € 31,198 € 31,775

Winst [de Pub] € -69,529 € -17,756 € 5,020 € 29,323 € 5,643

Winst [coffeeshop] € 21,179 € 31,648 € 84,886 € 73,026 € 60,825

€ 48,413 € 84,911 € 108,942 € 133,547 € 98,243

(…)

Aankoop huis Griekenland € - € - € - € 50,000 € 20,000

(…)

[Totaal benoemde posten] € 31,052 € 56,214 € 64,009 € 121,445 € 104,914

Over nog te besteden p.j. € 17,361 € 28,697 € 44,933 € 12,201 € - 6,671

Cumulatief Eigen Vermogen € 109,100 € 137.797 € 182,731 € 194,832 € 188,162

Eind 2006 is er rond de € 95.000,- kasgeld in beslag genomen.”

2.11.

In zijn verweerschrift in eerste aanleg heeft de inspecteur het volgende geschreven omtrent de in de controlerapporten opgenomen vermogensvergelijking:

“De controleambtenaren hebben een netto privé berekening gemaakt die is gebaseerd op de privé opnamen uit de kas van alle ondernemingen en de bank- en de creditcardafschriften van belanghebbende en [haar] levenspartner. (…) Gemachtigde heeft in het beroepschrift (…) een overzicht opgenomen dat uitgaven voor kleding, eten, drinken en vakanties bevat. Deze uitgaven ontbraken in het overzicht van het boekenonderzoek. Na verwerking van deze cijfers leidt dit tot de volgende uitkomst:

Vermogensvergelijking 2006 2007 2008 2009

(…)

Besteedbaar netto privé 1.887 - 61.869 - 40.988 - 32.903

Aanvullingen uit overzicht gemachtigde

Uitgaven voor kleding 7.649 7.802 7.958 8.117

Eten en drinken 6.850 6.975 7.115 7.257

Vakantie-uitgaven 2.100 2.150 3.900 4.875

Besteedbaar netto privé - 14.712 -78.796 -59.961 - 53.152

(…) Ter aanvulling op de netto privé berekening:

1. er is geen enkele pinbetaling aangetroffen ten laste van een bankrekening.

2. kosten van uitgaan, vrije tijd en restaurantbezoek etc. ontbreken

3. (…)

4. (…)

5. Bij een huiszoeking op 4 oktober 2006 zijn sieraden aangetroffen met een waarde die is geschat op € 120.000, hetgeen consumptie-uitgaven zijn uit 2006 en vorige jaren en niet in de netto privé berekening zijn opgenomen.

6. De aankoop van de bouwgrond en de bouw van de vakantiewoning is geheel contant betaald. Dat is een bedrag van € 111.077 aangevuld met een onbekend bedrag aan reis- en verblijfkosten voor ondertekening van de aankoop van grond, de contractering van de aannemer en de oplevering van de vakantiewoning.”

2.12.

In het proces-verbaal van de zitting bij de rechtbank van 23 mei 2013 is onder andere het volgende vermeld:

“[door belanghebbende en haar partner:]

(…) De aankoop van de grond in Griekenland heeft in 2007 plaatsgevonden. De verbouwingen zijn op zijn vroegst in 2009 aangevangen. Met de aannemer heeft [de partner van belanghebbende] afgesproken dat er betaald wordt naar gelang van de bouwvorderingen. Voor 2008 staat er in het overzicht dat € 50.000 is betaald. De belasting was iets meer dan € 14.000. De aankoop van de grond was ook zo’n € 15.000. Het overige zal een aanbetaling geweest zijn.

[M] is de enige leverancier van de coffeeshop. Voor de koffie en thee heeft [belanghebbende] een aparte leverancier. De koffie kwam van [N] en was gewoon verwerkt in de administratie.

(…)

- en verklaart [de inspecteur] over de coffeeshop:

(…) De omzet softdrugs is afgeleid uit de omzet overige verkopen. De 20% overige verkopen zijn vastgesteld aan de hand van de avondverkopen. We zijn er vanuit gegaan dat er na 18:30 meer bedrijvigheid [is] in de horeca. Daarom is uitgegaan van 150% omzet in de avonduren. Naar onze mening is dat nog aan de lage kant. Dat geldt in ieder geval voor 2006. Ook voor latere jaren is uitgegaan van 150% omzet in de avonduren omdat we geen aanleiding hebben om te denken dat de handelwijze van eisers in de overige jaren anders was.

De controle bij [M] geeft een consistent beeld. Dat sluit echter niet uit dat er elders is ingekocht. De brutowinstmarge geeft immers een dusdanig beeld dat er voor een hoger bedrag verkocht had kunnen worden. De prijslijsten van de coffeeshop zijn nagegaan, maar we weten niet exact wat nu de verkopen zijn. Daarom is gezegd dat de brutowinstmarge acceptabel was. (…) Van de softdrugs was er geen inkoopadministratie, maar wel van de overige verkopen. (…) Het is reëel dat rekening wordt gehouden met een theoretische inkoop (overige verkopen), maar dan wel minimaal.”

2.13.

Als bijlage bij zijn verweerschrift in hoger beroep heeft de inspecteur een schermprint overgelegd van de gegevens uit het Aanslag Belastingen Systeem (ABS) inzake de afhandeling van de door belanghebbende ingediende aangifte IB/PVV voor her jaar 2009. Op deze schermprint is – voor zover hier van belang – het volgende vermeld:

“Startdatum 20-12-2010

Einddatum 20-04-2011

(…)

BEHANDELBESLUIT

(…)

Behandelreden GEAUTOMATISEERD

Behandelmoment 15-04-2011 00:54

(…)

Met dagtekening 07-05-2011

(…)

Procestaak Status (…) Gerealiseerde einddatum

DA_IB_FORMALISEREN GESLOTEN (…) 20-04-2011

DA_IB_BEREKEN_EN_SIGN GESLOTEN (…) 19-04-2011

(…)

DA_GEAUTOMATISEERDE_FVC GESLOTEN (…) 20-12-2010

DA_IB_BEOORDELEN_AVA_VER GESLOTEN (…) 20-12-2010”

2.14.

Tijdens de zitting in hoger beroep is op de onder 2.12 vermelde gegevens namens de inspecteur de volgende toelichting gegeven:

“Het (…) schermprintje met betrekking tot de afhandeling van de aangifte IB/PVV 2009 van [belanghebbende en haar partner], welke printjes voor beiden inhoudelijk identiek zijn, kunt u het beste van beneden naar boven lezen. Blijkens dit printje, voor [de partner], is de aangifte binnengekomen op 20 december 2010. Dan wordt eerst gekeken of er een voorlopige aanslag opgelegd moet worden. Daarboven staat de afkorting FVC. Dat is de beoordeling of de aangifte volledig is. Er wordt dan niet gecontroleerd op juistheid, maar op volledigheid. (…) In dit geval was de aangifte in die zin volledig. Van 9 januari 2011 tot 13 april 2011 is de aangifte kennelijk belemmerd geweest. Waarom dat is, weet ik niet. Daarna is de aangifte weer verder in behandeling genomen. Op 15 april 2011 vindt de berekening van de aanslag plaats. Bij de procestaak formaliseren, op 20 april 2011, wordt de aanslag daadwerkelijk uitgeprint en opgestuurd. In ieder geval kan vanaf half april de aanslagregeling niet meer worden afgebroken. Bij de procestaak berekening en signalering kan de aanslagregeling niet meer worden afgebroken. Wellicht al eerder, maar dat kan ik niet met zekerheid zeggen.”

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Evenals in eerste aanleg is in hoger beroep in geschil of de bestreden aanslagen en beschikkingen terecht en naar de juiste bedragen zijn vastgesteld. Meer specifiek zijn de volgende punten in geschil.

  1. Beschikt de inspecteur ter zake van de navorderingsaanslagen IB/PVV 2008 en 2009 over een navordering rechtvaardigend nieuw feit en zo niet, is belanghebbende ter zake te kwader trouw?

  2. Heeft de inspecteur de bestreden aanslagen terecht met toepassing van de sanctie van de omkering en verzwaring van de bewijslast vastgesteld?

  3. Indien de vorige vraag bevestigend wordt beantwoord, is in geschil of belanghebbende heeft doen blijken dat de aanslagen te hoog zijn vastgesteld en of de aanslagen berusten op een redelijke schatting.

  4. Heeft de inspecteur terecht en naar de juiste bedragen vergrijpboetes opgelegd en heffingsrente in rekening gebracht?

3.2.

Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van de (hogere) beroepen en primair tot vernietiging van de navorderingsaanslagen, de naheffingsaanslag en de boetebeschikkingen. Subsidiair concludeert belanghebbende tot vermindering van de naheffingsaanslag omzetbelasting tot een bedrag van € 3.854 en van de navorderingsaanslagen IB/PVV met inachtneming van winstcorrecties van € 64.063 (2006), € 93.845 (2007), € 68.098 (2008) en (meer subsidiair) € 56.927 voor het jaar 2009.

3.3.

De inspecteur concludeert in zijn incidentele hogere beroepen tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank en tot ongegrondverklaring van de beroepen.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing