Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 23-10-2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:4253, 14/00272 tot en met 14/00279

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 23-10-2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:4253, 14/00272 tot en met 14/00279

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
23 oktober 2015
Datum publicatie
12 november 2015
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2015:4253
Zaaknummer
14/00272 tot en met 14/00279

Inhoudsindicatie

Waardering acht appartementen gerealiseerd in een carréboerderij. Bewijslastverdeling naar aanleiding van arrest Oostflakkee. Geen van beide partijen maakt waarde aannemelijk. Waardebepaling in goede justitie.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Kenmerknrs.: 14/00272 tot en met 14/00279

Uitspraak op de hoger beroepen van

[belanghebbende] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraken van de Rechtbank Limburg (hierna: de Rechtbank) van 9 januari 2014, nummers AWB 12/716 en AWB 12/1814 tot en met 12/1823 in het geding tussen

belanghebbende,

en

de Heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Limburg,

hierna: de Heffingsambtenaar,

betreffende na te melden beschikkingen en aanslagen.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende zijn in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) in één geschrift vervatte beschikkingen gezonden, waarbij de waarde van de hierna vermelde onroerende zaken per de peildatum 1 januari 2011 is vastgesteld voor het tijdvak 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 op de hierna vermelde de bedragen:

Onroerende zaak

Waarde

[a-straat] 4 te [A]

€ 137.000

[a-straat] 6 te [A]

€ 127.000

[a-straat] 8 te [A]

€ 154.000

[a-straat] 14 te [A]

€ 156.000

[a-straat] 16 te [A]

€ 127.000

[a-straat] 18 te [A]

€ 154.000

[a-straat] 20 te [A]

€ 110.000

[a-straat] 22 te [A]

€ 122.000

Tegelijkertijd is aan belanghebbende ter zake van elk van de onroerende zaken een aanslag in de onroerendezaakbelasting over het jaar 2012 opgelegd, welke aanslagen in één geschrift zijn verenigd met de beschikkingen. Na tegen voormelde in één geschrift vervatte beschikkingen en aanslagen gemaakt bezwaar heeft de Heffingsambtenaar, bij in één geschrift vervatte uitspraken, de waarde van elk van de onroerende zaken alsmede de aanslagen gehandhaafd.

1.2.

Belanghebbende is van deze uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende in elk van de zaken een griffierecht geheven van € 42. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.3.

Tegen deze uitspraken heeft belanghebbende de hoger beroepen ingesteld bij het Hof.

Ter zake van het hoger beroep met kenmerk 14/00272 heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 122. Ter zake van de hoger beroepen met kenmerk 14/00273 tot en met 14/00279 heeft de griffier geen griffierecht geheven. De Heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.4.

Belanghebbende heeft schriftelijk gerepliceerd. De Heffingsambtenaar heeft geen conclusie van dupliek ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 5 juni 2015 te ‘s-Hertogenbosch.

Aldaar zijn toen verschenen en gehoord namens belanghebbende, [B] , vergezeld van de gemachtigde van belanghebbende, de heer [C] en van mevrouw [D] , taxateur, alsmede, namens de Heffingsambtenaar, [E] en [F] , taxateur.

1.6.

Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan:

2.1.

De onroerende zaken betreffen acht appartementen, welke zijn gerealiseerd in een voormalige carréboerderij. Het oorspronkelijke bouwjaar van de carréboerderij is circa 1900. De onderhavige appartementen zijn in 2001 gerealiseerd. In totaal zijn in deze boerderij elf appartementen gerealiseerd.

2.2.

Ter onderbouwing van de door hem bij beschikking vastgestelde waarde van de onroerende zaken heeft de Heffingsambtenaar een taxatierapport overgelegd, opgemaakt op 10 januari 2013 door de heer [F] RT, gediplomeerd WOZ-taxateur, waarin de waarde van de onroerende zaken is bepaald op de hierna vermelde bedragen:

Onroerende zaak

Waarde

[a-straat] 4

€ 137.000

[a-straat] 6

€ 141.000

[a-straat] 8

€ 164.000

[a-straat] 14

€ 169.000

[a-straat] 16

€ 136.000

[a-straat] 18

€ 160.000

[a-straat] 20

€ 124.000

[a-straat] 22

€ 128.000

In het taxatierapport zijn de onroerende zaken vergeleken met zeven referentieobjecten, te weten:

Onroerende zaak

Plaats

Inhoud (m3)

Bouw-jaar

Verkoopdatum

Verkoopprijs

[b-straat] 2c

[woonplaats]

212

1981

07-07-2011

€ 100.000

[c-straat] 45

[woonplaats]

185

1983

29-10-2010

€ 95.000

[c-straat] 63

[woonplaats]

185

1983

04-04-2011

€ 89.000

[d-straat] 18 E

[A]

157

1900

02-08-2011

€ 52.000

[e-straat] 20 B

[woonplaats]

348

2000

15-10-2010

€ 225.000

[f-straat] 37 N

[G]

156

1778

23-06-2010

€ 117.500

[f-straat] 37 P

[G]

164

1778

27-05-2011

€ 115.000

2.3.

Belanghebbende beroept zich in hoger beroep ter onderbouwing van haar standpunt op een taxatierapport, opgemaakt op 1 november 2012 door mevrouw [H] , taxateur, waarin de waarde van de onroerende zaken is bepaald op de hierna vermelde bedragen. Belanghebbende stelt primair dat de waarde moet worden gesteld op de door mevrouw [D] getaxeerde bedragen. Belanghebbende stelt zich subsidiair op het standpunt dat, indien moet worden uitgegaan van de referentieobjecten van de Heffingsambtenaar, de waarde van de onroerende zaken moet worden gesteld op de bedragen als vermeld in onderstaande overzicht bij “Waarde (subsidiair)”:

Onroerende zaak

Waarde taxatierapport (primair)

Waarde

(subsidiair)

[a-straat] 4

€ 106.000

108.000

[a-straat] 6

€ 112.000

113.000

[a-straat] 8

€ 130.000

125.000

[a-straat] 14

€ 134.000

131.000

[a-straat] 16

€ 106.000

109.000

[a-straat] 18

€ 124.000

123.000

[a-straat] 20

€ 99.000

103.000

[a-straat] 22

€ 97.000

97.000

2.5.

In het taxatierapport van belanghebbende zijn de onroerende zaken vergeleken met drie referentieobjecten, te weten:

Onroerende zaak

Plaats

Inhoud (m3)

Bouw-jaar

Verkoopdatum

Verkoopprijs

[g-straat] 78

[woonplaats]

230

2006

01-10-2009

€ 141.944 (von)

[h-straat] 32

[woonplaats]

240

1997

01-08-2011

€ 132.500

[c-straat] 45

[woonplaats]

185

1983

29-10-2010

€ 95.000

[g-straat] 78 was ten tijde van de transactie niet voorzien van een keuken en sanitair, tevens waren vloeren en muren nog niet afgewerkt.

3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op vraag of de waarde van elk van de onroerende zaken op een te hoog bedrag is vastgesteld.

Belanghebbende is van mening dat deze vraag bevestigend moet worden beantwoord. De Heffingsambtenaar is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.

3.2.

Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke stukken de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt. Partijen hebben hieraan ter zitting het volgende toegevoegd.

Belanghebbende:

Ik weerspreek met klem dat de ligging van de appartementen aan de [f-straat] vergelijkbaar zouden zijn met de ligging van de onroerende zaken. [f-straat] ligt in een villawijk in [G] , in de nabijheid van een winkelcentrum en een middelbare school en op tien minuten rijden van het centrum.

In de matrix van de Heffingsambtenaar is [d-straat] 18 E vermeld. Dit betreft een prima referentieobject. [d-straat] 18 E is verkocht voor € 52.000 in slechte staat. Daarna is deze woning opgeknapt; de Heffingsambtenaar heeft aan dit object vervolgens een m³-prijs verbonden in opgeknapte staat, terwijl dit object in slechte staat verkocht is. Dat is naar mijn mening een onjuiste methode. De Heffingsmbtenaar had dit referentieobject moeten taxeren naar de staat waarin dit is verkocht.

In [A] is geen basisschool, geen huisarts en geen tandarts. Deze voorzieningen zijn ook niet dichtbij gelegen, maar in het eerstvolgende kerkdorp, minimaal vijf minuten rijden met de auto. [A] is dicht bij Duitsland gelegen. Daar kan men wel terecht voor levensmiddelen, maar niet voor andere zaken. De [J] in [G] beschikt daarentegen over buurtvoorzieningen, een school, een huisarts, een tandarts en de wijk is gelegen tegen het stadsleven van [G] . Deze voorzieningen zijn op loopafstand gelegen. Naar mijn mening is er een groot onderscheid in ligging tussen de appartementen gelegen in de [f-straat] in [G] en de onroerende zaken.

De Heffingsambtenaar heeft de inhoud van de appartementen verkeerd berekend. De inhoud is door mij berekend aan de hand van de meest recente bouwtekeningen, bovendien zijn door de taxateur alle appartementen inpandig bekeken. Subsidiair stel ik dat uitgegaan moet worden van de door de Heffingsambtenaar berekende inhoud van de referentieobjecten.

Het enige verkochte carrépand is [d-straat] 18 E. Daarnaast heb ik aangegeven dat moet worden gekeken naar het waardeniveau van eensgezinswoningen in [A] . Ik ben het er niet mee eens dat [G] te kampen heeft met overlast. De bewoners van de appartementen aan de [f-straat] wonen mooi, in het groen en rustig, maar wel dicht bij het centrum. Maar waarom wijk je uit naar een ander waardegebied? [d-straat] 18 E is goed vergelijkbaar.

Heffingsambtenaar:

In de stukken van 10 april 2014 is aan de ligging van de onroerende zaken een cijfer zes toegekend, wat overeenkomt met een minder dan gemiddelde ligging. Dat is naar mijn mening te laag. Aan de referentieobjecten gelegen aan de [f-straat] is een cijfer negen toegekend, dat is naar mijn mening te hoog. De referentieobjecten aan de [f-straat] hebben een gemiddelde ligging in de wijk. Het betreft een mooie wijk, met minder voorzieningen. De appartementen zijn ook gelegen in een dorp met weinig voorzieningen. Naar mijn mening is de correctie die belanghebbende aanbrengt in verband met de ligging, te hoog.

Het is waar dat [A] niet beschikt over scholen en een tandarts en dat men vijf minuten moet rijden naar een school of tandarts. Maar op de [J] heeft men ook een auto nodig om in het centrum van [G] te komen. Het centrum van [G] geeft daarbij ook overlast. Er zijn weinig verkoopcijfers beschikbaar in [A] , dat geeft ook aan dat mensen daar niet graag weg willen. Vanuit [A] is men binnen vijf minuten in het centrum van [woonplaats] . Vanuit [A] is het mogelijk om inkopen te doen in Duitsland en daar goedkoop te tanken. Het is niet waar dat het een ontzettend slecht dorp is om te wonen.

In hoger beroep onderbouwen wij de waarde met de zeven referentieobjecten zoals in het taxatierapport vermeld. De inhoud van de appartementen is door ons berekend aan de hand van de bouwtekeningen, voor de juistheid van de door mij berekende inhoud van de onroerende zaken durf ik mijn hand in het vuur te steken.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraken van de Rechtbank en van de uitspraken van de Heffingsambtenaar en primair respectievelijk subsidiair tot vermindering van de bij beschikkingen vastgestelde waarde van de onroerende zaken tot de bedragen vermeld onder 2.3 hiervoor. De Heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraken van de Rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing