Overgangsrecht Wet kwalificatiebeleid rechtsvormen en open cv vormt middellijk gehouden lucratief belang
Overgangsrecht Wet kwalificatiebeleid rechtsvormen en open cv vormt middellijk gehouden lucratief belang
Gegevens
- Kenmerk
- KG:059:2024:3
- Publicatiedatum
- 11 juli 2024
- Bron
- Kennisgroepen Standpunten
- Status
- Geldig
Aanleiding
X woont in Nederland en is manager. X houdt aandelen in een in Luxemburg gevestigde Sarl. De aandelen in de Sarl vormen voor hem een aanmerkelijk belang. De Sarl houdt een belang in een in Luxemburg gevestigde SCSp, een buitenlands rechtsfiguur vergelijkbaar met een open commanditaire vennootschap (hierna: cv). De SCSp fungeert als een private equityfonds en houdt verschillende aandelenbelangen in targetvennootschappen. Het aandelenbelang in de SCSp vormt voor X een middellijk gehouden lucratief belang in de zin van artikel 3.92b, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001).
De SCSp maakt geen gebruik van de quasi-fusiefaciliteit als bedoeld in artikel XII van de Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen (hierna: WFKR).
Vraag
Heeft de vervreemdingsfictie van artikel IX, tweede lid, WFKR gevolgen voor houders van een middellijk gehouden lucratief belang in een open cv of een daarmee vergelijkbare buitenlandse rechtsvorm?
Antwoord
Nee. De vervreemdingsfictie van artikel IX, tweede lid, WFKR heeft geen gevolgen voor houders van een middellijk gehouden lucratief belang in de vorm van een commanditaire participatie in die cv of een daarmee vergelijkbare buitenlandse rechtsvorm.
Beschouwing
In de casus die tot dit standpunt heeft geleid, is sprake van een in Luxemburg gevestigde SCSp. Het standpunt geldt zowel voor de open cv als voor daarmee vergelijkbare buitenlandse rechtsvormen zoals de SCSp.
Parlementaire behandeling
Tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel WFKR is aandacht geweest voor de gevolgen van inwerkingtreding van het wetsvoorstel voor bestaande lucratieve belangen, Kamerstukken II 2023/24, 36425, nr. 3, p. 79-80. In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel zijn twee situaties onderkend:
De participanten (managers/natuurlijk personen) zijn commanditair vennoot in een open cv. De participanten hebben een aanmerkelijk belang in de open cv. De open cv fungeert als houdstervennootschap. De open cv houdt aandelen in een bv (of andere vermogensrechten) die bij de participanten kwalificeren als een middellijk gehouden lucratief belang.
De participanten houden een aanmerkelijk belang in een besloten vennootschap. De besloten vennootschap is commanditair vennoot in een open cv. Het commanditaire aandeel in de cv kwalificeert bij de participanten als een middellijk lucratief belang.
Dit standpunt gaat over situatie 2. In dit standpunt worden de gevolgen van het in de WFKR opgenomen overgangsrecht behandeld voor situaties waarin de open cv als private equityfonds fungeert bij een middellijk lucratief belang. KG:059:2024:2 gaat over situatie 1.