Home

Gerechtshof Den Haag, 02-09-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:3011, BK-13-01764

Gerechtshof Den Haag, 02-09-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:3011, BK-13-01764

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
2 september 2014
Datum publicatie
10 oktober 2014
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2014:3011
Formele relaties
Zaaknummer
BK-13-01764

Inhoudsindicatie

Parkeerbelasting. Belanghebbende is in het bezit van een Europese Gehandicaptenparkeerkaart. Dit is een gehandicaptenparkeerkaart in de zin van art. 1, aanhef en onderdeel r, van de Verordening en kan niet worden aangemerkt als een vergunning voor het parkeren van een voertuig waarvoor parkeervergunningbelasting is betaald. Reeds daarom bevrijdt de aanwezigheid van de parkeerkaart in een auto de parkeerder niet van de verplichting om betaaldparkerenbelasting te voldoen voor het parkeren van die auto op een betaaldparkerenplaats, ook niet indien is voldaan aan de voorwaarden die aan de parkeerkaart zijn verbonden. Niet in geschil is dat de auto van belanghebbende niet stond geparkeerd op een algemene gehandicaptenparkeerplaats. Geen strijd met Europees recht. Geen strijd met het gelijkheidsbeginsel. Geen sprake van willekeurige of onredelijke belastingheffing. Naheffingsaanslag terecht opgelegd.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-13/01764

Uitspraak d.d. 2 september 2014

in het geding tussen:

[X], wonende te [Z], hierna: belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Den Haag, hierna: de Heffingsambtenaar,

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 22 oktober 2013, nummer SGR 13/5005, betreffende de hierna vermelde aanslag.

Aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1. Aan belanghebbende is op 6 april 2013 een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting opgelegd ten bedrage van € 57,70, bestaande uit € 1,70 aan parkeerbelasting en € 56 aan kosten.

1.2. Bij uitspraak op bezwaar heeft de Heffingsambtenaar belanghebbendes bezwaar tegen de aanslag afgewezen.

1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

Loop van het geding in hoger beroep

Verordening

"Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 2 Parkeerbelastingen

Artikel 4a Vrijstelling Haagse invaliden met gehandicapten bestuurderskaart

Artikel 4b Vrijstelling gehandicaptenparkeervergunning

Vaststaande feiten

Geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Oordeel van de rechtbank

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten

Beslissing