Home

Gerechtshof Amsterdam, 12-03-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:1316, 14/00432 en 14/00433

Gerechtshof Amsterdam, 12-03-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:1316, 14/00432 en 14/00433

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
12 maart 2015
Datum publicatie
15 april 2015
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2015:1316
Zaaknummer
14/00432 en 14/00433

Inhoudsindicatie

(De gemachtigde van) belanghebbende heeft niet om uitstel van betaling voor de voorlopige aanslag verzocht, zodat de ontvanger toen betaling uitbleef terecht is overgegaan tot dwanginvordering en terecht kosten van de aanmaning en het dwangbevel in rekening heeft gebracht. De vermindering van de kosten van de aanmaning en het dwangbevel tot nihil, waarmee de facto volledig aan de bezwaren tegen de in rekening gebrachte kosten tegemoet is gekomen, kan derhalve niet worden gezien als het herroepen van besluiten wegens aan de ontvanger te wijten onrechtmatigheid.

Uitspraak

Kenmerken 14/00432 en 14/00433

12 maart 2015

uitspraak van de zevende enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroepen van

[X], wonende te [Z], belanghebbende,

tegen de uitspraak in de zaak met kenmerken AWB 13/4575 en 13/4855 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de ontvanger van de Belastingdienst,

de ontvanger.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De ontvanger heeft belanghebbende met dagtekening 6 augustus 2013 een aanmaning tot betaling gezonden met betrekking tot de voorlopige aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar 2012 met het aanslagnummer [aanslagnummer] (hierna: de voorlopige aanslag). Ter zake is belanghebbende € 15 in rekening gebracht.

1.2.

Van de zijde van belanghebbende is bij brief ingekomen op 20 augustus 2013 bezwaar gemaakt tegen de in rekening gebrachte aanmaningskosten. Daarbij is verzocht om een kostenvergoeding.

1.3.

De ontvanger heeft met dagtekening 21 augustus 2013 een dwangbevel betekend. Ter zake is belanghebbende € 86 aan kosten in rekening gebracht.

1.4.

Van de zijde van belanghebbende is bij brief ingekomen op 29 augustus 2013 bezwaar gemaakt tegen de in rekening gebrachte kosten van betekening van het dwangbevel. Daarbij is verzocht om een kostenvergoeding.

1.5.

De ontvanger heeft bij uitspraken gedagtekend 17 oktober 2013 op de bezwaren beslist en de verzoeken om toekenning van een kostenvergoeding afgewezen.

1.6.

Bij uitspraak van 14 mei 2014 heeft de rechtbank de door belanghebbende ingestelde beroepen ongegrond verklaard.

1.7.

De tegen deze uitspraak door belanghebbende bij brief gedagtekend 25 juni 2014 ingestelde hoger beroepen zijn bij het Hof ingekomen op 27 juni 2014 en aangevuld bij brief van 24 juli 2014. De ontvanger heeft een verweerschrift ingediend.

1.8.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 maart 2015. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

Het hof vindt aanleiding de feiten zelfstandig vast te stellen.

2.1.

Met dagtekening 16 maart 2013 heeft eiser aangifte gedaan voor de heffing van de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2012

2.2.

De inspecteur heeft naar aanleiding van de aangifte de voorlopige aanslag opgelegd met dagtekening 25 mei 2013. De vervaldatum voor betaling van de voorlopige aanslag was 6 juli 2013.

2.3.

Omdat betaling van de voorlopige aanslag uitbleef, heeft de ontvanger achtereenvolgens een betalingsherinnering gestuurd, een aanmaning verzonden en een dwangbevel betekend.

2.4.

De ontvanger heeft bij brief van 30 augustus 2013 uitstel van betaling verleend en daarbij de invorderingskosten verminderd tot nihil.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Bij het Hof is evenals bij de rechtbank in geschil of de ontvanger terecht heeft aangemaand en een dwangbevel heeft betekent en in verband daarmee terecht invorderingskosten in rekening heeft gebracht. Nu de invorderingskosten reeds voor het instellen van beroep waren verminderd tot nihil spitst het geschil zich toe op de vraag of belanghebbende terecht aanspraak maakt op veroordeling van de ontvanger in de (proces)kosten.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing