Coronapandemie niet zonder meer reden voor verlenging redelijke termijn

Coronapandemie niet zonder meer reden voor verlenging redelijke termijn

Gegevens

Nummer
2022/762
Publicatiedatum
24 juni 2022
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:HR:2022:935
Rubriek
Formeel belastingrecht
Relevante informatie
Art. 8:73 Awb

Belanghebbende heeft verzocht om een vergoeding van immateriële schade (VIS) wegens overschrijding van de redelijke termijn. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden (NTFR 2021/2312) is de coronapandemie een uitzonderlijke situatie die een verlenging van de redelijke termijn met vier maanden rechtvaardigt voor de berechtiging in hoger beroep. Onder verwijzing naar HR 27 mei 2022, ECLI:NL:HR:2022:752, vernietigt de Hoge Raad de hofuitspraak. De coronapandemie is niet in zijn algemeenheid reden voor verlenging. De uitbraak van het coronavirus vormt alleen een bijzondere omstandigheid als partijen waren uitgenodigd voor de zitting in de periode waarin de gerechtsgebouwen vanwege de uitbraak van dit virus waren gesloten (17 maart 2020 t/m 10 mei 2020) en het onderzoek ter zitting daarom opnieuw moest worden gepland. Daarvan is in het onderhavige geval geen sprake, zodat het hof de redelijke termijn van berechting in hoger beroep ten onrechte heeft verlengd. De Hoge Raad kent een VIS toe van € 500.