Home

Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, goed koopmansgebruik: passiefpost; voorziening

Geldig van 13 maart 2020 tot 10 februari 2023
Geldig van 13 maart 2020 tot 10 februari 2023

Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, goed koopmansgebruik: passiefpost; voorziening

Besluit 2019-129344

Voorafgaande besluiten
DGB2010/3706M
Opvolgende besluiten
2022-11246
Versies van huidig besluit

Opschrift


[Regeling ingetrokken per 10-02-2023]

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit is een actualisering van het besluit van 6 augustus 2010, nr. DGB2010/3706M. In dit besluit zijn enige handvatten op het terrein van goed koopmansgebruik opgenomen voor zover het betreft de vorming van een voorziening voor toekomstige uitgaven. Zijdelings komen ook vormen van uitstel van winstneming aan de orde. De passage over inhaal is verduidelijkt.

De voorbeelden zijn geactualiseerd en aangevuld. Nieuw in dit besluit is de passage over toepassing van de marktrente bij de berekening van de hoogte van de voorziening.

1. Inleiding

Op grond van het arrest van de Hoge Raad van 26 augustus 1998, nr. 33 147, ECLI:NL:HR:1998:AA2555 (het zogenoemde Baksteenarrest), mag bij de bepaling van de winst voor een zeker jaar voor toekomstige uitgaven een passiefpost worden gevormd, als die uitgaven:

  1. hun oorsprong vinden in feiten en omstandigheden, die zich in de periode voorafgaande aan de balansdatum hebben voorgedaan (oorsprongeis); en

  2. ook overigens aan die periode kunnen worden toegerekend (toerekeningseis); en

  3. er een redelijke mate van zekerheid bestaat dat zij zich zullen voordoen (zekerheidseis).

Als aan deze drie voorwaarden voor de vorming van een voorziening is voldaan, mag een voorziening worden gevormd. Hierbij geldt dat de toekomstige uitgave redelijkerwijs moet kunnen worden geschat (zie Hoge Raad 10 augustus 2007, nr. 41 702, ECLI:NL:HR:2007:AX6316).

In dit besluit worden enige handvatten aangereikt voor de toepassing van goed koopmansgebruik en de vorming van een voorziening. Daarbij worden enkele voorbeelden gegeven.

De volgende onderdelen zijn gewijzigd of zijn nieuw:

  • in onderdeel 2.4 zijn voortaan de voorbeelden geplaatst. De voorbeelden zijn geactualiseerd. Hierbij is het voorbeeld over de sabbatical/dga-enig werknemer niet langer opgenomen. Nieuwe voorbeelden zijn opgenomen inzake een “transitievergoeding”, “vervanging asbestdaken” en “groot onderhoud”;

  • in onderdeel 4 is de mogelijkheid van inhaal verduidelijkt;

  • in onderdeel 5 is opgenomen dat voor de contantewaardeberekening uitgegaan kan worden van de marktrente.

Het niet langer opnemen van het voorbeeld sabbatical/dga-enig werknemer houdt overigens geen beleidswijziging in. Met de overige tekstuele aanpassingen zijn inhoudelijk ook geen wijzigingen beoogd.

2. Drie cumulatieve eisen

2.1. Oorsprongeis

2.2. Toerekeningseis

2.3. Zekerheidseis

2.4. Voorbeelden

Voorbeeld loondoorbetalingen (1)

Voorbeeld loondoorbetalingen (2)

Voorbeeld transitievergoeding

Voorbeeld jubileumgratificaties

Voorbeeld vervanging asbestdaken

Voorbeeld bodemsanering

3. Voorziening of winstuitstel

4. Inhaal van kosten

5. Omvang voorziening en disconteringsvoet contantewaardeberekening

6. Ingetrokken regeling

7. Inwerkingtreding