Indirecte douanevertegenwoordiger hoofdelijk aansprakelijk voor invoer-btw bij ondubbelzinnige aanwijzing in nationaal recht (U.I.)

Indirecte douanevertegenwoordiger hoofdelijk aansprakelijk voor invoer-btw bij ondubbelzinnige aanwijzing in nationaal recht (U.I.)

Gegevens

Nummer
2022/591
Publicatiedatum
19 mei 2022
Auteur
Redactie
Rubriek
Omzetbelasting
Relevante informatie
Btw-richtlijn, Art. 22 Wet OB 1968

U.I. is een in Italië gevestigde onderneming die als indirecte douanevertegenwoordiger optreedt voor de gefailleerde Italiaanse importonderneming A. De Italiaanse fiscus heeft U.I. hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de door A verschuldigde (maar niet betaalde) btw bij invoer. De verwijzende rechter vraagt zich enerzijds af of de indirecte douanevertegenwoordiger louter op grond van het Douanewetboek aansprakelijk is voor de btw bij invoer. Anderzijds vraagt deze rechter zich af of de indirecte douanevertegenwoordiger door een lidstaat op grond van de Btw-richtlijn aangewezen mag worden als persoon die hoofdelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor de btw bij invoer.</AL><AL>Het HvJ overweegt dat de indirecte douanevertegenwoordiger op grond van het Douanewetboek enkel hoofdelijk aansprakelijk is voor de verschuldigde douanerechten en niet voor de btw bij invoer. Wat de Btw-richtlijn betreft, bepaalt deze echter dat de lidstaten beoordelingsvrijheid hebben om de personen aan te wijzen die gehouden zijn tot voldoening van de btw bij invoer. Het staat de lidstaten vrij om meer dan één persoon aan te wijzen en dus kan een lidstaat er voor kiezen om tevens de indirecte douanevertegenwoordiger aan te wijzen. Het rechtszekerheidsbeginsel vereist echter dat een dergelijke hoofdelijke aansprakelijkheid voor de indirecte douanevertegenwoordiger uitdrukkelijk en ondubbelzinnig in nationale bepalingen moet zijn vastgelegd.

HvJ 12 mei 2022, zaak C-714/20, ECLI:EU:C:2022:374