Home

Hoge Raad, 27-01-2017, ECLI:NL:HR:2017:101, 16/03881

Hoge Raad, 27-01-2017, ECLI:NL:HR:2017:101, 16/03881

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
27 januari 2017
Datum publicatie
27 januari 2017
ECLI
ECLI:NL:HR:2017:101
Formele relaties
Zaaknummer
16/03881
Relevante informatie
Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-01-2024] art. 16

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

27 januari 2017

Nr. 16/03881

Arres

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 23 juni 2016, nrs. 14/00079 tot en met 14/00086, op het hoger beroep van de Inspecteur tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nrs. AWB 13/1840 tot en met AWB 13/1847) betreffende de aan belanghebbende over de jaren 1999 tot en met 2005 opgelegde navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, de over het jaar 2000 opgelegde navorderingsaanslag vermogensbelasting en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij twee middelen voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing