Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 18-06-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:4782, 11/00547, 11/00631, 11/00632, 11/00633, 11/00634 en 11/00635

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 18-06-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:4782, 11/00547, 11/00631, 11/00632, 11/00633, 11/00634 en 11/00635

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
18 juni 2013
Datum publicatie
10 juli 2013
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2013:4782
Zaaknummer
11/00547, 11/00631, 11/00632, 11/00633, 11/00634 en 11/00635

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting.

Aftrekbare ziektekosten. Bewijs. Heffingsrente. Schending zorgvuldigheidsbeginsel? Gebruik gegevens ouder jaar.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummers 11/00547, 11/00631, 11/00632, 11/00633, 11/00634 en 11/00635

uitspraakdatum: 18 juni 2013

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst/[te P] (hierna: de Inspecteur)

en op de hoger beroepen van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 19 juli 2011, nummers AWB 09/2294, 09/3984, 10/2095, 10/3351 en 10/3353, in het geding tussen belanghebbende en de Inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Aan belanghebbende zijn door de Inspecteur voor de hierna volgende jaren de volgende (voorlopige) aanslagen opgelegd en beschikkingen vastgesteld:

2005

2006

2007

2008

2009

aanslag berekend naar een belastbaar

inkomen uit werk en woning van

€ 3.655

€ 2.847

€ 3.619

€ 4.175

€ 4.303

heffingsrente

€ 108

€ 99

€ 225

€ 133

€ 29

verzuimboete

€ 22

€ 340

€ 113

1.2

Op de daartegen gerichte bezwaarschriften van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraken op bezwaar de (voorlopige) aanslagen en de daarin begrepen beschikkingen voor de jaren 2005, 2006, 2008 en 2009 gehandhaafd. De aanslag voor het jaar 2007 is verminderd, uitgaande van een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 3.619 doch rekening houdend met een hoger bedrag aan algemene heffingskorting. De beschikking heffingsrente is daarbij verminderd tot een te betalen bedrag van € 129 en de boetebeschikking is gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Arnhem (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft bij uitspraak van 19 juli 2011:

-

de beroepen over de jaren 2005 en 2007 (aanslag, heffingsrente en boete) ongegrond verklaard;

-

het beroep inzake de aanslag en de heffingsrente over het jaar 2006 ongegrond verklaard;

-

het beroep inzake de boete over het jaar 2006 gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar inzake de boete over het jaar 2006 vernietigd en de boete over het jaar 2006 verminderd tot € 113;

-

het beroep inzake de aanslag en de heffingsrente over het jaar 2008 gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar inzake de aanslag over het jaar 2008 vernietigd, de aanslag over het jaar 2008 vermindert tot € 1.285 en bepaald dat de beschikking heffingsrente dienovereenkomstig wordt verminderd;

-

het beroep inzake de aanslag over het jaar 2009 ongegrond verklaard, en

-

het beroep inzake de heffingsrente over het jaar 2009 gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar inzake de heffingsrente over het jaar 2009 vernietigd en de heffingsrente over het jaar 2009 verminderd tot nihil.

1.4

De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank voor zover deze betrekking heeft op de gegrondverklaring van het beroep tegen de beschikking heffingsrente voor het jaar 2009 hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft geen verweerschrift ingediend.

1.5

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank voor zover deze betrekking heeft op de ongegrondverklaring van het beroep tegen de (voorlopige) aanslagen en de daarbij afgegeven beschikkingen hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.6

Tot de stukken van het geding behoort, naast de hiervoor vermelde stukken, de van de Rechtbank ontvangen dossiers die op deze zaken betrekking hebben alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.7

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 maart 2013 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede[A] namens de Inspecteur, bijgestaan door[B].

1.8

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende heeft voor het jaar 2004 een verzoek gedaan tot voorlopige teruggaaf van de algemene heffingskorting. Zij heeft een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 350 aangegeven op basis waarvan de Inspecteur een voorlopige teruggaaf heeft verleend.

2.2

De Inspecteur heeft – zonder expliciet verzoek daartoe – ook voor de jaren 2005 tot en met 2009 voorlopige teruggaven aan belanghebbende verleend. De voorlopige teruggaven voor die jaren zijn berekend op basis van het in het jaar 2004 aangegeven belastbaar inkomen uit werk en woning van € 350.

2.3

De voorlopige teruggaaf voor de hierna volgende jaren bedroeg:

voorlopige teruggaaf

2005

€ 1.774

2006

€ 1.872

2007

€ 1.926

2008

€ 1.957

2009

€ 1.890

2.4

Uit bij de Inspecteur bekende gegevens volgt dat belanghebbende in de jaren 2005 tot en met 2009 een WAO-uitkering heeft ontvangen van respectievelijk € 3.655, € 2.847, € 3.619, € 4.175 en € 4.303. In verband hiermee heeft de Inspecteur (voorlopige) aanslagen aan belanghebbende opgelegd. De (voorlopige) aanslagen zijn berekend naar belastbare inkomens uit werk en woning tot voornoemde bedragen. Tevens heeft de Inspecteur bij beschikkingen heffingsrente in rekening gebracht en verzuimboeten opgelegd wegens het niet (tijdig) doen van aangifte.

2.5

Bij het opleggen van de voorlopige aanslag voor het jaar 2009 heeft de Inspecteur echter geen acht geslagen op de bij hem bekende gegevens uit het belastingjaar 2005 doch is uitgegaan van de in 2004 verstrekte gegevens van belanghebbende welke gegevens sedertdien door belanghebbende niet zijn gecorrigeerd.

2.6

In hoger beroep belopen de (voorlopige) aanslagen en beschikkingen – na vermindering door de Inspecteur in bezwaar en na vermindering door de Rechtbank in beroep – als volgt:

2005

2006

2007

2008

2009

belastbaar inkomen uit werk en woning

€ 3.655

€ 2.847

€ 3.619

€ 4.175

€ 4.303

heffingskorting

€ 638

€ 1.019

€ 826

€ 672

€ 566

ontvangen heffingskorting via VT

€ 1.774

€ 1.872

€ 1.926

€ 1.957

€ 1.890

teveel ontvangen

€ 1.136

€ 853

€ 1.100

€ 1.285

€ 1.324

voorlopige aanslag

€ 1.136

€ 853

€ 1.100

€ 1.285

€ 1.324

heffingsrente

€ 108

€ 99

€ 129

€ p.m.

€ 0

verzuimboete

€ 22

€ 113

€ 113

€ 0

€ 0

totaal te betalen/ te ontvangen IB/PV

€ 1.266

€ 1.065

€ 1.342

€ p.m

€ 1.324

oorspronkelijk

€ 1.266

€ 1.292

€ 2.264

€ 2.090

€ 1.353

vermindering na bezwaar en beroep

€ 0

€ 227

€ 922

€ p.m.

€ 29

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is of de (voorlopige) aanslagen en de daarmee samenhangende heffingsrente- en boetebeschikkingen terecht en tot de juiste bedragen zijn opgelegd.

3.2

Beide partijen hebben voor hun standpunten aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het proces-verbaal van de zitting.

3.3

De Inspecteur concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank voor zover deze ziet op de beslissing ter zake van de beschikking heffingsrente voor het jaar 2009, tot ongegrondverklaring van het beroep ingesteld tegen de uitspraak van de Inspecteur ter zake van die beschikking heffingsrente en tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank voor het overige.

3.4

Belanghebbende heeft ter zitting van het Hof uitdrukkelijk verklaard geen beroep aan te tekenen tegen de hoogte van de aanslagen voor de jaren 2005, 2006 en 2007. Belanghebbende concludeert daarnaast in hoger beroep tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank voor zover deze ziet op de beslissing ter zake van de ongegrondverklaring van het beroep met betrekking tot de aanslagen 2008 en 2009 alsmede met betrekking tot de beschikkingen heffingsrente voor de jaren 2005, 2006, 2007 en 2008 en de boetebeschikkingen voor de jaren 2005, 2006 en 2007, tot gegrondverklaring van het beroep ingesteld tegen de uitspraken van de Inspecteur ter zake van de (voorlopige) aanslagen voor de jaren 2008 en 2009, de beschikkingen voor de jaren 2005 tot en met 2008, tot vernietiging van de uitspraken van de Inspecteur voor wat betreft de (voorlopige) aanslagen 2008 en 2009 alsmede ter zake van de beschikkingen heffingsrente voor de jaren 2005, 2006, 2007 en 2008 en de boetebeschikking voor de jaren 2005, 2006 en 2007 alsmede tot vernietiging van de (voorlopige) aanslagen voor de jaren 2008 en 2009 en vernietiging van de beschikkingen voor de jaren 2005 tot en met 2008.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing