Home

Rechtbank Noord-Holland, 24-03-2015, ECLI:NL:RBNHO:2015:2305, AWB - 14 _ 1973

Rechtbank Noord-Holland, 24-03-2015, ECLI:NL:RBNHO:2015:2305, AWB - 14 _ 1973

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
24 maart 2015
Datum publicatie
1 juni 2015
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2015:2305
Zaaknummer
AWB - 14 _ 1973
Relevante informatie
Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-06-2023 tot 01-07-2023]

Inhoudsindicatie

Douane. De rechtbank oordeelt dat op grond van de objectieve eigenschappen en kenmerken van de in te delen goederen alsmede op grond van de monsters die eiseres ter zitting heeft getoond, vast staat dat een elektrische verbinding tot stand wordt gebracht door de pennen waarover de goederen beschikken in te steken in het verbindingselement. Aldus is sprake van een stekkerverbinding die onder GN-code 8536 69 90 moet worden ingedeeld.

Uitspraak

Zittingsplaats Haarlem

zaaknummer: HAA 14/1973

en

Procesverloop

Verweerder heeft met dagtekening 21 maart 2013 aan eiseres een uitnodiging tot betaling (hierna: utb) uitgereikt voor een bedrag van € 22.752,91 aan douanerechten op industriële producten.

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar de utb gehandhaafd.

Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 februari 2015 te Haarlem. Namens eiseres zijn verschenen [A] en [B]. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. B.C. Brouwer en P.R.J. van Duijnen.

Overwegingen

Feiten

1. Op 10 april 2012 heeft bij eiseres een controle na de invoer (hierna: cni) plaatsgevonden naar de aanvaardbaarheid van in 2010 gedane aangiften voor het brengen in het vrije verkeer van goederen die telkens zijn aangegeven als ‘delen van aansluitingstoestellen en contactverbindingen voor elektrische stroomleidingen, draad en kabels en connectoren’ onder GN-code 8536 90 10. De controle is uitgebreid met de periode 2011 tot en met juni 2012.

2. Het van de cni opgemaakte definitieve controlerapport met dagtekening 1 maart 2013 houdt – voor zover thans van belang – onder meer in:

“(…)

De parts of compressors, zijnde zogenaamde glass to metal terminal plate in de vorm van een dopvormig artikel, voorzien van metalen pennetjes, gevat in zwarte kunststof welke worden gebruikt voor het transporteren van elektrische stroom door verschillende materialen is aan te merken als een koppelcontactstop zoals omschreven in de GS toelichting op post 8536, punt IIIA1. Deze producten dienen volgens het Douane Laboratorium en het Bindende Inlichtingenteam ingedeeld te worden onder de GN-code 8536 66 90 99, belast met een invoerrecht 2,3%

- [# 1] [C];

- [# 2] [C];

- [# 3] [C];

- [# 4] [C];

- [# 5] [C];

(…)”

3. De compressoronderdelen [# 1], [# 3] en [# 4] zijn dopvormig en zijn voorzien van 3 metalen pennen. Compressoronderdeel [# 2] heeft een ovale vorm en is voorzien van 2 metalen pennen. Compressoronderdeel [# 5] heeft een vierkante vorm met afgeronde hoeken en is voorzien van 6 metalen pennen. De goederen worden aangesloten op een verbindingselement teneinde elektrische stroom te transporteren voor een spanning van niet meer dan 1000 Volt. De goederen worden enkel in [D]-compressoren toegepast.

Geschil 1. In geschil is of de utb terecht is opgelegd.

2. Eiseres stelt zich op het standpunt dat de goederen terecht zijn aangegeven onder GN-code 8536 90 10 aangezien de elektrische verbinding tot stand wordt gebracht door de pennen vast te klemmen in het verbindingselement, zodat sprake is van een klemverbinding.

Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vernietiging van de utb, met veroordeling van verweerder in de kosten van het geding.

3. Verweerder stelt zich op het standpunt dat de goederen moeten worden ingedeeld onder GN-code 8536 69 90 omdat sprake is van (insteek)stekkerverbindingen, waarbij de verbinding kan worden verbroken en daarna weer tot stand kan worden gebracht.

Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.

Toepasselijk recht

1. De van belang zijnde goederencodes (jaren 2010 tot en met 2012) luiden als volgt:

8536 Toestellen voor het inschakelen, uitschakelen, omschakelen, aansluiten of verdelen van of voor het beveiligen tegen elektrische stroom (bijvoorbeeld schakelaars, relais, zekeringen, golfafvlakkers, contactdozen en contactstoppen (stekkers), lamp- en buishouders en andere verbindingsstukken, aansluitdozen en -kasten), voor een spanning van niet meer dan 1 000 V; verbindingsstukken voor optische vezels, optischevezelbundels of optischevezelkabels:

(…)

- lamp- en buishouders, contactdozen en contactstoppen (stekkers):

8536 61 - - lamp- en buishouders;

(…)

8536 69 - - andere:

(…)

8536 69 90 - - - andere

(…)

8536 90 - andere toestellen:

(…)

8536 90 10 - - aansluittoestellen en contactverbindingen voor draad en kabels

2. De toelichting EG op onderverdeling 8536 69 luidt:

“Tot deze onderverdeling behoren elektromagnetische stekkers en contrastekkers waarmee meerwegverbindingen tussen bijvoorbeeld apparaten, kabels en printkaarten tot stand kunnen worden gebracht door de stekkers in de contrastekkers te steken zonder verdere montage.

De verbindingsstukken mogen aan beide uiteinden van een stekker of contrastekker zijn voorzien, dan wel van een stekker of contrastekker aan het ene uiteinde en van een ander soort contact aan het andere (bijvoorbeeld van een krimp-, klem-, soldeer- of schroefcontact),

Tot deze onderverdelingen behoren ook stekkerverbindingen bestaande uit een combinatie van stekker en contrastekker (twee onderdelen). De stekker en de contrastekker zijn beide behalve van het stekkercontact nog van een ander contact voorzien.

Tot deze onderverdelingen behoren niet aansluit- of contactelementen waarmee langs andere weg (bijvoorbeeld met krimp-, klem, soldeer- of schroefcontacten) een elektrische verbinding tot stand wordt gebracht. Deze vallen onder onderverdeling 8536 90.”

3. De toelichting EG op onderverdeling 8536 90 10 luidt:

“Tot deze onderverdeling behoren alle eindconnectoren die aan de uiteinden van draad of kabels worden bevestigd om een elektrische verbinding tot stand te brengen langs andere weg dan door insteken (bijvoorbeeld met krimp- klem-, soldeer- of schroefcontacten).”

Beoordeling van het geschil

1. Voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken. Het is vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, dat in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in de regel moet worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals deze in de tekst van de post zijn omschreven. De door de Commissie vastgestelde toelichtingen op de GN en de in het kader van de Werelddouaneorganisatie uitgewerkte toelichtingen op het geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen (GS) zijn, hoewel rechtens niet bindend, belangrijke hulpmiddelen bij de uitlegging van de draagwijdte van de verschillende tariefposten. Ingevolge indelingsregel 6 zijn mutatis mutandis dezelfde regels van toepassing op de indeling in een postonderverdeling.

2. Aangezien verweerder van de aangegeven goederencode wenst af te wijken, rust op hem de bewijslast dat de goederen moeten worden ingedeeld onder GN-code 8536 69 90. Verweerder heeft in dat kader aangevoerd dat de in te delen goederen (insteek) stekkerverbindingen van het type mannetje/vrouwtje betreffen en dat de verbindingen kunnen worden verbroken en daarna weer tot stand kunnen worden gebracht. Dat het niet de bedoeling is dat de verbindingen (al dan niet vanzelf) losraken, doet daar niet aan af. Er is geen sprake van klemcontacten, aangezien daarvan sprake is als het onlosmakelijk met elkaar verbonden verbindingsstukken betreft.

3. Eiseres stelt zich op het standpunt dat de elektrische verbinding tot stand wordt gebracht door de pennen vast te klemmen in het verbindingselement, zodat sprake is van een klemverbinding. De goederen zijn ontworpen om een sterke en permanente verbinding te realiseren en zijn absoluut niet ontworpen om na montage te worden ontkoppeld. Indeling dient dan ook plaats te vinden onder GN-code 8536 90 10. Anders dan verweerder meent is geen sprake van stekkerverbindingen, aangezien die nagenoeg zonder enige kracht in elkaar kunnen worden geschoven en daarna probleemloos weer kunnen worden ontkoppeld.

4. De rechtbank stelt voorop dat de in te delen goederen de hiervoor onder de feiten omschreven goederen betreffen en niet de verbindingselementen waarop ze worden aangesloten. Uit de bewoordingen van de postonderverdelingen en de toelichting daarop, een belangrijk hulpmiddel bij de uitlegging van de draagwijdte van de verschillende postonderverdelingen, volgt dat de wijze waarop de elektrische verbinding tot stand wordt gebracht bepalend is voor de indeling. Als sprake is van een verbinding die door insteken tot stand wordt gebracht, is indeling onder postonderverdeling 8536 90 10 niet aan orde. Op grond van de hiervoor omschreven objectieve eigenschappen en kenmerken van de in te delen goederen alsmede op grond van de monsters die eiseres ter zitting heeft getoond, staat vast dat elektrische verbinding tot stand wordt gebracht door de pennen waarover de goederen beschikken in te steken in het verbindingselement. Aldus is sprake van een stekkerverbinding die onder GN-code 8536 69 90 moet worden ingedeeld. Het gelijk is derhalve aan verweerder. Dat de goederen zijn ontworpen om een sterke en permanente verbinding tot stand te brengen en niet zijn ontworpen om na montage te worden ontkoppeld, doet daar niet aan af, noch daargelaten dat de rechtbank ter zitting heeft geconstateerd dat het in ieder geval bij de dopvormige goederen mogelijk is om de verbinding die na het insteken tot stand komt handmatig te verbreken en daarna weer opnieuw tot stand te brengen. Dat in 1997/1998 aan eiseres een vergunning actieve en passieve veredeling is verleend, leidt evenmin tot een ander oordeel.

5. Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep ongegrond te worden verklaard.

Proceskosten

De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. M.H.L.C. Bijvoet, voorzitter, mr. M.C.A. Onderwater en mr. A. van Dongen, leden, in aanwezigheid van mr. S.A. Carter, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 24 maart 2015.

griffier voorzitter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel