Home

Gerechtshof Amsterdam, 04-12-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:5737, 12/00520 t/m 12/00523

Gerechtshof Amsterdam, 04-12-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:5737, 12/00520 t/m 12/00523

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
4 december 2014
Datum publicatie
5 januari 2015
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2014:5737
Formele relaties
Zaaknummer
12/00520 t/m 12/00523
Relevante informatie
Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-01-2024] art. 22, Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-08-2023 tot 01-01-2024] art. 3:41

Inhoudsindicatie

De hoger beroepen van belanghebbende zijn niet-ontvankelijk. De aanslagen en boetebeshcikingen zijn op de juiste wijze bekendgemaakt.

Uitspraak

Kenmerken 12/00520 tot en met 12/00523

4 december 2014

uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op de hoger beroepen van

[belanghebbende], verblijvende te [woonplaats], belanghebbende,

tegen de uitspraak in de zaken met kenmerken AWB 11/4125, AWB 11/4126, AWB 11/4127 en AWB 11/4130 van de rechtbank Haarlem (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.1.

De inspecteur heeft met dagtekening 31 december 2008 aan belanghebbende over het jaar 2003 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB) opgelegd berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 368.230 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 865. Tegelijk met het vaststellen van deze navorderingsaanslag is bij beschikking een vergrijpboete opgelegd van € 89.260.

1.1.2.

De inspecteur heeft met dagtekening 31 december 2008 aan belanghebbende over het jaar 2005 een aanslag IB opgelegd berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 114.413 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 959. Tegelijk met het vaststellen van deze belastingaanslag is bij beschikking een vergrijpboete opgelegd van € 23.838.

1.1.3.

De inspecteur heeft met dagtekening 2 november 2009 aan belanghebbende over het jaar 2006 een aanslag IB opgelegd berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 155.651 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 628. Tegelijk met het vaststellen van deze belastingaanslag is bij beschikking een verzuimboete opgelegd van € 113.

1.1.4.

De inspecteur heeft met dagtekening 7 mei 2010 aan belanghebbende over het jaar 2007 een aanslag IB opgelegd berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 67.350 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 248. Tegelijk met het vaststellen van deze belastingaanslag is bij beschikking een verzuimboete opgelegd van € 340.

1.2.

Na tegen de hiervoor onder 1.1.1 tot en met 1.1.4 gemelde belastingaanslagen gemaakte bezwaren heeft de inspecteur bij (in één geschrift vervatte) uitspraken op bezwaar, gedagtekend 17 juni 2011, de bezwaren wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard.

1.3.

Bij uitspraak van 5 juni 2012 heeft de rechtbank de door belanghebbende ingestelde beroepen ongegrond verklaard.

1.4.

De tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroepen zijn bij het Hof ingekomen op 12 juli 2012. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Op 25 maart 2014 zijn nadere stukken ontvangen van de inspecteur. Deze zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 april 2014. Het onderzoek ter zitting is vervolgens geschorst. Van het verhandelde op deze zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak aan partijen wordt toegezonden.

1.7.

Op 6 november 2014 heeft de gemachtigde van belanghebbende een verzoek tot uitstel van de (nadere) zitting gedaan. Dit verzoek is door het Hof afgewezen.

1.8.

Op 11 november 2014 heeft een nadere zitting plaatsgevonden. Deze zitting deed de gemachtigde van belanghebbende een verzoek tot schorsing van het onderzoek ter zitting. Dit verzoek is door het Hof afgewezen.

Van het verhandelde op deze zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak aan partijen wordt toegezonden.

2 Feiten

Het Hof vindt aanleiding de feiten zelfstandig vast te stellen.

2.1.

Belanghebbende staat vanaf 5 januari 1999 ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie (hierna: GBA) op het adres [adres] te [plaats] (verder ook: het Adres).

2.2.

Vanaf 2007 tot aan zijn arrestatie op 27 augustus 2010 was belanghebbende voortvluchtig.

2.3.

De belastingdeurwaarder heeft op 19 december 2008 een document betekend aan het Adres van belanghebbende. Omdat op het Adres niemand aanwezig was, is het document in een gesloten envelop aldaar achtergelaten. In de akte van betekening staat onder andere:

Aan [belanghebbende]

[adres]

[…] [plaats]

[…]

Ik heb een document voor u achter gelaten. Omdat het om een belangrijk document gaat, heb ik deze akte van betekening opgemaakt. Ik heb hiervoor opdracht gekregen van […] de ontvanger van de Belastingdienst / Amsterdam.

Document dat ik voor u heb achtergelaten

[…]

Brief van Belastingdienst Amsterdam

[…]

Er was niemand aanwezig. Het document is in een gesloten envelop achtergelaten op dit adres.

2.4.

Op 15 oktober 2010 heeft de belastingdeurwaarde in opdracht van de belastingdienst voor belanghebbende een document achtergelaten in de Penitentiaire Inrichting Vught (waar belanghebbende op dat moment verbleef). Volgens de bijlagen bij het document had belanghebbende een openstaande schuld bij de belastingdienst vanwege de niet-betaling van onder meer de in geschil zijnde aanslagen.

Het bezwaarschrift tegen deze aanslagen is bij de inspecteur op 24 november 2010 ingekomen.

2.5.

In een op 14 september 2014 opgemaakte ‘AMBTSEDIGE VERKLARING’ wordt door [naam] als volgt verklaard:

Met dagtekening 31 december2008 zijn door mij aan [belanghebbende] (navorderings-)aanslagen inkomstenbelasting opgelegd voor de jaren 2003 en 2005. […] Vanwege het feit dat uit diverse perspublicaties bleek dat [belanghebbende] in 2008 geen vaste woon- en/of verblijfplaats had, zijn door mij van de aanbiedingsbrief en de onderliggende aanslagen drie sets gemaakt. Een set was bestemd om te laten betekenen op het in 2008 bekende GBA-adres van [belanghebbende], namelijk [het Adres] de tweede set was bestemd voor de advocaat van belanghebbende […] en de derde set was om te laten betekenen bij het Arrondissementsparket Amsterdam.

2.6.

In een op 24 september 2012 opgemaakte ‘Ambtsedige verklaring’ van[naam] staat onder andere:

“1. Rapporteur

Naam:

[…][naam]

[…]

Functie:

Behandelfunctionaris

Werkzaam bij:

B/CA Rechtshandhaving

2 Verzoeker

Naam:

[de inspecteur]

[…]

4 Betrokkene

5 Onderzoek

3 Het oordeel van de rechtbank.

4 Geschil in hoger beroep

5 Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing