Niet het fonds maar de beheerder verkrijgt economische eigendom van de onroerende zaken

Niet het fonds maar de beheerder verkrijgt economische eigendom van de onroerende zaken

Gegevens

Nummer
2022/987
Publicatiedatum
17 augustus 2022
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2022:1828
Rubriek
Belastingen van rechtsverkeer
Trefwoorden
fonds voor gemene rekening, voor rekening en risico van een ander, risico op waardeverandering, samenstel van rechten en verplichtingen
Relevante informatie
Art. 2 WBRV

In 2018 heeft A belanghebbende opgericht, met (onder meer) als doel om te fungeren als beheerder en/of bewaarder van de bezittingen van het Fonds voor gemene rekening dat A tegelijkertijd heeft opgericht. A verkoopt en levert vervolgens de economische eigendom van een aantal registergoederen aan belanghebbende, ten behoeve van het vermogen van het Fonds. In geschil is de naheffingsaanslag overdrachtsbelasting die de inspecteur heeft opgelegd aan belanghebbende. Het hof oordeelt dat de naheffingsaanslag overdrachtsbelasting terecht is opgelegd. Gelet op het uit de koopovereenkomst voortvloeiende samenstel van rechten en verplichtingen heeft belanghebbende een belang bij de onroerende zaken verworven dat ten minste enig risico op waardeverandering vertegenwoordigt. Daarmee heeft belanghebbende de economische eigendom verkregen van de onroerende zaken. Het voorgaande wordt niet anders indien het hof veronderstellenderwijs zou aannemen dat belanghebbende weliswaar op eigen naam, maar voor rekening en risico van een ander (het Fonds) gehandeld zou hebben. Belanghebbende meent dat A, ondanks de overdracht, economisch eigenaar van de onroerende zaken is gebleven voor de WBRV, omdat het risico op waardeveranderingen van de onroerende zaken door A’s participaties in het Fonds bij A is gebleven. Dit standpunt deelt het hof niet. De economische eigendom en (daarmee) het risico op waardeveranderingen zijn volgens het hof wel degelijk op haar overgegaan bij de overdracht.

(Hoger beroep ongegrond.)