Aflevering 51

Gepubliceerd op 22 december 2016

NTFR 2016/3049 - ‘Excuses voor het ongemak’

Aflevering 51, gepubliceerd op 22-12-2016 geschreven door mr. dr. R.M.P.G. Niessen-Cobben
Acht – hele – seconden na middernacht wordt het beroepschrift door de rechtbank ontvangen. Het zal toch niet waar zijn…!! Deze gedachte zal door het hoofd van de betrokken gemachtigde zijn geflitst. Conform jurisprudentie oordeelt Rechtbank Zeeland-West-BrabantRechtbank Zeeland-West-Brabant 21 april 2016, nr. 15/7335, NTFR 2016/1815 met commentaar van M.E. Kastelein. het beroep vanwege een termijnoverschrijding niet-ontvankelijk: een verzending per fax kwalificeert niet als verzending per post zodat de verzendtheorie niet kan worden toegepast. Een niet-ontvankelijkverklaring zou achterwege kunnen blijven indien de termijnoverschrijding verschoonbaar is. Teneinde te kunnen beoordelen of daarvan sprake is, is het fax-verzendrapport in de procedure ingebracht. Daaruit blijkt dat verzending op vrijdag 13 november 2015 om 23.47 uur heeft plaatsgevonden. Onduidelijk is waarom de verzending zoveel tijd (13 minuten en 8 seconden) heeft gekost zodat de volledige ontvangst van het beroepschrift na middernacht – en dus buiten de beroepstermijn – heeft plaatsgevonden. De conclusie is dan ook dat geen grond aanwezig is om de termijnoverschrijding van acht seconden verschoonbaar te achten. De te late verzending komt geheel voor rekening en risico van belanghebbende.

NTFR 2016/3050 - Pakket Belastingplan 2017, nota n.a.v. het verslag naar Eerste Kamer

Aflevering 51, gepubliceerd op 22-12-2016
Op 9 december heeft de staatssecretaris de nota naar aanleiding van het verslag inzake het pakket Belastingplan 2017 naar de Eerste Kamer gestuurd. In deze nota wordt ingegaan op de (nadere) vragen na de memorie van antwoord. Het pensioen in eigen beheer komt weer uitgebreid aan bod, naast onder meer de vbi’s en de reparatie van de bedrijfsopvolgingsregeling.

NTFR 2016/3051 - Kamerbrief op rapport 'Vergeten toeslagen'

Aflevering 51, gepubliceerd op 22-12-2016
Staatssecretaris Wiebes van Financiën heeft op verzoek van de vaste commissie voor Financiën gereageerd op het rapport ‘Vergeten toeslagen’. Het rapport ‘Vergeten toeslagen’ van 23 april 2016 bevat de resultaten van een onderzoek door Bokkz, Bond van Belastingbetalers en Kassa naar ondergebruik van inkomensafhankelijke regelingen. Het rapport concludeert onder meer dat van de huishoudens die recht hebben op huur-, zorg- of kinderopvangtoeslag een op de zeven (14,3%) ten minste één toeslag laat liggen. Dat er sprake is van niet-gebruik wordt door het kabinet herkend en onderkend. Om die reden worden burgers via verschillende kanalen actief gewezen op hun eventuele recht op toeslagen. Uitgangspunt blijft wel dat burgers zelf inschatten of zij inkomensondersteuning nodig hebben en daarvoor in aanmerking komen. Daar waar nodig kunnen burgers hulp krijgen van de Belastingdienst of maatschappelijke organisaties om die afweging te maken. Maar uiteindelijk is het volgens de staatssecretaris de burger zelf die beslist of hij wel of niet gebruikmaakt van toeslagen.

NTFR 2016/3060 - Staatssecretaris verzoekt om uitstel stemming over uitfasering pensioen in eigen beheer

Aflevering 51, gepubliceerd op 22-12-2016 geschreven door prof. mr. G.T.K. Meussen
De stemming in de Eerste Kamer over het wetsvoorstel uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen dat voor 20 december 2016 was ingepland, is uitgesteld. Dit naar aanleiding van een brief van de staatssecretaris van Financiën van diezelfde datum, waarin hij om uitstel van de stemming heeft verzocht. Achtergrond is een mogelijke miljardenstrop voor de schatkist (zoals De Telegraaf het verwoordt). In voorkomende gevallen kan afkoop of omzetting van het pensioen een eigen beheerlichaam namelijk de mogelijkheid geven alle toekomstige indexaties van het pensioen direct ten laste van het resultaat te brengen voor de vennootschapsbelasting. De staatssecretaris motiveert zijn verzoek als volgt:

NTFR 2016/3067 - Pensioenfonds is geen gemeenschappelijk beleggingsfonds: vrijstelling niet van toepassing

ECLI:NL:HR:2016:2786, datum uitspraak 09-12-2016, publicatiedatum 09-12-2016
Aflevering 51, gepubliceerd op 22-12-2016 met annotatie van mr. J. Sanders jr.
Belanghebbende, ondernemer, beheert tegen vergoeding (een deel van) het vermogen van een pensioenfonds (een bedrijfstakpensioenfonds). In geschil is of het beheer van het vermogen van het pensioenfonds onder de vrijstelling voor ‘het beheer van door beleggingsfondsen en beleggingsmaatschappijen ter collectieve belegging bijeengebrachte vermogens’ als bedoeld in art. 11, lid 1, onderdeel i, sub 3°, Wet OB 1968 valt. Hof Den Haag (5 december 2014, nr. 11/00508, NTFR 2015/701) heeft die vraag ontkennend beantwoord omdat het pensioenfonds niet kan worden beschouwd als een ‘gemeenschappelijk beleggingsfonds’. De Hoge Raad deelt de visie van het hof.

NTFR 2016/3073 - A en B: broeikasgasemissierecht is 'ander soortgelijk recht' voor bepaling plaats van dienst

Aflevering 51, gepubliceerd op 22-12-2016 met annotatie van prof. dr. R.A. Wolf
A en B, belastingadviseurs, zijn verwikkeld in een strafrechtelijke procedure. Aan hen is ten laste gelegd dat zij medeplichtig zijn aan belastingontduiking. Een van hun klanten, gevestigd in Luxemburg, is namelijk betrokken bij een btw-carrousel in Duitsland. In de door A en B ingediende btw-aangiften is Duitse btw afgetrokken die in rekening is gebracht ter zake van de overdracht van broeikasgasemissierechten door een andere vennootschap aan hun klant. Er is Duitse btw in rekening gebracht omdat de ‘oude’ plaats-van-dienstregels nog van toepassing waren. Volgens de Duitse verwijzende (straf)rechter hangt de strafbaarheid af van de vraag of onterecht Duitse btw aan de klant van A en B in rekening is gebracht. De verwijzende rechter stelt daarom de vraag of er sprake is van de overdracht van een ‘ander soortgelijk recht’. In dat geval is de plaats van dienst namelijk Luxemburg en zijn A en B strafbaar.

NTFR 2016/3074 - Zoutgehalte is bepalend voor indeling kippenvlees; beslissing DSB niet bindend

ECLI:NL:HR:2016:2758, datum uitspraak 16-12-2016, publicatiedatum 16-12-2016
Aflevering 51, gepubliceerd op 22-12-2016 met annotatie van mr. G. van Dam
Belanghebbende heeft in 2004 t/m 2006 aangiften gedaan voor het in het vrije verkeer brengen van bevroren kippenvlees met een zoutgehalte van 0,5 tot 1,2%. In geschil is of het kippenvlees moet worden ingedeeld als bevroren pluimvee (post 0207) of als gezouten vlees (post 0210). Het HvJ heeft reeds eerder beslist dat vlees slechts onder gezouten vlees valt als het zoutgehalte ten minste 1,2% bedraagt. Daarvan is in dit geval geen sprake. Het orgaan voor geschillenbeslechting van het WTO – het Dispute Settlement Body (DSB) – heeft echter beslist dat het zoutgehalte niet ertoe doet, maar dat aan de hand van objectieve kenmerken moet worden beoordeeld in welke tariefpost kippenvlees moet worden ingedeeld. Hof Amsterdam (26 april 2015, nrs. 13/00051 t/m 13/00053, NTFR 2015/2102) heeft geoordeeld dat voor de tariefindeling van kippenvlees niet van de uitspraak van het DSB kan worden uitgegaan. Het vlees dient derhalve te worden ingedeeld in post 0207. De Hoge Raad onderschrijft dit oordeel en voegt daaraan toe dat niet is gebleken dat het criterium van 1,2% niet in overeenstemming is met de verplichtingen die de Europese Unie in het kader van de WTO is aangegaan.

NTFR 2016/3077 - Niet alle herstelkosten schadeauto kunnen in mindering worden gebracht op de handelsinkoopwaarde

ECLI:NL:HR:2016:2868, datum uitspraak 16-12-2016, publicatiedatum 16-12-2016
Aflevering 51, gepubliceerd op 22-12-2016
Belanghebbende heeft voor € 7.800 een auto gekocht. In een in opdracht van belanghebbende opgemaakt taxatierapport is de schade aan de auto berekend op € 21.911 en is de handelsinkoopwaarde berekend op –€ 3.306. De taxateur heeft de auto economisch total loss verklaard. Belanghebbende heeft de inkoopwaarde van de auto berekend op € 1.250 en de te betalen BPM, rekening houdend met de schade, berekend op € 352. De inspecteur heeft de auto laten hertaxeren waarbij de herstelkosten zijn berekend op € 13.550. De handelswaarde van de auto is, inclusief schade, berekend op € 12.250. Hof Amsterdam (1 maart 2016, nr. 14/00101, NTFR 2016/1022) heeft geoordeeld dat de inspecteur zowel de historische nieuwprijs als de handelsinkoopwaarde van de referentieauto juist heeft vastgesteld, zodat ook het afschrijvingspercentage op juiste wijze is bepaald. Belanghebbende meende dat het volledige bedrag van de gecalculeerde herstelkosten in mindering moet worden gebracht op de handelsinkoopwaarde (in onbeschadigde staat). Volgens het hof bestaat er weliswaar een relatie tussen enerzijds de herstelkosten van de schade en anderzijds de handelsinkoopwaarde van het voertuig in beschadigde staat, maar dit is geen een-op-een-relatie. Er is geen sprake van een (bijna) nieuw voertuig, waardoor niet alle gecalculeerde herstelkosten in aanmerking moeten worden genomen, aldus het hof.

NTFR 2016/3078 - Kitkokers vallen niet onder reikwijdte verpakkingenbelasting

ECLI:NL:PHR:2016:1176, datum uitspraak 15-11-2016, publicatiedatum 02-12-2016
Aflevering 51, gepubliceerd op 22-12-2016 met annotatie van mr. B.S. Kats
Belanghebbende is fabrikant en leverancier van afdichtingskitten. De kit wordt gebruikt in de bouw, de industrie en de doe-het-zelfsector. De kit wordt door belanghebbende luchtvrij en luchtdicht afgevuld in zogenoemde kokers en worsten. De kokers en de worsten bestaan uit kunststof, aluminium en overig metaal en worden geleverd met een bijbehorend spuitstuk. Het bijgeleverde spuitstuk is een verlengstuk van de koker of de worst, dat dient om tot een goede aanbrenging van de kit te komen en om overtollig kitgebruik tegen te gaan. Voor de verwerking van de in de kokers en worsten afgevulde kit wordt specifieke verwerkingsapparatuur toegepast, het zogenoemde kitpistool voor de kokers en een kitbus voor de worsten. De kit wordt vrijwel meteen hard als hij uit de koker of de worst komt en wordt gebruikt voor afvuldoeleinden of als lijm.

NTFR 2016/3080 - Amendement verhoging heffingsvrije voet verhuurderheffing van 25 naar 50 woningen

Aflevering 51, gepubliceerd op 22-12-2016
Tweede Kamerlid Bashir (SP) heeft bij de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II naar aanleiding van de evaluatie van de verhuurderheffing, een amendement ingediend om de heffingsvrije voet te verhogen van 25 naar 50 woningen. Het doel is om kleine woningcorporaties, stichtingen die hofjeswoningen verhuren en kleine particuliere verhuurders te ontzien. Met dit amendement zullen de uitvoerings- en administratieve lasten voor 650 verhuurders worden beperkt.

NTFR 2016/3083 - Hof heeft getuigenaanbod ten onrechte gepasseerd

ECLI:NL:HR:2016:2860, datum uitspraak 16-12-2016, publicatiedatum 16-12-2016
Aflevering 51, gepubliceerd op 22-12-2016 met annotatie van mr. drs. B.J.E. Lodder
Belanghebbende heeft met de inspecteur een vaststellingsovereenkomst gesloten. Naar aanleiding daarvan heeft belanghebbende de beroepen bij de rechtbank ingetrokken. Voor het hof wil belanghebbende de intrekking ongedaan maken omdat de vaststellingsovereenkomst onder invloed van dwaling tot stand is gekomen. Voorafgaand aan de zitting heeft belanghebbende het hof schriftelijk verzocht om drie belastingambtenaren als getuigen op de zitting te horen. Hof Den Haag (27 oktober 2015, nrs. 14/00996 t/m 14/00999, NTFR 2015/3207) wist dat die belastingambtenaren aanwezig waren buiten de zittingszaal, maar heeft hen niet gehoord. In cassatie klaagt belanghebbende daarover. Volgens de Hoge Raad heeft belanghebbende niet concreet vermeld waarover de getuigen zouden kunnen verklaren, maar uit de stukken blijkt dat het bewijsaanbod betrekking had op de totstandkoming en de inhoud van de vaststellingsovereenkomst. Bovendien heeft het hof aan belanghebbende niet om opheldering van het bewijsaanbod gevraagd. Het hof kon dan ook niet zonder nadere motivering oordelen dat het getuigenaanbod onvoldoende is gespecificeerd. Verder mocht van belanghebbende niet worden verlangd dat zij had moeten toelichten wat de getuigen zouden kunnen verklaren.

NTFR 2016/3096 - OESO publiceert tekst multilateraal instrument inzake BEPS Actiepunt 15

Aflevering 51, gepubliceerd op 22-12-2016 geschreven door prof. mr. dr. M.F. de Wilde
Op 24 november 2016 heeft de OESO de tekst gepubliceerd van de ‘Multilateral Convention to Implement Tax Treaty Related Measures to Prevent Base Erosion and Profit Shifting’. Ook is een toelichtend document verschenen, de ‘Explanatory Statement’. Deze documenten vormen de resultaten van de werkzaamheden die afgelopen periode binnen de Ad Hoc Group, een groep van meer dan honderd jurisdicties, zijn verricht met het oog op de ontwikkeling van een multilateraal instrument (‘MLI’) in het kader van de uitkomsten inzake Actiepunt 15 van het G20/OESO BEPS-project. Met het MLI wordt beoogd de verdragsgerelateerde aspecten van het BEPS-project op efficiënte en flexibele wijze in zo veel mogelijk belastingverdragen ineens te implementeren. Het gaat hier om implementatie van verdragsmaatregelen tegen hybride mismatches (Actiepunt 2), verdragsmisbruik (Actiepunt 6), kunstmatige ontwijking van de aanwezigheid van een vaste inrichting (Actiepunt 7) en maatregelen ter verbetering van geschilbeslechtingprocedures (Actiepunt 14). Het MLI laat landen veel bewegingsruimte bij het vormen van hun fiscaal verdragsbeleid. Het MLI wordt per 31 december 2016 opengesteld voor ondertekening. Voor inwerkingtreding is ratificatie van minstens vijf landen nodig.