Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-12-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:9857, 14/00201, 14/00202 en 14/00203

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-12-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:9857, 14/00201, 14/00202 en 14/00203

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
16 december 2014
Datum publicatie
9 januari 2015
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2014:9857
Formele relaties
Zaaknummer
14/00201, 14/00202 en 14/00203

Inhoudsindicatie

Wet WOZ. Vrijstelling Natuurschoonwet. Beschikking Rangschikking niet ten name van belastingplichtige.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummers 14/00201, 14/00202 en 14/00203

uitspraakdatum: 16 december 2014

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 30 januari 2014, nummers AWB 13/3849, 13/3851 en 13/3852, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Nijmegen (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak “[a-straat]” te [L] (hierna: de onroerende zaak), per waardepeildatum 1 januari 2009 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2010 vastgesteld op € 1.000.000. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag onroerende-zaakbelasting 2010 (OZB) voor zover het betreft het eigenaarsgedeelte vastgesteld op € 4.121.

1.2

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet WOZ de waarde van de onroerende zaak, per waardepeildatum 1 januari 2010 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2011 vastgesteld op € 1.000.000. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag OZB 2011 voor zover het betreft het eigenaarsgedeelte vastgesteld op € 4.073.

1.3

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet WOZ de waarde van de onroerende zaak, per waardepeildatum 1 januari 2011 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2012 vastgesteld op € 1.000.000. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag OZB 2012 voor zover het betreft het eigenaarsgedeelte vastgesteld op € 4.059.

1.4

Op het bezwaarschrift van belanghebbende tegen de in 1.1, 1.2 en 1.3 genoemde beschikkingen heeft de heffingsambtenaar bij uitspraken op bezwaar de beschikkingen en de aanslagen gehandhaafd.

1.5

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 30 januari 2014 ongegrond verklaard.

1.6

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.7

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft.

1.8

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 november 2014 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende en mr. [A], als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [B] namens de heffingsambtenaar, bijgestaan door ir. [C], WOZ-taxateur.

1.9

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende heeft op 30 december 2005 tezamen met andere personen het recht van opstal verkregen op de onroerende zaak. De onroerende zaak bestaat uit een onbebouwd perceel grond nabij de [b-straat] te [M] van ongeveer 4000 m2. De onroerende zaak maakt deel uit van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 (hierna: NSW) aangewezen landgoed (hierna: NSW-landgoed).

2.2

Het recht van opstal is gevestigd onder de ontbindende voorwaarde, dat niet uiterlijk op 31 december 2007 een onherroepelijke bouwvergunning voorhanden is voor de bouw van ten minste vier – al dan niet met elkaar verbonden – woningen op de onroerende zaak.

2.3

De bij het recht van opstal betrokken partijen hebben de einddatum van de ontbindende voorwaarde een aantal malen verlengd tot laatstelijk 31 december 2012.

2.4

Op 12 september 2012 heeft het college van burgemeesters en wethouders van de gemeente Nijmegen een omgevingsvergunning verleend voor het bouwplan.

2.5

Op 28 december 2012 is het recht van opstal onvoorwaardelijk geworden.

2.6

De heffingsambtenaar heeft belanghebbende als genothebbende van de onroerende zaak aangemerkt op grond waarvan eerdervermelde beschikkingen en aanslagen zijn opgelegd.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is of bij het begin van het kalenderjaar het genot van de onroerende zaak krachtens eigendom, bezit of beperkt recht als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Verordening onroerende-zaakbelastingen 2010, 2011 en 2012 van de gemeente Nijmegen (hierna tezamen: de Verordening) bij belanghebbende ontbrak. Voorts is in geschil of belanghebbende terecht verzoekt de waarde van de onroerende zaak buiten aanmerking te laten, omdat de onroerende zaak deel uitmaakt van een op de voet van de NSW aangewezen landgoed.

3.2

Belanghebbende beantwoordt deze vragen bevestigend en de heffingsambtenaar beantwoordt deze ontkennend.

3.3

Beide partijen hebben voor hun standpunten aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

3.4

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, vernietiging van de uitspraken op bezwaar en vermindering van de WOZ-waarden en de aanslagen OZB tot nihil.

3.5

De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing