Home

Rechtbank Noord-Holland, 03-09-2013, ECLI:NL:RBNHO:2013:10908, HAA 11/1066, 11/1067

Rechtbank Noord-Holland, 03-09-2013, ECLI:NL:RBNHO:2013:10908, HAA 11/1066, 11/1067

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
3 september 2013
Datum publicatie
14 november 2013
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2013:10908
Zaaknummer
HAA 11/1066, 11/1067
Relevante informatie
Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-06-2023 tot 01-07-2023]

Inhoudsindicatie

Aanslag bekend gemaakt aan buurman van belanghebbende omdat belanghebbendes brievenbus afgesloten was en niemand aanwezig was. Een dergelijke bekendmaking leidt niet tot vernietiging of nietigheid van de aanslag.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

Zaaknummers: AWB 11/1066 en 11/1067

Uitspraakdatum: 3 september 2013

Uitspraak in de gedingen tussen

[X] , wonende te[Z], eiser,

gemachtigde: mr.drs. S. Bharatsingh

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Utrecht-Gooi, kantoor Utrecht, verweerder.

1 Ontstaan en loop van de gedingen

1.1.1.

Verweerder heeft aan eiser voor het jaar 1997 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (aanslagnummer 0798.92.553.H78) opgelegd tot een bedrag van fl. 48.505 aan verschuldigde belasting/premie en bij beschikking een bedrag van fl. 22.452 aan heffingsrente in rekening gebracht, alsmede bij beschikking een boete van fl. 48.505 opgelegd.

1.1.2.

Verweerder heeft aan eiser voor het jaar 1998 een navorderingsaanslag vermogensbelasting (aanslagnummer 0798.92.553.K88) opgelegd tot een bedrag van fl. 17.111 aan verschuldigde belasting en bij beschikking een bedrag van fl. 7.364 aan heffingsrente in rekening gebracht, alsmede bij beschikking een boete van fl. 17.111 opgelegd.

1.2.

Verweerder heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van 18 januari 2011 de onder 1.1.1 vermelde navorderingsaanslag verminderd tot een bedrag van fl. 29.160 aan verschuldigde belasting/premie, de heffingsrente dienovereenkomstig verminderd en de boete verminderd tot nihil, en de onder 1.1.2 vermelde navorderingsaanslag verminderd tot een bedrag van fl. 11.427 aan verschuldigde belasting, de heffingsrente dienovereenkomstig verminderd en de boete verminderd tot nihil.

1.3.

Eiser heeft daartegen bij brief van 22 februari 2011, ontvangen bij de rechtbank op diezelfde dag, beroep ingesteld.

1.4.

Verweerder heeft op de zaken betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 mei 2013.

Eiser is daar in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Namens verweerder is verschenen H.P.E. Bourne.

2 Tussen partijen vaststaande feiten

2.1.

De echtgenote van eiser heeft eind oktober 2009 een zogenoemde “Verklaring Vrijwillige verbetering Buitenlands vermogen” ingediend bij verweerder, waarin zij heeft verklaard gerechtigd te zijn geweest tot banktegoeden in [LANDEN] waarvan eiser geen of onjuist melding heeft gemaakt in zijn aangiften inkomstenbelasting en vermogensbelasting.

2.2.

Verweerder heeft bij brief van 27 oktober 2009, gericht aan eisers echtgenote, verzocht om nadere informatie over de buitenlandse bankrekeningen. Tevens heeft verweerder bij brief van 27 oktober 2009 aan eisers echtgenote verzocht om in te stemmen met verlenging van de navorderingstermijn met zes maanden tot 1 juli 2010.

2.3.

Bij brief van 8 november 2009 heeft eisers echtgenote aangegeven nog geen informatie te hebben toegezonden en de wens geuit om op korte termijn met verweerder om tafel te gaan zitten om de informatie door te nemen.

2.4.

Bij brief van 19 november 2009 heeft verweerder eisers echtgenote verzocht om een aantal vragen te beantwoorden en aangegeven dat zij telefonisch contact kon opnemen om een afspraak te maken.

2.5.

Bij brief van 26 november 2009 heeft eisers echtgenote laten weten geen behoefte te hebben aan uitstel voor de behandeling van het inkeerverzoek en de afhandeling graag nog in 2009 afgerond te willen zien. In deze brief geeft zij tevens aan alle gevraagde informatie aan verweerder te hebben overhandigd op 25 november 2009.

2.6.

Met dagtekening 31 december 2009 heeft verweerder aan eiser de in geschil zijnde navorderingsaanslagen opgelegd. Verweerder heeft de aanslagen betekend aan het woonadres van eiser. De belastingdeurwaarder heeft de dichte envelop met daarin de navorderingsaanslagen overhandigd aan de buurman van eiser, omdat de brievenbus van eiser was afgesloten en er niemand thuis was. De buurman heeft verklaard dat hij de envelop op 2 januari 2010 aan eiser heeft overhandigd.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de navorderingsaanslagen terecht zijn opgelegd. Meer in het bijzonder is in geschil of verweerder met voldoende voortvarendheid heeft gehandeld bij het opleggen van de navorderingsaanslagen en of hij de navorderingsaanslagen rechtsgeldig heeft opgelegd.

3.2.

Eiser stelt primair dat verweerder de navorderingsaanslagen niet met voldoende voortvarendheid heeft opgelegd en, subsidiair, dat de navorderingsaanslagen niet rechtsgeldig zijn opgelegd nu eiser eerst na afloop van het jaar 2009 kennis heeft genomen van de navorderingsaanslagen. Eiser concludeert tot gegrondverklaring van de beroepen, vernietiging van de uitspraken op bezwaar en vernietiging van de navorderingsaanslagen.

3.3.

Verweerder stelt dat de navorderingsaanslagen met voldoende voortvarendheid en rechtsgeldig zijn opgelegd. Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van de beroepen.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing