Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-10-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:7895, 14/00511

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-10-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:7895, 14/00511

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
20 oktober 2015
Datum publicatie
23 oktober 2015
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2015:7895
Zaaknummer
14/00511

Inhoudsindicatie

In geschil is of de Inspecteur terecht de onderhavige informatiebeschikking heeft genomen. Meer in het bijzonder is in geschil of belanghebbende heeft voldaan aan de administratie- en bewaarplicht van artikel 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

Uitspraak

Afdeling belastingrecht

Locatie Leeuwarden

nummer 14/00511

uitspraakdatum: 20 oktober 2015

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

en het incidenteel hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Groningen (hierna: de Inspecteur)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 15 april 2014, nummer AWB LEE 12/1841, in het geding tussen belanghebbende en de Inspecteur

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De Inspecteur heeft ten aanzien van belanghebbende een informatiebeschikking met dagtekening 19 december 2011 op de voet van artikel 52a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) genomen met betrekking tot de navolgende belastingmiddelen en jaren respectievelijk tijdvakken:

-

Inkomstenbelasting/premieheffing volksverzekeringen 2005 tot en met 2009;

-

Premie Ziekenfondswet 2005;

-

Premie Zorgverzekeringswet 2006 tot en met 2009;

-

Omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2005 tot en met 31 december 2009;

-

Loonbelasting over het tijdvak 1 januari 2005 tot en met 31 december 2005;

-

Loonheffingen 2006 tot en met 2009.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar de beschikking gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 15 april 2014 gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd voor zover deze ziet op de loonheffing over het tijdvak 1 januari 2005 tot en met 31 december 2010, de informatiebeschikking voor zover deze ziet op de loonheffing over het tijdvak 1 januari 2005 tot en met 31 december 2010 vernietigd, bepaald dat de uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar, de Inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht van € 42 aan belanghebbende te vergoeden en de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten tot een bedrag van € 1.217,50, te betalen aan belanghebbende.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend. In datzelfde geschrift heeft de Inspecteur incidenteel hoger beroep ingesteld.

1.5

Belanghebbende heeft het incidenteel hoger beroep beantwoord.

1.6

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.7

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 april 2015 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende en mr. [A] , als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [B] namens de Inspecteur, bijgestaan door mr. [C] , [D] en [E] .

1.8

De gemachtigde van belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd.

1.9

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende is geboren [in] 1969. Zij drijft twee ondernemingen in [F] . Belanghebbende heeft tot 25 januari 2012 een coffeeshop onder de naam “ [G] ” (hierna: de coffeeshop) geëxploiteerd; daarnaast heeft zij een eetcafé onder de naam “ [H] ” (hierna: het eetcafé) geëxploiteerd.

2.2

Belanghebbende heeft in de coffeeshop naast softdrugs ook koffie, thee, snoep en rookwaren verkocht. Sinds eind 2007 was er uitsluitend sprake van een afhaalcoffeeshop.

2.3

Bij de coffeeshop was een vaste werkneemster in dienst, mevrouw [I] . Daarnaast waren er uitzendkrachten werkzaam via [J] Uitzendbureau.

2.4

De Inspecteur heeft bij belanghebbende ten aanzien van de coffeeshop een boekenonderzoek ingesteld. Hij heeft - onder meer - het volgende geconstateerd, waarbij belanghebbende als eiseres en de Inspecteur als verweerder is aangeduid:

“(…)

Omzetlijsten

Op dagen dat de coffeeshop was geopend, waren er twee diensten: een dienst overdag en een avonddienst. Per dienst was er één verkoper. Iedere verkoper noteerde bij het begin van zijn/haar dienst de beginvoorraad per soort softdrugs (in aantallen zakjes) op de omzetlijst. Als er nieuwe voorraad werd aangevoerd, vermelde hij/zij dit (in aantallen zakjes) als bijvulling op de lijst. Ook de voorraad aan het eind van de dienst legde hij/zij (in aantallen zakjes) vast op de lijst. In de laatste kolom gaf hij/zij de omzet (in euro’s) weer. De omzet werd berekend door de bijvulling bij de beginvoorraad op te tellen en daar de eindvoorraad van af te trekken en de uitkomst te vermenigvuldigen met de prijs van de betreffende soort softdrugs.

(…)

Inkoop- en Excel lijsten

Vervolgens totaliseerde eiseres (handmatig) per periode de bijvullingen van de omzetlijsten op inkooplijsten. Deze inkooplijsten bracht zij ten slotte in in een Excel bestand.

(…)

Digitale kaslijsten

Daarnaast hield eiseres in een Excel bestand kaslijsten bij. Hierop vermelde zij het begin- en eindsaldo, de horeca-inkomsten, de uitgaven en de overboekingen naar de giro. Ook vermelde zij per week of per maand op deze lijsten de inkoop van de softdrugs. De telling resulteerde in een bedrag dat eiseres aanduiden met de term “rest”. De eerste dag van de volgende periode (maand of week) begon met dit bedrag.

(…)

Bij de verwerking van de kaslijsten bracht de boekhouder correcties aan.

(…)

Door brand in het eetcafé zijn de digitale bestanden van 2005 tot en met 2008 met betrekking tot de coffeeshop verloren gegaan. Eiseres had van deze bestanden geen back-ups gemaakt. De papieren versie van deze jaren heeft zij, evenals de digitale overzichten van de jaren 2009 en 2010 aan mij ter beschikking gesteld.

(…)

Op 8 juni 2010 heeft eiseres tijdens het gesprek aan het begin van het onderzoek tegenover mij verklaard dat het kassaldo meestal € 3.000 á € 4000 bedroeg. Bij hoge uitzondering had zij wel eens € 10.000 in de kas.

In de administratie is de kas verdicht. De bedragen zijn niet tot afzonderlijke transacties te

herleiden.

In overleg met de (toenmalige) adviseur van eiseres heb ik voor de beoordeling van de

kasadministratie van ieder jaar in de controleperiode één maand geselecteerd en onderzocht.

Tijdens dit onderzoek het ik het volgende geconstateerd:

Januari 2005

- op 3 en 4 januari heeft eiseres geen omzet verantwoord;

- de bankstortingen op 11 en 15 januari zijn niet in de kasadministratie vermeld;

- de bonnetjes van [K] , [L] en [M] (tweemaal) zijn niet in de kasadministratie vermeld.

De boekhouder heeft een en ander achteraf handmatig aangevuld.

De bijvulling die eiseres handmatig heeft bijgehouden, sluit niet aan op de gegevens die zij in Excel heeft ingevoerd. Als voorbeeld noem ik Superskunk 5. Eiseres heeft verklaard dat haar inkopen gelijk zijn aan de bijvullingen zoals zij die handmatig heeft bijgehouden.

Volgens de daglijsten heeft eiseres 393 zakjes bijgevuld. Volgens haar inkoopadministratie in Excel heeft zij 425 zakjes ingekocht.

Maart 2006

De bijvulling die eiseres handmatig heeft bijgehouden, sluit niet aan op de gegevens die zij in Excel heeft ingevoerd. Als voorbeeld noem ik Afghaanskunk 5. Eiseres heeft verklaard dat haar inkopen gelijk zijn aan de bijvullingen zoals zij die handmatig heeft bijgehouden.

Volgens daglijsten heeft zij 1024 zakjes bijgevuld. Volgens haar inkoopadministratie in Excel heeft zij 1113 zakjes ingekocht.

Juli 2007

De bijvulling die eiseres handmatig heeft bijgehouden, sluit niet aan op de gegevens die zij in Excel heeft ingevoerd. Als voorbeeld noem ik Afghaanskunk 5. Eiseres heeft verklaard dat haar inkopen gelijk zijn aan de bijvullingen zoals zij die handmatig heeft bijgehouden.

Volgens daglijsten heeft zij 240 zakjes bijgevuld. Volgens haar inkoopadministratie in Excel heeft zij 280 zakjes ingekocht.

Week 48 van het jaar 2008

Eiseres heeft de inkopen van week 48 en 49 van respectievelijk € 7.779,70 en € 6.737,80 in het jaar 2008 als nog te betalen post opgenomen in haar administratie. Deze inkopen komen echter niet voor in de kasadministratie van 2008 of 2009. Ook heeft eiseres deze inkoop is niet als schuld opgenomen op de balans per ultimo 2008 of 2009.

December 2009

De bijvulling die eiseres handmatig heeft bijgehouden, sluit niet aan op de gegevens die zij in Excel heeft ingevoerd. Als voorbeeld noem ik Superskunk 5. Eiseres heeft verklaard dat haar inkopen gelijk zijn aan de bijvullingen zoals zij die handmatig heeft bijgehouden.

Volgens daglijsten heeft zij in 440 zakjes bijgevuld. Volgens haar inkoopadministratie in Excel heeft zij 480 zakjes ingekocht. Hieruit concludeer ik dat de inkopen of de omzet (of beide) niet volledig in de administratie is (zijn) verwerkt.

(…)

Crediteuren

De crediteuren worden in de jaarrekening 2005, 2006 en 2007 verantwoord onder schulden aan leveranciers en handelskredieten. (…)

In de jaarrekeningen 2008 en 2009 heeft eiseres de crediteuren opgenomen onder de overige schulden.”.

2.5

De Inspecteur heeft de coffeeshop in de periode waarop de informatiebeschikking (zie 2.20 hierna) betrekking heeft (met een uitloop naar het jaar 2010) meerdere malen bezocht voor een waarneming ter plaatse (WTP). De Inspecteur heeft vermeld het volgende per WTP te hebben geconstateerd en/of met belanghebbende te hebben besproken:

“12 juni 2007

Eiseres gaf aan dat zij alleen de bijvulling boekte. De bijvulling wordt wel in zakjes genoteerd maar niet in geld. Eiseres en ik hebben besproken dat de bijvulling in zakjes en in geld aan elkaar moet worden gekoppeld. Daarnaast heb ik met eiseres afgesproken dat zij de volgende gegevens met betrekking tot de inkopen moet vastleggen:

- in koopprijs per gram;

- de ingekochte hoeveelheid per soort softdrugs;

- de datum waarop de softdrugs bij haar worden afgeleverd.

14 juli 2008

Ik heb een verschil geconstateerd van € 12,80 met betrekking tot de omzet van de overige

artikelen. Eiseres heeft dit verschil niet kunnen ophelderen.

14 oktober 2008

Ik heb een verschil geconstateerd van € 3,00 met betrekking tot de omzet van de softdrugs.

Eiseres heeft dit verschil niet kunnen ophelderen.

17 februari 2009

De medewerker wist niet meer hoeveel wisselgeld bij het begin van zijn dienst in de kas zat. Het begin saldo van de kas bedraagt normaal altijd € 100,00. Het kassaldo bedroeg op het moment van de waarneming € 117,20. De omzet volgens de X-afslag bedroeg op dat moment € 26,20. Eiseres heeft dit verschil niet kunnen ophelderen.

16 april 2009

Ik heb een verschil geconstateerd van € 8,00 met betrekking tot de omzet van de softdrugs en een verschil van € 11,94 met betrekking tot de omzet van de overige artikelen. Eiseres heeft deze verschillen niet kunnen ophelderen.

Daarnaast heb ik eiseres verzocht het werkrooster waaruit duidelijk wordt elke medewerker(s) wanneer aanwezig zijn bij te houden en te bewaren.

17 september 2009

Ik heb een verschil geconstateerd van € 51,00 met betrekking tot de omzet van de softdrugs en een verschil van € 6,25 met betrekking tot de omzet van de overige artikelen. Eiseres heeft deze verschillen niet kunnen ophelderen.

Daarnaast heb ik vastgesteld dat eiseres niet per transactie de hoeveelheid (in zakjes of in

grammen) verkochte softdrugs bijhield. Ook de soort verkochte softdrugs legde zij niet vast.

11 februari 2010

Ik heb een verschil geconstateerd van € 13,00 met betrekking tot de omzet van de softdrugs.

Eiseres heeft dit verschil niet kunnen ophelderen.

Daarnaast heb ik vastgesteld dat eiseres niet per transactie de hoeveelheid (in zakjes of in

grammen) verkochte softdrugs bijhield. Ook de soort verkochte softdrugs legde zij niet vast.

13 april 2010

Ik heb met eiseres de rapportage van het bezoek van 11 februari 2010 besproken. Zij verklaarde tegenover mij dat zij nog steeds niet per transactie de hoeveelheid (in zakjes of in grammen) verkochte softdrugs bijhield en dat zij ook de soort verkochte softdrugs niet vastlegde.”.

2.6

De Inspecteur heeft in zijn brief van 13 juni 2008 aan belanghebbende - onder meer - het volgende vermeld:

“(…)

In de afgelopen periode hebben wij u op 07 september 2007, 29 november 2007 en 30 mei 2008 een onaangekondigd bezoek gebracht.

Tijdens deze bezoeken is door verrekening van beginvoorraad en getelde aanwezige voorraad vastgesteld hoeveel softdrugs er op de bewuste dag tot moment van bezoek verkocht zijn. Op 30 mei jl. is tevens het aanwezige kasgeld geteld. Hierbij is geen verschil geconstateerd.

De betreffende bedragen zijn in uw dossier opgenomen.

Aan deze bezoeken kunt u geen enkele rechten ontlenen betreffende de aanvaardbaarheid van enige fiscale aangifte dan wel de betrouwbaarheid/juistheid van uw kasadministratie.

(…).”.

2.7

Belanghebbende heeft eind 2007, begin 2008 de wijze waarop de coffeeshop werd geëxploiteerd gewijzigd. Sedertdien is sprake van een afhaalcentrum.

2.8

De door het uitzendbureau [J] gefactureerde bedragen lopen per uur uiteen van € 13,50 tot € 17,25. De Inspecteur heeft daartoe de totale loonsom per jaar gedeeld door het aantal uren dat de coffeeshop is geopend. In deze berekening is de overdracht meegenomen van de werkzaamheden waarbij derhalve tijdelijk meer werknemers aanwezig zijn. Voor de jaren 2005, 2008 en 2010 leidt dat tot een loonsom per uur van respectievelijk € 13, € 20 en € 14.

2.9

Belanghebbende heeft bij de start van het onderzoek op 8 juni 2010 verklaard dat het kassaldo meestal € 3.000 tot € 4.000 beliep. Bij hoge uitzondering had zij wel eens meer dan € 10.000 in kas.

Blijkens de jaarrekeningen 2005 tot en met 2009 bedroeg het kassaldo ultimo van die jaren:

2005 € 12.919

2006 € 58.522

2007 € 25.777

2008 € 28.783

2009 € 15.698.

Belanghebbende heeft blijkens de administratie op 1 januari 2007 een bedrag van € 58.419,23 uit de kas opgenomen als privé-opname. De aanwending van dat bedrag is de Inspecteur niet bekend gemaakt.

Op 30 juni 2006 zou belanghebbende volgens de kaslijst meer dan € 110.000 in kas hebben gehad.

2.10

Blijkens de jaarrekeningen bedraagt de balansvoorraad € 1.000. Belanghebbende heeft meegedeeld dat dit bedrag overeenstemt met de aanwezige voorraad overeenkomstig de roesmiddelenlijst per 31 december van elk jaar.

De feitelijke voorraad van de roesmiddelen per balansdatum bedraagt in euro’s:

31 december 2004 283

31 december 2005 691

31 december 2006 415

31 december 2007 1.418

31 december 2008 865

31 december 2009 1.017

2.11

De omzet en de inkoopwaarde van de roesmiddelen bedroegen volgens de jaarrekeningen als volgt:

Jaar 2005 2006 2007 2008 2009

Omzet (€) 360. 175 513.157 742.774 565.886 508.624

Inkoopwaarde (€) 216.699 289.322 544.894 421.697 371.565

Het vorenstaande leidt tot de navolgende brutowinstpercentages:

65,5 84,5 38,7 33,4 138,8

2.12

Blijkens de administratie heeft belanghebbende voor het product Afghaanskunk de volgende brutowinstpercentages gehanteerd:

- januari 2005 85

- december 2005 92

- januari 2006 72

- december 2006 52

- januari 2007 43

- december 2007 52

- januari 2008 28

- december 2008 32

- januari 2009 32

- december 2009 37

2.13

De Inspecteur heeft een theoretische goederenbeweging opgezet op basis van de aanwezige facturen van leveranciers en deze verminderd met het eigen gebruik en de bedragen aan hoog en laag tarief omzetbelasting.

Dat leidt voor de jaren 2005 tot en met 2009 tot een omzet “horeca en overige” van achtereenvolgens (in euro’s) 53.995,10, 60.546,79, 75.440,59, 9688,21 en 10.084,03.

De verantwoorde omzet over de jaren heeft achtereenvolgens bedragen (in euro’s) exclusief omzetbelasting: 32.487,00, 49.243,00, 43.843,00, 4.955,00 en 7.577,00. Het vorenstaande leidt tot een verschil (wederom in euro’s) van achtereenvolgens 21.508,10, 11.303,79, 31.597,59, 4.733,21 en 2.507,03.

2.14

Belanghebbende heeft eind 2012 de exploitatie van de coffeeshop beëindigd vanwege de slechte resultaten. Ten tijde van het einde van de exploitatie waren er schulden aan de accountant, het uitzendbureau en aan een - of meer - van haar leveranciers. Aan belanghebbende zouden op krediet cannabisproducten zijn verkocht. Uit dien hoofde resteert een schuld van circa € 100.000.

2.15

Tijdens het boekenonderzoek zijn er daglijsten zonder naam van een werknemer aangetroffen.

2.16

Belanghebbende heeft zes tot tien leveranciers gehad die haar onderneming van roesmiddelen hebben voorzien. Deze roesmiddelen werden in gripzakjes verkocht. Afhankelijk van de inhoud heeft de verkoopprijs € 5,00, € 12,00 of € 20,00 bedragen. De verkoopprijzen zijn in de jaren 2005 tot en met 2009 niet gewijzigd. De hoeveelheid per zakje was wel afhankelijk van de inkoopprijs van de roesmiddelen.

2.17

Er is geen aansluiting tussen de inkopen en de bedragen die belanghebbende volgens haar administratie heeft betaald.

a. Belanghebbende heeft de bijvullingen van januari 2005 volgens de administratie eerst in april 2005 betaald en de inkopen van april, mei en juni 2005 in september 2005.

b. Ultimo 2008 bedraagt de schuld aan haar leveranciers € 87.834. Dit bedrag is samengesteld uit inkopen vanaf medio oktober 2008.

c. De betaling van de inkopen van de laatste week van 2008 is op 30 april 2009 geboekt.

d. Op 1 december 2009 heeft belanghebbende de volgende roesmiddelen ingekocht:

- 40 zakjes Sneeuwwitje 5;

- 20 zakjes Sneeuwwitje 12, en

- 10 zakjes Sneeuwwitje 20.

Volgens de kaslijsten heeft belanghebbende deze inkoop op 30 mei 2010 betaald. De totale inkoop bedroeg € 30.422. Daarvan is op 30 mei 2010 een deel groot € 20.000 betaald. Wanneer het restant is betaald blijkt niet uit de administratie.

e. In de periode 24 november tot en met 30 november 2008 heeft belanghebbende voor een bedrag van € 7.779,70 aan artikelen ingekocht. Deze inkopen zijn niet geboekt. Datzelfde geldt voor de inkopen in de periode van 1 december tot en met 7 december 2008. Dat beloopt een bedrag van € 6.736,80. Op de maandlijsten en de daglijsten komen deze inkopen wel voor maar in de administratie is de betaling niet verwerkt.

2.18

Belanghebbende heeft de werkroosters van het personeel niet bewaard. Datzelfde geldt voor de prijslijsten van de roesmiddelen.

2.19

Voor het jaar 2005 heeft de Inspecteur met dagtekening 10 december 2010 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en premieheffing volksverzekeringen vastgesteld. Voor het jaar 2006 heeft hij de definitieve aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen vastgesteld met dagtekening 19 december 2008. Voor het jaar 2007 heeft de Inspecteur de definitieve aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen met dagtekening 18 juni 2010 vastgesteld.

2.20

Met dagtekening 19 december 2011 heeft de Inspecteur een informatiebeschikking opgelegd waarin onder meer het volgende is opgenomen:

“Betreft: informatiebeschikking

(…)

In verband met het boekenonderzoek met betrekking tot de aangiften:

- Inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2005 tot en met 2009;

- Premie ZFW 2005;

- Zorgverzekeringswet (ZVW) 2006 tot en met 2009;

- Omzetbelasting over het tijdvak 1-1-2005 tot en met 31-12-2010;

- Loonbelasting over het tijdvak van 1-1-2005 tot en met 31-12-2005;

- Loonheffingen 2006 tot en met 2010.

zijn in de door u gevoerde administratie dusdanig ernstige tekortkomingen geconstateerd, dat deze verworpen wordt. De administratie kan daarom niet dienen als betrouwbare grondslag voor de fiscale winstberekening.

Hieronder volgt een omschrijving van de geconstateerde gebreken.

-

Er worden geen kascontroles uitgevoerd (werkelijk kassaldo is niet bekend);

-

Er worden geen kasopnames uitgevoerd (geen kasverschillen geconstateerd);

-

De kas loopt regelmatig negatief;

-

Er zijn diverse (tel)fouten geconstateerd op de daglijsten en kaslijsten;

-

De vastgestelde brutowinstpercentages van de jaren 2005 tot en met 2009 verschillen onderling onverklaarbaar te veel;

-

De vastgestelde brutowinstpercentages zijn zowel relatief als absoluut te laag;

-

De uitkomst van de theoretische omzetberekening van de overige omzet (horeca) wijkt onaanvaardbaar af van de verantwoorde omzet;

-

Inkopen worden dubbel geboekt;

-

Inkopen worden niet geboekt;

-

Prijslijsten worden niet bewaard;

-

Balansen komen niet overeen met de werkelijke situatie;

-

Het kassaldo komt niet overeen met de werkelijke situatie;

-

De voorraad op de balans is niet conform de werkelijkheid;

-

De schulden aan de verschillende leveranciers zijn niet gespecificeerd;

-

De administratie dient zodanig te zijn ingericht en te worden gevoerd en de gegevensdragers dienen zodanig te worden bewaard, dat controle daarvan door de inspecteur binnen een redelijke termijn mogelijk is. Daartoe verleent de administratieplichtige de benodigde medewerking met inbegrip van het verschaffen van het benodigde inzicht in de opzet en de werking van de administratie. Omdat belastingplichtige de digitale bestanden niet heeft bewaard is het niet mogelijk om de controle binnen een redelijke termijn uit te voeren;

-

Vaststaat dat alle verkopen contant worden afgerekend en dat veel zakelijke betalingen (met name voor de inkoop van de SD) ook contant worden verricht. De aard van de bedrijfsvoering brengt daarom mee dat een volledige kasadministratie van wezenlijk belang is voor de controle van de omzet- en winstverantwoording in de onderneming. In de onderneming ontbreken de inkoopfacturen en gegevens over de identiteit van de leverancier(s). Om aan de inspecteur toch op een controleerbare wijze inzicht te verschaffen over de met de verkoop van drugs gerealiseerde omzet en winst mag van de ondernemer in redelijkheid worden verwacht dat hij door middel van dagstaten zowel in hoeveelheden als in geld bijhoudt welke bedragen ter zake van de inkoop van cannabisproducten op welke data zijn uitgegeven en dat hij een hierop aansluitende kas- en voorraadadministratie voert. In ieder geval dienen de inkoopprijs, de soort, de hoeveelheid en de datum van inkoop van de drugs te worden bijgehouden en dienen de relevante bescheiden te worden bewaard;

-

Er is tijdens de waarnemingen ter plaatse in 2008, 2009, 2010 en 2011 geconstateerd dat de verkopen per soort in zakjes per transactie niet op de wijze wordt bijgehouden op daadwerkelijk moment van verkoop. Tijdens de laatste waarneming ter plaatse is wederom vastgesteld dat pas aan het eind van een dienst de transacties worden geregistreerd. Hiermee geeft belastingplichtige bewust aan zich niet volledig aan de administratieplicht te houden.

-

Belastingplichtige heeft niet voldaan aan de bewaarplicht. De volgende onderdelen van de administratie zijn niet bewaard: Digitale kaslijsten 2005, 2006 en 2007, Prijslijsten. Door het niet bewaren van deze bestanden voldoet belastingplichtige niet aan artikel 52, lid 4, 5 en 6 AWR.

Informatiebeschikking

Onder verwijzing naar artikel 52a van de AWR stellen wij vast dat u niet heeft voldaan aan de op u rustende administratieplicht ingevolge artikel 52 van de AWR.”.

2.21

Belanghebbende heeft tegen de hiervoor bedoelde informatiebeschikking, bij brief van 3 januari 2012, bezwaar gemaakt.

2.22

Op 24 april 2012 heeft er een hoorgesprek plaatsgevonden tussen de gemachtigde van belanghebbende, bijgestaan door [N] , en de Belastingdienst, vertegenwoordigd door [B] en [D] . Op 24 april 2012 heeft de Inspecteur belanghebbende het verslag van het hoorgesprek toegezonden. Belanghebbende heeft hierop bij brief van 8 mei 2012 gereageerd.

2.23

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 25 juni 2012 de informatiebeschikking gehandhaafd.

2.24

Belanghebbende heeft tijdens de mondelinge behandeling van het hoger beroep verklaard dat het bewijsaanbod dat belanghebbende in eerste aanleg heeft gedaan als ingetrokken moet worden beschouwd.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is of de Inspecteur terecht de onderhavige informatiebeschikking heeft genomen. Meer in het bijzonder is in geschil of belanghebbende heeft voldaan aan de administratie- en bewaarplicht van artikel 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

3.2

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

3.3

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, en tot vernietiging van de uitspraak op bezwaar en van de informatiebeschikking.

3.4

De Inspecteur concludeert in het principaal hoger beroep tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank, en in het incidenteel hoger beroep tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank voor zover betrekking hebbend op de genomen informatiebeschikking voor de loonbelasting 2005 en de loonheffing 2006 tot en met 2010, en tot bevestiging van de uitspraak op bezwaar.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing