Securitisatiediensten volgens A-G Medina niet vrijgesteld
Securitisatiediensten volgens A-G Medina niet vrijgesteld
Gegevens
- Nummer
- 2022/584
- Publicatiedatum
- 16 mei 2022
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Omzetbelasting
- Trefwoorden
- beleggingsfondsen, subparticipatieovereenkomst
- Relevante informatie
- Art. 135 BTW-richtlijn, Art. 11.1j Wet OB 1968
Fundusz is een Pools securitisatiefonds dat subparticipatieovereenkomsten wil sluiten met banken of andere securitisatiefondsen, waarbij Fundusz zou optreden als subparticipant. Hierbij verbindt de originator van een subparticipatie zich ertoe om alle inkomsten uit gespecificeerde vorderingen over te dragen aan zijn medecontractant (de subparticipant). Bij de sluiting van de overeenkomst ontvangt de originator van de medecontractant een vergoeding ter verbetering van zijn liquiditeit. Daarbij blijven de vorderingen die het voorwerp zijn van de subparticipatie in handen van de originator. Fundusz meent dat de securitisatiediensten vrijgesteld zijn. Het Poolse ministerie van Financiën is van oordeel dat de diensten belast zijn.
In de procedure die volgt, stelt de verwijzende rechter een prejudiciële vraag.
A-G Medina concludeert dat diensten die worden verleend op grond van een subparticipatieovereenkomst, waarbij de subparticipant ermee akkoord gaat om de initiator een bedrag vooraf te betalen, in ruil voor de verkrijging, gedurende de gehele looptijd van die overeenkomst, van de inkomsten uit de vorderingen van de aan de hoofdschuldenaar verstrekte hoofdlening, niet vrijgesteld zijn. Art. 135, lid 1, onderdeel b, Btw-richtlijn geldt volgens de advocaat-generaal namelijk niet voor het door de initiator aan de subparticipant overgedragen kredietrisico, dat, onder voorbehoud van verificatie door de verwijzende rechter, een wezenlijk onderdeel is van de dienst.