Aflevering 236

Gepubliceerd op 1 juli 2013

Art. 13l Wet VPB 1969: nieuwe troef overheid in strijd tegen excessieve renteaftrek?

Aflevering 236, gepubliceerd op 01-07-2013 geschreven door T.A. Keijzer
De vergoeding op vreemd vermogen komt in de vennootschapsbelasting in aftrek bij het bepalen van de fiscale winst, zo is de hoofdregel. Verschillende bepalingen – art. 10, lid 1, onderdeel d, art. 10a, 10b en 15ad Wet VPB 1969 – maken inbreuk op dit beginsel. Per 1 januari 2013 kan art. 13l Wet VPB 1969 aan dit rijtje worden toegevoegd. De wetgever presenteerde art. 13l Wet VPB 1969 als het sluitstuk op de renteaftrekproblematiek.Kamerstukken II, 2011-2012, 33 287, nr. 3, p. 54. De vraag of dat standpunt terecht is, werd reeds door vele schrijvers gesteld. Ik zal de nieuwe regeling niet integraal bespreken, maar enkele punten uitlichten. Aan de hand daarvan wordt bekeken of art. 13l Wet VPB 1969 daadwerkelijk de ‘troef’ is die de overheid in haar ‘strijd’ tegen excessieve renteaftrek kan helpen.

Belastingontwijking via de ANBI?

Aflevering 236, gepubliceerd op 01-07-2013 geschreven door S.W. van der Heide
In het Nederlandse belastingsysteem zijn giften aan algemeen nut beogende instellingen (hierna: ANBI) aftrekbaar van het inkomen om de vrijgevigheid en initiatieven die het algemeen nut dienen te stimuleren.Kamerstukken II, 2011-2012, 33 006, nr. 3, p. 7 (MvT). Sinds 1917 is de ANBI in de belastingwetten te vinden en, alhoewel de regeling sympathiek is, creëert zij eveneens het gevaar dat instellingen worden opgericht die misbruik maken van deze faciliteit. Een constructie waarbij een belastingplichtige een doelvermogen opricht, deze als ANBI laat aanmerken, daaraan aftrekbaar schenkingen doet en vervolgens deze ANBI (in)direct zijn eigen belangen laat behartigen, is denkbaar en ongewenst. Dit artikel zal bestuderen of instellingen die zijn opgericht om belasting te ontwijken en eigen belangen te behartigen mogelijk zijn en, indien dat niet zo is, hoe zij dan fiscaal worden behandeld.

Het Nederlandse toptarief: is het optimum bereikt?

Aflevering 236, gepubliceerd op 01-07-2013 geschreven door A.V. Fok, J. Gosschalk en B.W. Jorissen
Gérard Depardieu verlaat Frankrijk. Aanleiding: president Hollande verhoogt het toptarief naar 75% om in deze tijden van recessie de overheidsfinanciën weer op orde te krijgen.‘Gérard Depardieu, reportedly planning to leave France, has been granted Russian Citizenship’, New York Post, 3 januari 2013, www.nypost.com (zoek op Gérard Depardieu). Deze trend is internationaal merkbaar en bereikt ook Nederland. Het kabinet heeft geld nodig, heel veel geld. Met een eenmalige ‘crisisheffing’ van 16% op inkomens boven € 150.000 wordt de rekening bij de hogere inkomens neergelegd.Stb. 2012, 321, p. 4. De hogere inkomens dragen niet alleen in tijden van crisis meer bij, maar worden vanwege hun hoge draagkracht vaker ingezet voor het bereiken van fiscale en niet-fiscale doeleinden. Verschillende commissies, individuele wetenschappers en economen zoals Bovenberg, Stevens, De Kam en Caminada hebben in het verleden gepleit voor de verhoging van het toptarief. Extra tariefverhogingen zouden een bijdrage kunnen leveren aan het vullen van de schatkist. Daarnaast zouden de verhogingen ook bijdragen aan de vergroting van de arbeidsparticipatie. Maar is dat werkelijk het geval?

Sprinkhanenplaag definitief voorbij? Een onderzoek naar de verenigbaarheid van art. 15ad, lid 7, Wet VPB 1969 met de vrijheid van vestiging

Aflevering 236, gepubliceerd op 01-07-2013 geschreven door Mr. M.G.C. Tromp
Per 1 januari 2012 is in art. 15ad Wet op de vennootschapsbelasting1969 (hierna: Wet VPB 1969) een maatregel ingevoerd die zich richt tegen ongewenste ‘overnameholdingconstructies’, die de Nederlandse belastinggrondslag uithollen. Hoewel de reden voor de invoering van deze maatregel - vanuit Nederlandse perspectief - wellicht legitiem overkomt, dient ook vanuit een ander perspectief naar de bepaling te worden gekeken, namelijk het Europese perspectief. De vraag kan namelijk worden opgeworpen of art. 15ad Wet VPB 1969 op bepaalde onderdelen in strijd is met de vrijheid van vestiging van art. 49 VwEU. In dit artikel zal worden onderzocht of het onderscheid dat art. 15ad, lid 7 maakt tussen een buitenlandse vaste inrichting en een buitenlandse dochtermaatschappij in overeenstemming is met de vrijheid van vestiging

Te laat aangifte gedaan? Maak bezwaar tegen de boete!

Aflevering 236, gepubliceerd op 01-07-2013 geschreven door Drs. P.N.M. Goossens
In de rubriek ‘Uit de praktijk’ behandelt Bureau Vaktechniek van het Register Belastingadviseurs elke editie van Forfaitair een onderwerp uit de dagelijkse belastingpraktijk. In deze editie gaan we in op verzuimboeten.

Uw lijfrente vervalt … u ontvangt niet de hoofdprijs!

Aflevering 236, gepubliceerd op 01-07-2013 geschreven door Mr. M. Kastelein
Wie wel eens Monopoly heeft gespeeld, kan zich het kaartje met de tekst ‘Uw lijfrente vervalt … u ontvangt ƒ 100’ wellicht nog herinneren. Als kind had ik geen idee wat een lijfrente of een vervaltermijn was, maar de tekst vond ik intrigerend. Het leek mij destijds onlogisch dat je iets kreeg als er wat ophield of wegviel. (Het begrip ‘vervanging van inkomsten’ had nog geen plaats in mijn gedachten.) Tegenwoordig weet ik: ‘Uw lijfrente vervalt’ betekent niets meer of minder dan dat er een termijn tot uitkering komt. Begripsverwarring als gevolg van meervoudige betekenissen of begrippen die fiscaal anders worden uitgelegd dan in het spraakgebruik doet zich bij levensverzekeringen veelvuldig voor. In dit derde artikel over oudedagsvoorzieningen aandacht voor de lijfrente in de context van de premieaftrek, waarbij verschillende betekenissen van ‘verval’ aan de orde komen.