Home

Gerechtshof Amsterdam, 27-10-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:4452, 14/00181

Gerechtshof Amsterdam, 27-10-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:4452, 14/00181

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
27 oktober 2015
Datum publicatie
4 november 2015
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2015:4452
Formele relaties
Zaaknummer
14/00181

Inhoudsindicatie

Indeling van zogenaamde gitaarversterkers, die bestaan uit één behuizing, waarin in alle gevallen een elektrische audiofrequentversterker en een luidspreker zijn ingebouwd en in sommige gevallen een toestel voor het opnemen en weergeven van geluid, onder GN-onderverdeling 8518 40 80 (elektrische audiofrequentversterkers). Indeling volgt met aantekening 3 op afdeling XVI naar de hoofdfunctie die de toestellen kenmerkt. De functies van de versterkers zijn alle dienstbaar aan de versterkingsfunctie van de toestellen, zodat de hoofdfunctie is het versterken van het ingevoerde elektrische signaal.

Uitspraak

Kenmerk 14/00181

27 oktober 2015

uitspraak van de meervoudige douanekamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] belanghebbende,

tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AWB 13/3517 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft met dagtekening 28 december 2012 aan belanghebbende een uitnodiging tot betaling (hierna: UTB) uitgereikt voor een bedrag van € 43.419,98 aan douanerechten en € 513,52 aan omzetbelasting.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 27 juni 2013, het bezwaar afgewezen en de UTB gehandhaafd.

1.3.

Bij uitspraak van 17 februari 2014 heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof per faxbericht ingekomen op 26 maart 2014 en aangevuld bij brief van 13 mei 2014. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 september 2015. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft in haar uitspraak de volgende feiten vastgesteld. Belanghebbende wordt daarin aangeduid als ‘eiseres’ en de inspecteur als ‘verweerder’:

[A] B.V. heeft in 2011 in naam van eiseres aangiften gedaan voor goederen die in de aangiften zijn omschreven als ‘elektrische geluidsversterkers’. Deze goederen [Hof: types [type 1] -Series, [type 2] -series, [type 3] -series en [type 4] -series] beschikken over één aansluiting en kunnen dus slechts één signaal tegelijk versterken. Zij beschikken in ieder geval over de volgende objectieve kenmerken en eigenschappen:

- audiofrequentversterker en een luidspreker in één enkele behuizing;

- een interface voor een muziekinstrument, zoals een elektrische gitaar;

- een interface voor een voetbediende besturing voor geluidseffecten;

- bedieningsknoppen om het volume, de versterking, het geluid en de geluidseffecten te regelen.

De goederen ontvangen elektrische signalen van een elektrische gitaar die met behulp van de audiofrequentversterker worden versterkt en met behulp van de luidspreker in hoorbaar geluid worden omgezet.

De goederen van de types [type 2] en [type 3] beschikken ook over een toestel voor het opnemen en weergeven van geluid, zoals een MP3- of een CD-speler. De goederen van het type [type 2] beschikken over een interface voor een hoofdtelefoon.”

2.2.

Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden zal ook het Hof daarvan uitgaan. In aanvulling op de door de rechtbank vastgestelde stukken stelt het Hof de volgende feiten vast.

2.2.1.

De door de rechtbank genoemde interface voor aansluiting van een muziekinstrument kan ook worden gebruikt voor de aansluiting van een microfoon.

2.2.2.

De goederen zijn op het moment van invoer niet uitgerust met een microfoon en worden na de invoer verkocht zonder microfoon.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

In hoger beroep is in geschil of de bestreden UTB terecht aan belanghebbende is uitgereikt. Meer in het bijzonder houdt partijen verdeeld onder welke tariefpost de onderhavige versterkers moeten worden ingedeeld, waarbij de inspecteur indeling onder GN-onderverdeling 8518 40 80 (elektrische audiofrequentversterkers) voorstaat en belanghebbende indeling onder GN-onderverdeling 8518 50 00 (elektrische geluidsversterkers).

3.2.

Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar de gedingstukken. Voor hetgeen. partijen ter zitting hebben aangevoerd wordt verwezen naar het proces-verbaal van de zitting.

4 Relevante wettelijke bepalingen

5 Overwegingen van de rechtbank

6 Beoordeling van het geschil

7 Kosten

8 Beslissing