Home

Gerechtshof Amsterdam, 17-09-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:4365, 14/00999

Gerechtshof Amsterdam, 17-09-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:4365, 14/00999

Gegevens

Inhoudsindicatie

Belanghebbende heeft het hogerberoepschrift na het verstrijken van de hogerberoepstermijn per post bezorgd. Het hoger beroep is daarmee niet tijdig ingediend.

Uitspraak

kenmerk 14/00999

17 september 2015

uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] , belanghebbende,

tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk HAA14/1230 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende heeft bij brief van 21 april 2010 een overzicht ingediend van de verschuldigde omzetbelasting over de jaren 2001 tot en met 2003. Deze brief is door de inspecteur aangemerkt als bezwaar tegen de in deze jaren voldane en nageheven omzetbelasting.

1.2.

De inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar, gedagtekend 11 februari 2014, het bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard en medegedeeld dat hij het geschrift niet als verzoek om ambtshalve teruggaaf in behandeling neemt.

1.3.

Bij uitspraak van 30 oktober 2014 heeft de rechtbank als volgt beslist, waarbij belanghebbende als ‘eiseres’ wordt aangeduid en de inspecteur als ‘verweerder’:

“- verklaart het beroep voor zover dat betrekking heeft op de niet- ontvankelijkverklaring van het bezwaar ongegrond;

- verklaart het beroep voor zover dat betrekking heeft op de beslissing om het verzoek van eiser niet ambtshalve in behandeling te nemen niet-ontvankelijk.”

1.4.

Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 16 december 2014 en aangevuld bij brief van 14 januari 2015. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 september 2015. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

In de ontwikkeling van het geschil in hoger beroep vindt het Hof aanleiding de feiten als volgt vast te stellen.

2.2.

De uitspraak van de rechtbank is op 30 oktober 2014 verzonden.

2.3.

Het hogerberoepschrift is gedagtekend 10 december 2014 en is door het Hof ontvangen op 16 december 2014.

2.4.

De envelop waarin het hogerberoepschrift is verzonden, is door het postvervoerbedrijf voorzien van een (goed leesbaar) stempel met dagtekening 12 december 2014.

2.5.

Ter zitting van het Hof heeft belanghebbende verklaard dat hij het hogerberoepschrift op 12 december 2014 ter post heeft bezorgd.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

In geschil is de ontvankelijkheid van het hoger beroep.

Wanneer het hoger beroep ontvankelijk is, is in geschil of belanghebbende in aanmerking komt voor de gevraagde teruggaaf van omzetbelasting over de jaren 2001 tot en met 2003.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing