Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 03-04-2015, ECLI:NL:RBZWB:2015:2161, AWB - 14 _ 2875

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 03-04-2015, ECLI:NL:RBZWB:2015:2161, AWB - 14 _ 2875

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
3 april 2015
Datum publicatie
4 mei 2015
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2015:2161
Zaaknummer
AWB - 14 _ 2875

Inhoudsindicatie

Leges; aanvraag omgevingsvergunning voor de bouw van een vleesvarkensstal.

Belanghebbende beschikt niet over een aannemingssom of een voldoende onderbouwde reële raming van de bouwkosten. Derhalve mocht de heffingsambtenaar de bouwkosten berekenen aan de hand van de ROEB-lijst. De enkele omstandigheid dat de werkelijke bouwkosten mogelijk lager zijn dan de bouwkosten volgens de ROEB-lijst, leidt niet tot de conclusie dat sprake is van een onredelijke of willekeurige heffing.

Uitspraak

Belastingrecht, enkelvoudige kamer

Locatie: Breda

Zaaknummer AWB 14/2875

uitspraak van 3 april 2015

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[belanghebbende] , wonende te [woonplaats],

belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Oosterhout,

de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende met dagtekening 23 september 2013 een bedrag aan bouwleges (hierna: de leges) in rekening gebracht van € 17.880 (notanummer [notanummer]).

1.2.

Bij uitspraak op bezwaar van 28 maart 2014 heeft de heffingsambtenaar de leges gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende heeft daartegen bij brief van 6 mei 2014, ontvangen bij de rechtbank op 7 mei 2014, beroep ingesteld. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 45.

1.4.

De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Belanghebbende heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan de heffingsambtenaar.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 oktober 2014 te Breda.

Aldaar zijn verschenen en gehoord, belanghebbende, vergezeld van zijn gemachtigde [gemachtigde], verbonden aan [kantoornaam gemachtigde] te ‘s-Hertogenbosch, en namens de heffingsambtenaar, [verweerder]. Van hetgeen ter zitting is verhandeld is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan een afschrift op 6 november 2014 aan partijen is verzonden. Na beide partijen te hebben gehoord, heeft de rechtbank het onderzoek ter zitting geschorst en belanghebbende in de gelegenheid gesteld om nadere informatie te verstrekken.

1.7.

Belanghebbende heeft bij brief van 7 november 2014 nadere inlichtingen verstrekt. De heffingsambtenaar heeft hierop bij brief 6 december 2014 gereageerd. Voornoemde stukken zijn telkens in afschrift verstrekt aan de wederpartij.

1.8.

Vervolgens hebben partijen schriftelijk aangegeven dat zij geen behoefte hebben aan een nadere mondelinge behandeling. De rechtbank heeft bij brief van 13 januari 2015 het onderzoek gesloten en een schriftelijke uitspraak aangekondigd.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:

2.1.

Belanghebbende heeft een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor het bouwen van een vleesvarkensstal. Belanghebbende heeft daarin de bouwkosten geraamd op € 600.000. De heffingsambtenaar heeft de opgegeven bouwkosten op basis van de door het Regionaal Overleg Eindhoven Bouwtoezicht opgestelde lijst (de ROEB-lijst) berekend op € 894.000. Aan belanghebbende is daarom een bedrag van € 17.880 aan leges in rekening gebracht. Het daartegen ingediende bezwaar is door de heffingsambtenaar afgewezen.

2.2.

Artikel 2 van de “Verordening op de heffing en invordering van leges Oosterhout 2013” (hierna: de verordening) bepaalt:

“Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

a. het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

b. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.”

De leges worden ingevolge artikel 5, eerste lid, van de verordening geheven naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij de verordening behoren tarieventabel.

2.3.

In de “Tarieventabel leges” is, voor zover hier van belang, bepaald:

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

(…)

2.1.1.2 bouwkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. De opgegeven bouwkosten worden getoetst aan de op dat moment geldende vastgestelde lijst van Regionaal overleg Eindhoven bouwtoezicht (ROEB). Deze lijst ligt bij de gemeente ter inzage. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in dit hoofdstuk onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

(…)

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit onderdeel en de onderdelen 2.4 en 2.5. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

(…)

Indien de bouwkosten tussen € 100.000 en € 1.000.000 (exclusief BTW) bedragen 2,0% van de bouwkosten met een maximum van € 18.000”.

3 Geschil

3.1.

In geschil is de hoogte van de grondslag voor de berekening van de leges. Het geschil spitst zich toe op de hoogte van de in aanmerking te nemen bouwkosten. Naar de rechtbank begrijpt is de berekening van de leges als zodanig niet in geschil.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken en ter zitting.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vermindering van de leges naar een grondslag van € 616.000. De heffingsambtenaar concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing