Aflevering 3

Gepubliceerd op 1 juli 2009

TB 2009, afl. 3 - Artikel 31 Wet OB 1968: overdracht van één of meer onroerende zaken?

Aflevering 3, gepubliceerd op 01-07-2009 geschreven door Mr. M.W.C. Soltysik
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 6 juni 2008, nr. 42.677 (NTFR 2008/1291) geoordeeld dat art. 31 Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: de Wet OB 1968) ook geldt voor ‘quasi-ondernemers’, dat wil zeggen ondernemers in de zin van artikel 7, lid 2, onderdeel b, Wet OB 1968. Het schijnt dat dit arrest in de praktijk aanleiding heeft gegeven tot het verdedigen van een ruime toepassing van art. 31 Wet OB 1968 (overgang van een algemeenheid van goederen) met betrekking tot de overdrachten van te exploiteren onroerende zaken (B.G. van Zadelhoff, Overdrachten zonder btw, WFR 2009/45). In dit artikel onderzoek ik aan de hand van de volgende vragen of dat terecht is:– Is art. 31 Wet OB 1968 altijd van toepassing als verscheidene onroerende zaken worden overgedragen? Maakt het daarbij iets uit of de onroerende zaken zich in één gebouw bevinden?– Kan art. 31 Wet OB 1968 van toepassing zijn op de overdracht van één onroerende zaak die niet in verschillende goederen is te onderscheiden? – Kan art. 31 Wet OB 1968 van toepassing zijn op de overdracht van nieuwe onroerende zaken?

TB 2009, afl. 3 - Banksparen en lijfrentes: appels en peren?Mijn bijzondere dank gaat uit naar de heren J. Reitsma FB van AEGON-Adfis en J. van de Veen van AEGON-JFZ voor de kritische doorlezing van het concept van deze bijdrage.

Aflevering 3, gepubliceerd op 01-07-2009 geschreven door Mr. E. Thomas
Sinds 1 januari 2008 heeft de consument de mogelijkheid om als aanvulling op het pensioen geblokkeerd te sparen (hierna: banksparen). Deze mogelijkheid kwam naast de mogelijkheid om een lijfrenteverzekering af te sluiten.Niet alleen banken hebben inmiddels bankspaarrekeningen op de markt gebracht (SNS Bank, Rabobank ABN AMRO Bank), ook aan verzekeraars gelieerde banken hebben zich op de markt voor bankspaarrekeningen gericht (o.a. AEGON en Delta Lloyd). Zowel een lijfrenteverzekering als een bankspaarrekening is, civielrechtelijk gezien, een overeenkomst, maar daar houden civielrechtelijk de overeenkomsten wel zo ongeveer mee op. Maar wat zijn nu de fiscale overeenkomsten en verschillen?

TB 2009, afl. 3 - Belastingadviseursdag 2009: Successierecht in nieuw perspectief

Aflevering 3, gepubliceerd op 01-07-2009 geschreven door Mr.drs. O. Clous FB CB en Drs. P.N.M. Goossens FB CB
Op vrijdag 12 juni 2009 vond de 56e Belastingadviseursdag plaats, dit jaar in het prachtige Kurhaus op de boulevard van Scheveningen. En hoewel de zon buiten overvloedig scheen en het strand nabij was, was de opkomst dit jaar massaal. Het thema van de Belastingadviseursdag dit jaar was ‘Successierecht in nieuw perspectief’.

TB 2009, afl. 3 - Formule 1 in belastingen

Aflevering 3, gepubliceerd op 01-07-2009 geschreven door Mr. E. Alink FB
Regelmatig kijk ik op zondag naar verslagen van verschillende evenementen op het terrein van de auto- en motorsport. Vaak gaat het om snelheid, soms ook gewoon om techniek. Deze ontboezeming zou ik niet hebben gedaan zonder een recente mededeling van het Ministerie van Financiën. Getuige de kop die aan het bericht werd gegeven werkt de Belastingdienst op topsnelheid: Controles privégebruik auto in de hoogste versnelling. De Belastingdienst heeft sinds het begin van het jaar vanaf welk het privégebruik tot het loon moet worden gerekend, 2006, een project opgestart ter controle van de belastingafdracht door belastingplichtigen die privégebruik maken van een auto van de zaak. De controle richt zich op belastingplichtigen die tegenover de Belastingdienst hebben verklaard geen privégebruik van de desbetreffende auto te maken. Het project blijkt zeer succesvol.

TB 2009, afl. 3 - Integratielevering: schaap in wolfskleren!

Aflevering 3, gepubliceerd op 01-07-2009 geschreven door Mr. M.D.J. van der Wulp
In Nederland kennen we de integratielevering (ook wel: integratieheffing genoemd). Door deze integratielevering wordt in Nederland het in eigen bedrijf vervaardigen van goederen door de ondernemer voor niet-aftrekgerechtigde bedrijfsdoeleinden gelijkgesteld met een levering onder bezwarende titel. Hierbij wordt ook het ter beschikking stellen van grond aan degene die hierop een onroerende zaak gaat bouwen, aangemerkt als het in eigen bedrijf vervaardigen van een onroerende zaak. Ten aanzien van bepaalde instellingen, zoals woningcorporaties, zorginstellingen, scholen, enzovoort, is goedgekeurd dat de integratielevering achterwege blijft, indien wordt afgezien van het recht op aftrek.Zie o.a. Resolutie van 27 juni 1979, nr. 279-7000, Mededeling 26, V-N 1979, p. 1292, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 30 november 1994, nr. VB 1994/3619, V-N 1994, p. 3873. De Nederlandse integratielevering is afgeleid van de communautaire integratielevering. Tot op heden wordt aangenomen dat de Nederlandse integratielevering richtlijnconform is.Zie o.a. HR 11 juni 1997, nr. 32.334, BNB 1997/304, Conclusie A-G Van Hilten 43.011, NTFR 2007/1932 en Rechtbank Den Haag 18 juli 2008, nr. 07/00663, NTFR 2008/1608. In dit artikel wil ik betogen dat deze aanname niet juist is.

TB 2009, afl. 3 - Serie landelijke studiebijeenkomsten

Aflevering 3, gepubliceerd op 01-07-2009 geschreven door Prof.mr. A.J.A. Stevens
Het wetsvoorstel Titel 7.13 BW lijkt wederom de geplande invoeringsdatum van 1 juli 2009 niet te gaan halen. Het wetsvoorstel Titel 7.13 BW (nr. 28 746) ligt momenteel bij de Eerste Kamer, terwijl het wetsvoorstel voor de Invoeringswet (nr. 31 065) nog steeds wacht op de behandeling door de Tweede Kamer. Inmiddels is er op 3 februari 2009 voor dit laatstgenoemde wetsvoorstel een vierde nota van wijziging verschenen, alsmede een nota naar aanleiding van het nader verslag. Nadien is er door het Register Belastingadviseurs nog een adviesBrief van 16 februari 2009, kenmerk 11/0c/5414. uitgebracht aan de Vaste Commissie voor Justitie van de Eerste Kamer, waarin wordt gewezen op enige, resterende onvolkomenheden van beide wetsvoorstellen. In deze bijdrage wordt ingegaan op recente ontwikkelingen op het gebied van de belastingheffing van personenvennootschappen.

TB 2009, afl. 3 - Vrijstelling voor fondswerving: te veel water bij de wijn!

Aflevering 3, gepubliceerd op 01-07-2009 geschreven door Mr. A.F. Fruijtier FB en Mr.drs. T. Bijlard FB
Organisaties die bepaalde vrijgestelde prestaties verrichten, kunnen een beroep doen op de vrijstelling voor fondswervende activiteiten. Deze vrijstelling is opgenomen in art. 11, lid 1, onderdeel v, Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB 1968). Naast de wettelijke vrijstelling bestaat er goedkeurend beleid. Hierdoor is het lang niet altijd duidelijk wie de vrijstelling mag toepassen. In dit artikel worden de belangrijkste aspecten van deze vrijstelling aan de orde gesteld, waarbij tevens wordt ingegaan op de samenloop met de kantineregeling. Tevens wordt aangegeven in hoeverre de toepassing van de vrijstelling in Nederland richtlijnconform is.