Home

Rechtbank Noord-Holland, 03-04-2014, ECLI:NL:RBNHO:2014:2795, AWB-13_3264 tot en met 13_3270

Rechtbank Noord-Holland, 03-04-2014, ECLI:NL:RBNHO:2014:2795, AWB-13_3264 tot en met 13_3270

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
3 april 2014
Datum publicatie
7 mei 2014
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2014:2795
Zaaknummer
AWB-13_3264 tot en met 13_3270
Relevante informatie
Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-08-2023 tot 01-01-2024]

Inhoudsindicatie

In bezwaar heeft eiseres alsnog informatie over een aanvankelijk verzwegen bankrekening verstrekt. Eiseres heeft gesteld dat haar echtgenoot de rekening bij (bank) aanhield, dat zij daarvan geheel niet op de hoogte was en dat verweerder niet aannemelijk heeft gemaakt dat er bij haar sprake is van opzet. Verweerder dient bij betwisting voor iedere individuele rekeninghouder opzet in de zin van artikel 67d van de Awr aannemelijk te maken. Verweerder is hierin niet geslaagd, zodat de boetes worden vernietigd.

Eiseres heeft geen recht op proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase, omdat zij pas in bezwaar gegevens over de buitenlandse tegoeden heeft verstrekt die hebben geleid tot vermindering van de aanslagen en boetes.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

Zaaknummer: AWB 13/3264 tot en met 13/3270

Uitspraakdatum: 3 april 2014

Uitspraak van de meervoudige kamer in de gedingen tussen

[x] , wonende te [z], eiseres,

gemachtigde: mr. drs. S. Bharatsingh,

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam, verweerder.

1 Ontstaan en loop van de gedingen

1.1.

Verweerder heeft aan eisereses voor de jaren 2001 tot en met 2007 aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: ib/pvv) opgelegd met correcties ter zake van het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen. Voorts zijn bij afzonderlijke beschikkingen vergrijpboetes opgelegd en is heffingsrente in rekening gebracht.

1.2.

Verweerder heeft bij uitspraken op bezwaar van 26 en 28 juni 2013 de aanslagen ib/pvv voor de jaren 2004 tot en met 2007 verminderd door de in geschil zijnde correcties van het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen geheel te laten vervallen. De bij deze aanslagen behorende heffingsrentebeschikkingen zijn dienovereenkomstig verminderd. De bij de aanslagen opgelegde boetebeschikkingen zijn door verweerder verminderd tot nihil. Verweerder heeft voor de bezwaarfase geen kostenvergoeding toegekend.

1.3.

Verweerder heeft bij uitspraken op bezwaar van 15 juli 2013 de aanslagen ib/pvv voor de jaren 2001 tot en met 2003 alsmede de daarbij behorende heffingsrentebeschikkingen verminderd. Voorts zijn boetes voor de jaren 2001 en 2002 verminderd tot € 211, respectievelijk € 153 en is de boete voor 2003 verminderd tot nihil. Verweerder heeft voor de bezwaarfase geen kostenvergoeding toegekend.

1.4.

Eisereses heeft tegen voornoemde uitspraken beroep ingesteld. De rechtbank heeft het beroep gesplitst en de volgende zaaknummers toegekend: ib/pvv 2001: AWB 13/3264, ib/pvv 2002: AWB 13/3265, ib/pvv 2003: AWB 13/3266, ib/pvv 2004: AWB 13/3267, ib/pvv 2005: AWB 13/3268, ib/pvv 2006: AWB 13/3269 en ib/pvv 2007: AWB 13/3270.

1.5.

Verweerder heeft op de zaken betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

1.6.

Voorafgaand aan de zitting heeft verweerder nadere stukken ingebracht gedagtekend 28 oktober 2013 en 5 november 2013. Deze zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij.

1.7.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 februari 2014. Namens eiseres is daar verschenen de gemachtigde voornoemd. Namens verweerder zijn verschenen mr. D.P. Laansma en V.P. Wakkerman.

2 Tussen partijen vaststaande feiten

2.1.

Verweerder heeft een renseignement ontvangen van een rekening met nummer [nummer] bij [bank] met daarop een saldo per 31 januari 1994. De FIOD heeft de gegevens over de rekeninghouder vergeleken met onder andere gegevens van de Belastingdienst welke gebaseerd zijn op de basisadministratie persoonsgegevens. Uit die analyse zijn eiseres en/of de echtgenoot van eiseres ([A]) naar voren gekomen als rekeninghouders.

2.2.

Eiseres heeft desgevraagd tegenover verweerder ontkend een rekening te hebben gehad bij [bank].

2.3.

Verweerder heeft vervolgens het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van eiseres voor de jaren 2001 tot en met 2007 gecorrigeerd in verband met buitenlands vermogen op basis van het ontvangen renseignement.

2.4.

Tijdens de bezwaarfase heeft de echtgenoot van eiseres aangegeven rekeninghouder te zijn (geweest) en heeft hij informatie verstrekt over de bankrekening en de hoogte van de banksaldi. Aan de hand van deze informatie heeft verweerder de aanslagen, boetes en heffingsrente verminderd bij de onderhavige uitspraken op bezwaar.

3 Geschil

In geschil is of verweerder ten aanzien van de boetes aannemelijk heeft gemaakt dat eiseres opzet in de zin van artikel 67d van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: Awr) te verwijten valt. Indien deze boetes niet op grond van het voorgaande worden vernietigd is in geschil of deze nader verminderd moeten worden op grond van het gelijkheidsbeginsel (meerderheidsregel), en of de boete voor het jaar 2002 in verband met overschrijding van de redelijke termijn nog verder verminderd dient te worden. Tot slot is in geschil of eiseres recht heeft op een proceskostenvergoeding in de bezwaarfase.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing