Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 27-03-2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:1049, 22/01346

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 27-03-2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:1049, 22/01346

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
27 maart 2024
Datum publicatie
18 april 2024
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2024:1049
Formele relaties
Zaaknummer
22/01346
Relevante informatie
Art. 13 Bvdb 2001

Inhoudsindicatie

Artikel 18 en 21 van het belastingverdrag VS-NL

Belanghebbende is inwoner van Nederland en treedt op als DJ in de VS. Via een LLC, waarvan belanghebbende manager en enig member is, ontvangt hij gages voor de optredens in de VS. Belanghebbende wordt voor de winst van de LLC in de VS persoonlijk belast met federal income tax. Op grond van artikel 18 van het belastingverdrag tussen de Verenigde Staten en Nederland is belanghebbende aan te merken als artiest en komt het heffingsrecht over de optredens in Amerika aan de VS toe. In geschil is of belanghebbende voor de Nederlandse inkomstenbelasting recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting volgens de verrekeningsmethode op grond van het belastingverdrag. Het hof oordeelt dat belanghebbende recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting, omdat de inkomsten van de LLC persoonlijk bij belanghebbende in Amerika in de inkomstenbelasting worden betrokken.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummer: 22/01346

Uitspraak op het hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de inspecteur,

tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 9 juni 2022, nummer BRE 21/170 in het geding tussen de inspecteur en

[belanghebbende] ,

wonend in [woonplaats] (Verenigde Staten van Amerika), met gekozen domicilie in [plaats] ,

hierna: belanghebbende.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2017 opgelegd. Tevens is bij beschikking belastingrente in rekening gebracht.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De inspecteur heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard.

1.4.

De inspecteur heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

De zitting heeft plaatsgevonden op 16 februari 2024 in ’s-Hertogenbosch. Belanghebbende en [persoon] , als zakelijk adviseur ter bijstand van belanghebbende, hebben via beeld- en geluidverbinding deelgenomen. Namens belanghebbende is verschenen zijn gemachtigde [gemachtigde] . Namens de inspecteur zijn verschenen [inspecteur 1] , [inspecteur 2] en [inspecteur 3] .

1.6.

Belanghebbende heeft voor de zitting een pleitnota toegezonden aan het hof. De griffier heeft deze pleitnota doorgestuurd naar de inspecteur. Deze pleitnota wordt met instemming van partijen geacht ter zitting te zijn voorgelezen.

1.7.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

1.8.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat gelijktijdig met de uitspraak aan partijen wordt verzonden.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende was in 2017 inwoner van Nederland en heeft de Nederlandse nationaliteit. Belanghebbende is werkzaam als DJ en treedt wereldwijd op.

2.2.

Belanghebbende is directeur en enig aandeelhouder van [BV] . Belanghebbende heeft in 2017 van deze BV een loon genoten van € 213.007.

2.3.

Verder is belanghebbende manager en enig member van [LLC] , een entiteit opgericht naar het recht van de staat Delaware in de Verenigde Staten van Amerika (hierna: de VS). [LLC] sluit overeenkomsten voor de werkzaamheden van belanghebbende als DJ in de VS en ontvangt daartoe de gages van optredens en betaalt de zakelijke kosten. Op grond van artikel 13 van de zogenaamde ‘ [Agreement] ’ van [LLC] is belanghebbende volledig en direct gerechtigd tot de opbrengsten van [LLC] :

“13. Profits and Losses. The entire net income, gain, net loss, loss, tax credits and any

items thereof (collectively “profits and losses”) shall be allocated entirely to the Member.(…)”

2.4.

[LLC] wordt voor Nederlandse fiscale doeleinden aangemerkt als een niettransparante kapitaalvennootschap. Vanuit Amerikaans fiscaal perspectief is [LLC] transparant. De winst van [LLC] is in de VS bij belanghebbende persoonlijk belast met federal income tax. De nettowinst bedroeg in 2017 $ 844.187 (omgerekend € 748.794). Van belanghebbende is in de VS een bedrag van $ 285.886 (omgerekend € 253.581) aan ‘federal income tax’ geheven over een belastbare winst (na bijtelling van een post ‘taxable refunds’ en vermindering met in de VS in aanmerking genomen vrijstellingen) van $ 833.502 (omgerekend € 739.316).

2.5.

Het in de aangifte inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2017 opgenomen verzamelinkomen bedraagt € 574.715. Het aangegeven belastbaar inkomen uit werk en woning en uit sparen en beleggen is als volgt opgebouwd:

Nederlandse inkomsten uit tegenwoordige dienstbetrekking:

€ 213.007

Buitenlandse inkomsten uit tegenwoordige dienstbetrekking:

(inkomsten [LLC] van $ 596.749 (omgerekend € 497.042))

€ 497.042

Belastbare inkomsten uit eigen woning:

-/- € 10.081

Uitgaven voor inkomensvoorzieningen:

-/- € 6.764

Uitgaven voor onderhoudsverplichtingen:

-/- € 118.489

Belastbaar inkomen uit werk en woning

€ 574.715

Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen

€ 0

In verband met ‘inkomen elders belast’ is in de aangifte een voorkoming gevraagd op basis van de vrijstellingsmethode, voor in Spanje en Thailand genoten inkomen van in totaal € 3.502. Tevens is in de aangifte een voorkoming gevraagd op basis van de vrijstellingsmethode, voor in de VS belaste inkomsten van € 497.042.

2.6.

De aanslag IB/PVV 2017 is – met uitzondering van de hierna genoemde post ‘inkomen elders belast’ – overeenkomstig de aangifte vastgesteld naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 574.715. De hierover verschuldigde IB/PVV bedraagt € 289.027. De gevraagde aftrek ‘inkomen elders belast’ ten aanzien van de inkomsten uit de VS is geweigerd. Bij gelijktijdige beschikking heeft de inspecteur aan belanghebbende een bedrag van € 19.474 aan belastingrente in rekening gebracht.

2.7.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag IB/PVV 2017 en de beschikking belastingrente. De inspecteur heeft het bezwaar afgewezen en de aanslag IB/PVV 2017 en de beschikking belastingrente gehandhaafd.

2.8.

De rechtbank heeft de aanslag verminderd naar een aanslag van € 107.474, waarbij een aftrek van € 181.553 is verleend ter voorkoming van dubbele belasting voor inkomensbestanddelen ook belast in de VS, met handhaving van de overige elementen van de aanslag. De rechtbank heeft de beschikking belastingrente dienovereenkomstig verminderd.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de vraag of belanghebbende recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting (volgens de verrekeningsmethode) op grond van het belastingverdrag gesloten tussen Nederland en de Verenigde Staten (hierna: het Verdrag NL-VS)1. Indien voorgaande vraag bevestigend wordt beantwoord dan is in geschil of voor de vaststelling van het inkomen uit de VS (vóór aftrek van de MKB-winstvrijstelling) moet worden uitgegaan van de in de VS behaalde nettowinst van € 748.794 of van de in de VS in aanmerking genomen belastbare winst van € 739.316 (zie 2.4).

Niet in geschil is dat, indien belanghebbende recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting in verband met de in de VS genoten inkomsten, moet worden uitgegaan van een bedrag aan in de VS geheven belasting van (omgerekend) € 253.581.

3.2.

De inspecteur concludeert primair tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank en bevestiging van de uitspraak op bezwaar en subsidiair tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank waarbij de buitenlandse inkomsten uit de VS worden bepaald op € 748.794. Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank en tot het in aanmerking nemen van de belastbare winst van de LLC van € 739.316 als buitenlandse inkomsten uit de VS met verrekening van de daarover geheven ‘federal income tax’.

4 Gronden

5 Beslissing