Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25-11-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:9139, 14/00088

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25-11-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:9139, 14/00088

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
25 november 2014
Datum publicatie
5 december 2014
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2014:9139
Zaaknummer
14/00088

Inhoudsindicatie

Wet WOZ. Waardering vrijstaande woning. Waardevaststelling in goede justitie.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 14/00088

uitspraakdatum: 25 november 2014

Uitspraak van de derde enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de heffingsambtenaar van de gemeente Bussum (hierna: de heffingsambtenaar)

en het incidentele hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 24 december 2013, nummer UTR 13/4299, in het geding tussen belanghebbende en de heffingsambtenaar

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 78A te [Z] (hierna: de onroerende zaak) ingevolge de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) voor het kalenderjaar 2013, naar de waardepeildatum 1 januari 2012, vastgesteld op € 3.083.000. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag onroerendezaakbelasting 2013 (hierna: de aanslag OZB) voor zover het betreft het eigenaarsgedeelte vastgesteld op € 1.526,08.

1.2.

De heffingsambtenaar heeft bij uitspraak op bezwaar van 16 juli 2013 de waarde van de onroerende zaak gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen de uitspraak van de heffingsambtenaar in beroep gekomen bij de rechtbank Midden-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak 24 december 2013 gegrond verklaard, de waarde verminderd tot € 2.500.000 en de aanslag OZB dienovereenkomstig verminderd.

1.4.

De heffingsambtenaar heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft bij zijn verweerschrift incidenteel hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft het incidentele hoger beroep van belanghebbende beantwoord.

1.5.

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 oktober 2014 te Arnhem. Belanghebbende is verschenen. Namens de heffingsambtenaar is verschenen [A].

1.7.

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van de onroerende zaak. Het betreft een vrijstaande woning met drie dakkapellen, kelder/souterrain, twee bergingen/schuren, een niet-overdekt zwembad en een overkapping/luifel. Het bouwjaar van de woning is 1906. De inhoud van de woning bedraagt exclusief dakkappellen en kelder/souterrain 1.087 m³. De oppervlakte van het perceel bedraagt 5.040 m² en grenst aan een natuurterrein.

2.2.

De onroerende zaak is in de zomer van 2010 door belanghebbende gekocht voor € 3.150.000.

2.3

De onroerende zaak is na aankoop door belanghebbende, vóór de waardepeildatum, verbouwd voor circa € 100.000. Een groot deel van dat bedrag ziet op de verbouwing van twee badkamers.

3 Geschil

3.1.

In geschil is de waarde van de onroerende zaak op de waardepeildatum.

3.2

De heffingsambtenaar verdedigt de vastgestelde waarde van € 3.083.000.

3.3.

Belanghebbende staat een waarde voor van € 1.995.000.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing