Home

Gerechtshof Amsterdam, 06-12-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:5576, 15/00872, 15/00873, 15/00874

Gerechtshof Amsterdam, 06-12-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:5576, 15/00872, 15/00873, 15/00874

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
6 december 2016
Datum publicatie
18 januari 2017
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2016:5576
Formele relaties
Zaaknummer
15/00872, 15/00873, 15/00874

Inhoudsindicatie

Douanerecht; antidumpingrechten op ingevoerd silicium; is het uit China afkomstige silicium in Taiwan bewerkt als bedoeld in artikel 24 CDW, zodat de oorsprong Taiwan is geworden? Wie heeft hiervoor de bewijslast? Het Hof vindt in de dossierstukken voorts voldoende steun voor de stelling van de inspecteur dat een deel van het silicium uit China via Taiwan ongewijzigd is doorgevoerd naar Europa.

Uitspraak

Kenmerken 15/00872 tot en met 15/00874

6 december 2016

uitspraak van de meervoudige douanekamer

op het hoger beroep van

[X] GmbH te [Z] ([landaanduiding]), belanghebbende,

gemachtigde: mr. C. van Oosten,

tegen de uitspraak van 13 november 2015 in de zaak met kenmerken HAA 14/3478 tot en met HAA 14/3480 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende met dagtekening 18 januari 2012 een uitnodiging tot betaling van antidumpingrechten uitgereikt met nummer [aanslagnummer] ten bedrage van € 53.767,70 (hierna: UTB 0091).

1.1.2.

De inspecteur heeft aan belanghebbende met dagtekening 9 februari 2012 een uitnodiging tot betaling van antidumpingrechten uitgereikt met nummer [aanslagnummer] ten bedrage van € 98.352,80 (hierna: UTB 0100).

1.1.3.

De inspecteur heeft aan belanghebbende met dagtekening 27 april 2012 een uitnodiging tot betaling van antidumpingrechten uitgereikt met nummer [aanslagnummer] ten bedrage van € 919.653,92 (hierna: UTB 0117).

1.2.

De inspecteur heeft bij uitspraak van 28 juli 2014 de onder 1.1.1 en 1.1.2 vermelde UTB’s gehandhaafd en de onder 1.1.3 vermelde UTB verminderd tot een bedrag van € 170.568,68. Daarbij is een kostenvergoeding toegekend van € 1.215.

1.3.

De rechtbank heeft bij uitspraak van 13 november 2015 het beroep van belanghebbende inzake de hiervoor vermelde UTB’s ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 21 december 2015 en gemotiveerd bij brief van 19 januari 2016. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Belanghebbende heeft bij brief van 11 november 2016 nadere stukken ingediend. Deze zijn in kopie aan de inspecteur verzonden.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 november 2016. Het onderzoek in

deze zaak heeft op verzoek van belanghebbende gelijktijdig plaatsgevonden met het onderzoek inzake het hoger beroep van [Y] Limited (15/00871). Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft in haar uitspraak – waarin belanghebbende en de inspecteur telkens zijn aangeduid als ‘eiseres’ respectievelijk ‘verweerder’– de volgende feiten vastgesteld.

“1. Eiseres heeft in de periode 19 januari 2009 tot en met 16 maart 2011 in totaal 29 aangiften gedaan voor de invoer van silicium met aangegeven oorsprong Taiwan. Voor Taiwan geldt geen preferentiële tariefmaatregel. Het douanerecht bij invoer in Nederland is betaald ten tijde van de invoer.

2. De Raad van de Europese Unie heeft bij Verordening (EG) nr. 398/2004 van 2 maart 2004 een definitief antidumpingrecht ingesteld van 49% van de netto prijs, franco grens Gemeenschap, op silicium met de goederencode 2804 69 00 uit China, met ingang van 5 maart 2004. De Raad van de Europese Unie heeft bij Verordening (EG) nr. 467/2010 van 25 mei 2010 een definitief antidumpingrecht ingesteld van 19% van de netto prijs, franco grens Gemeenschap, op silicium met de goederencode 2804 69 00 uit China, met ingang van 30 mei 2010.

3. Op verzoek van OLAF, het antifraudebureau van de Commissie, hebben de Taiwanese autoriteiten, Department of Investigation (hierna: DOI) en het Taiwanese Bureau of Foreign Trade (hierna: BOFT), een onderzoek ingesteld naar de oorsprong van het silicium. OLAF heeft uit dit onderzoek geconcludeerd dat het silicium in Taiwan is geïmporteerd uit de Volksrepubliek China en vervolgens geëxporteerd naar de Europese Unie met een onvoldoende bewerking waardoor, gelet op de artikelen 23 en 24 van het Communautair douanewetboek (hierna: het CDW), niet de niet-preferentiële oorsprong Taiwan is verkregen. In mei 2011 heeft een afvaardiging van OLAF in het kader van het onderzoek Taiwan bezocht. Van dit onderzoek is een rapport gemaakt met datum 27 juli 2011 onder nummer OF/2010/0827. In het rapport staat, voor zover van belang, het volgende:

2.F. [Q] Ltd

113 consignments were included in the OLAF verification request. However, as already mentioned the company no longer exists since 08.02.2011 and the BOFT did not conduct any further investigation.”

4. Met betrekking tot de nu nog in geding zijnde zendingen van de exporteur [Q]. Ltd. (hierna: [Q]) staan de bevindingen van onderzoek door de DOI in Taiwan in het “Addendum to mission report” [THOR (2011) 18655]. In dit addendum wordt, voor zover van belang, het volgende vermeld:

3.D. [Q] Ltd

Result communicated by letter of 29.07.2011.

The company was visited on 19.07.2011. The DOI also confirmed that the company is dissolved and undergoing liquidation procedure.

Nevertheless Mr. [L], company head of [Q] Ltd during the inquiry by the DOI, stated that they imported silicon from the PR China and stored it in their warehouse. According to the order given, they re-exported the shipments to their European clients sometimes without any processing, sometimes after crushing it into smaller sizes and/or purification to meet European clients’ demands.

(…)

4 Conclusions and recommendations

(…)

• despite the fact that the BOFT did not investigate the company [Q]. Ltd, the findings of the DOI are very clear: the company imported silicon from the PR China and exported it to the EU without any processing or after crushing (which does not confer Taiwanese origin). Therefore, the consignments exported by this company are also to be considered as originating in the PR China.

(…)”

5. Tot de gedingstukken behoort een kopie van de in het onder 4 weergegeven citaat bedoelde brief van de DOI van 29 juli 2011. In deze brief wordt, voor zover van belang, het volgende vermeld:

“(…)

As regards your request for the investigation to the companies suspected to have breached the EU Anti-dumping Duty Regulation, we visited [Q]., LTD on July 19, 2011 in Kaohsiung, Taiwan. This company is dissolved and undergoing liquidation procedure.

The following is the brief statement made by Mr. [L], who is the company head of [Q]., LTD during our inquiry. First, they stocked the silicon metal imported from China in the warehouse they rented, and then according to the order given, they exported the shipments to their European clients. Some imported goods were re-exported from Taiwan directly without any processing. while some of them should be crashed into smaller sizes and screened the dirt inpurities to meet European clients’ demand.

(…)”

6. Voorts behoort tot de gedingstukken een brief van [naam werknemer belanghebbende] van 28 februari 2012, namens eiseres. In deze brief wordt, voor zover van belang, het volgende vermeld:

“We found [XXX] and [Q] via Internet and discussed with them possible supply of

si metal. Both companies pointed out that they have the required factories in Taiwan, so

they can offer material with Taiwan certificate of origin. During the first business with them

we had a qualtity problem because of wrong sampling method used. I asked Mg International (before Huawe), who are sourcing most of our magnesium business in China, wether they can find/offer us si metal from a reliable source in Taiwan. They offered first material in 2009.

(…)

[Q]

In May 2009 i visited the factory of [Q] near Keoshiung, we sorted out the still pending quality issue from 2008 and changed the method of sampling. Mr [L] showed me the machinery and the process of purification of low quality si metal. The raw material i have seen there did not meet our requirements, so Mr [L] told me “not to be worried all my material is gona be purified before getting shipped”. I had the impression of doing business with an honest and reliable business man. I met him a second time in fall 2009. l’m surprized to read that some of his material was delivered without purification, but maybe some customer could accept that low quality. (…)”

7. Tot de gedingstukken behoort een brief van de Economic Division Taipei Representative Office van 24 mei 2012. In deze brief wordt onder punt 2 het volgende vermeld:

“Excluding the situations where OLAF did not provide numbers of C/Os, invalid C/O numbers, C/Os applied by the disbanded company — [Q] and the [XXX] can not be found in the BOFT database, thus there are, in total, 397 of 501 C/Os which can be verified by the BOFT.”

8. In september 2012 heeft OLAF een aanvullend onderzoek gedaan naar de bewerkingen van het silicium in Taiwan, omdat met betrekking tot de vanuit Taiwan verzonden zendingen silicium de DOI achteraf verklaard heeft dat de daarbij behorende certificaten van oorsprong terecht zijn afgegeven en voldaan werd aan de oorsprongseisen van Taiwan. Van dit onderzoek is een rapport gemaakt met datum 6 december 2012 onder nummer OF/2010/0827/B1 (hierna: final report).

9. De DOI heeft gerapporteerd dat de leverancier [Q] reeds in 2011 zijn activiteiten heeft gestaakt en is geliquideerd, waardoor de administratie van [Q] en de handelsbescheiden niet meer te achterhalen zijn. Wel heeft de DOI vanuit haar database overzichten verstrekt van de invoer uit China en uitvoer naar de Europese Unie, waarbij [Q] als importeur c.q. als exporteur is opgetreden.

10. Ter zitting heeft [naam] een verklaring overgelegd van [Mr.] [L] van 2 december 2009. Deze verklaring luidt als volgt:

“We hereby inform you that all the silicon metal deliver to you are from Taiwan production.”

2.2.

Nu de door de rechtbank vastgestelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden, zal ook het Hof daarvan uitgaan. In aanvulling op de door de rechtbank vastgestelde feiten stelt het Hof de volgende feiten vast.

2.3.

De handel in ruw silicium vindt plaats in vier kwaliteitsstandaarden, welke de chemische zuiverheid uitdrukken. Het betreft, in oplopende zuiverheid, de volgende categorieën (Si = silicium, Al = aluminium, Fe = ijzer en Ca = calcium):

553 = Si 98,5 Al 0,5 Fe 0,5 Ca 0,3

441 = Si 99,0 Al 0,4 Fe 0,4 Ca 0,1

3303 = Si 99,0 Al 0,3 Fe 0,3 Ca 0,03

2202 = Si 99,5 Al 0,2 Fe 0,2 Ca 0,02

2.4.

In zijn uitspraak op bezwaar heeft de inspecteur zijn navordering beperkt tot vijf van de 29 aangiften die oorspronkelijk in de UTB’s waren begrepen. Het betreft de volgende aangiften.

Aangiftenummer

Datum

Correctie ADH

UTB 0091

1.

[aangiftenummer]

19-1-2009

€ 53.767,70

UTB 0100

2.

[aangiftenummer]

10-2-2009

€ 98.352,80

UTB 0117

3.

[aangiftenummer]

15-12-2009

€ 71.882,02

4.

[aangiftenummer]

23-8-2010

€ 98.686,76

5.

[aangiftenummer]

1-10-2010

€ 48.991,12

De onder 4 en 5 vermelde aangiften hebben betrekking op silicium dat afkomstig is van verschillende exporteurs (samengestelde partij). In geschil is enkel nog het correctiebedrag voor zover dat betrekking heeft op de exporteur [Q]. Ltd (hierna: [Q]). Bij de onder 4 vermelde aangifte is een factuur van [Q] gevoegd voor een bedrag van $ 307.006,95. Bij de onder 5 vermelde aangifte is een factuur van [Q] gevoegd voor een bedrag van $ 120.895,29.

3 Geschil in hoger beroep

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing