Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-05-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:4032, 13/00936

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-05-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:4032, 13/00936

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
20 mei 2014
Datum publicatie
23 mei 2014
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2014:4029
Zaaknummer
13/00936

Inhoudsindicatie

In geschil is het antwoord op de vraag of de Inspecteur de premieaftrek lijfrente terecht heeft gecorrigeerd.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Leeuwarden

nummer 13/00936

uitspraakdatum: 20 mei 2014

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 23 juli 2013, nummer AWB LEE 12/2943, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Groningen (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Aan belanghebbende is voor het jaar 2008 een aanslag in de inkomstenbelasting/ premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 8.024. Aan heffingsrente is daarbij een bedrag van € 135 in rekening gebracht.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar de aanslag gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 23 juli 2013 ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 februari 2014 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord [A] als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede mr. [B] namens de Inspecteur. Het hoger beroep is met toestemming van partijen gezamenlijk behandeld met de zaak van belanghebbendes echtgenoot, met nummer 13/000937.

1.7

De gemachtigde van belanghebbende heeft een pleitnota voorgedragen overgelegd.

1.8

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende is geboren in 1946, en is gehuwd met [A].

2.2

Belanghebbende stond in 2008 op de loonlijst van [C] B.V. (hierna: de BV) te [Z]. De echtgenoot van belanghebbende is de enige aandeelhouder van de BV.

2.3

Belanghebbende heeft in haar aangifte in de IB/PVV voor het jaar 2008 een bedrag van € 4.274 verantwoord als belastbaar inkomen uit werk en woning. De Inspecteur heeft het aangegeven belastbare inkomen verhoogd tot een bedrag van € 8.024. Hierbij heeft de Inspecteur, voor zover in geschil, de door belanghebbende tot een bedrag van € 3.000 als uitgaven voor inkomensvoorzieningen aangegeven premie voor lijfrente niet in aanmerking genomen.

2.4

Bij de bestreden uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar afgewezen.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is het antwoord op de vraag of de Inspecteur de premieaftrek lijfrente terecht heeft gecorrigeerd.

3.2

Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, en tot vermindering van de bestreden aanslag tot een opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 5.024.

3.3

De Inspecteur beantwoordt de hiervoor – onder 3.1. – vermelde vraag bevestigend en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

3.4

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing