Home

Wet op de rechterlijke organisatie

Geldig van 1 juli 2021 tot 1 mei 2022
Geldig van 1 juli 2021 tot 1 mei 2022

Wet op de rechterlijke organisatie

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-07-2021 tot 01-05-2022]

Aanhef

Wij WILLEM, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg, enz., enz., enz.

Allen die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten:

Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat, volgens art. 163 van de grondwet, moet worden ingevoerd "een algemeen wetboek van burgerlijk regt, van koophandel, van lijfstraffelijk regt, van de zamenstelling der regterlijke magt en van de manier van procederen;"

Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,

Hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze, te arresteren de navolgende Wet op de zamenstelling der Regterlijke Magt en het beleid der Justitie voor het Koninkrijk der Nederlanden.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  1. gerechten: de gerechten, genoemd in artikel 2;

  2. rechterlijke ambtenaren:

    1. 1°.

      de president van, de vice-presidenten van, de raadsheren in en de raadsheren in buitengewone dienst bij de Hoge Raad;

    2. 2°.

      de senior raadsheren, de raadsheren en de raadsheren-plaatsvervangers in de gerechtshoven;

    3. 3°.

      de senior rechters A, de senior rechters, de rechters en de rechters-plaatsvervangers in de rechtbanken;

    4. 4°.

      de procureur-generaal, de plaatsvervangend procureur-generaal, de advocaten-generaal en de advocaten-generaal in buitengewone dienst bij de Hoge Raad;

    5. 5°.

      de procureurs-generaal die het College van procureurs-generaal, bedoeld in artikel 130, vormen, met uitzondering van de procureur-generaal, bedoeld in artikel 130, vierde lid;

    6. 6°.

      de landelijk hoofdadvocaat-generaal bij het ressortsparket alsmede de hoofdadvocaten-generaal, de senior advocaten-generaal, de advocaten-generaal en de plaatsvervangende advocaten-generaal bij het ressortsparket en het parket-generaal;

    7. 7°.

      de hoofdofficieren van justitie, de plaatsvervangende hoofdofficieren van justitie, de senior officieren van justitie A, de senior officieren van justitie, de officieren van justitie, de substituut-officieren van justitie, de plaatsvervangende officieren van justitie, de officieren enkelvoudige zittingen en de plaatsvervangende officieren enkelvoudige zittingen bij de arrondissementsparketten, het landelijk parket, het functioneel parket, het parket centrale verwerking openbaar ministerie en het parket-generaal;

    8. 8°.

      de senior-gerechtsauditeurs en gerechtsauditeurs bij de gerechten;

    9. 9°.

      de griffier en de substituut-griffier van de Hoge Raad;

    10. 10°.

      de rechters in opleiding en de officieren in opleiding.

  3. rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast: de rechterlijke ambtenaren, genoemd in onderdeel b, onder 1° tot en met 3°;

  4. gerechtsambtenaren: burgerlijke rijksambtenaren op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam bij een gerecht;

  5. Hoge Raad: Hoge Raad der Nederlanden;

  6. Onze Minister: Onze Minister van Veiligheid en Justitie;

  7. de Raad: de Raad voor de rechtspraak, bedoeld in artikel 84;

  8. de Verordening EOM: de Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie («EOM») (PbEU 2017, L 283);

  9. zittingscapaciteit: beschikbare zittingsruimte, beschikbare capaciteit aan rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast of beschikbare capaciteit aan gerechtsambtenaren benodigd voor de behandeling van zaken.

Hoofdstuk 2. Rechtspraak

Afdeling 1. Algemene bepalingen

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 3a [Vervallen per 20-03-1947]

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 5a [Vervallen per 01-01-2002]

Artikel 6

Artikel 6a [Vervallen per 01-06-1999]

Artikel 6b [Vervallen per 01-06-1999]

Artikel 6c [Vervallen per 01-06-1999]

Artikel 6d [Vervallen per 01-01-2002]

Artikel 7

Artikel 7a [Vervallen per 01-01-2002]

Artikel 7b [Vervallen per 01-01-1997]

Artikel 7c [Vervallen per 01-01-1997]

Artikel 8

Artikel 8a [Vervallen per 01-01-1997]

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 11a [Vervallen per 15-05-2002]

Artikel 11b [Vervallen per 01-01-2002]

Artikel 11c [Vervallen per 01-01-2002]

Artikel 12

Artikel 12a [Vervallen per 01-01-2002]

Artikel 13

Afdeling 1a. Klachtbehandeling door de Hoge Raad

Artikel 13a

Artikel 13b

Artikel 13c

Artikel 13d

Artikel 13e

Artikel 13f

Artikel 13g

Afdeling 2. De organisatie van de gerechten

Paragraaf 1. Inrichting

Artikel 14
Artikel 14a. [Red: Vervallen.]
Artikel 14b. [Red: Vervallen.]
Artikel 14c. [Red: Vervallen.]
Artikel 14d. [Red: Vervallen.]
Artikel 14e. [Red: Vervallen.]
Artikel 15
Artikel 16
Artikel 17
Artikel 18
Artikel 19
Artikel 20
Artikel 21
Artikel 21a
Artikel 21b
Artikel 21c
Artikel 22

Paragraaf 2. Taken en bevoegdheden

Artikel 23
Artikel 23a
Artikel 24
Artikel 25
Artikel 26
Artikel 27
Artikel 28
Artikel 28a [Vervallen per 01-01-2002]

Paragraaf 3. Planning en bekostiging

Artikel 29
Artikel 29a [Vervallen per 01-06-1999]
Artikel 29b [Vervallen per 01-06-1999]
Artikel 30
Artikel 31
Artikel 32
Artikel 33
Artikel 34
Artikel 35
Artikel 35a

Paragraaf 4. Toezicht

Artikel 36
Artikel 36a [Vervallen per 01-01-2002]
Artikel 37
Artikel 38
Artikel 39

Afdeling 3. De rechtbanken

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 40
Artikel 41 [Vervallen per 01-01-2013]
Artikel 42
Artikel 43
Artikel 43a [Vervallen per 01-01-2002]
Artikel 44
Artikel 45
Artikel 46
Artikel 46a
Artikel 46b

Paragraaf 2. Vorming en bezetting van kamers

Artikel 47
Artikel 47a [Vervallen per 01-01-2002]
Artikel 48
Artikel 48a
Artikel 48b
Artikel 49
Artikel 50
Artikel 51
Artikel 52
Artikel 53
Artikel 54
Artikel 55
Artikel 55a
Artikel 55b [Vervallen per 01-01-2002]
Artikel 55c [Vervallen per 01-01-2002]
Artikel 56
Artikel 57 [Vervallen per 01-01-2002]

Vierde afdeling. De gerechtshoven

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 58
Artikel 58a [Vervallen per 01-01-2002]
Artikel 59 [Vervallen per 01-01-2013]
Artikel 59a [Vervallen per 01-06-1999]
Artikel 59b [Vervallen per 01-06-1999]
Artikel 59c [Vervallen per 01-06-1999]
Artikel 59d [Vervallen per 01-06-1999]
Artikel 59e [Vervallen per 01-06-1999]
Artikel 59f [Vervallen per 01-06-1999]
Artikel 59g [Vervallen per 01-06-1999]
Artikel 59h [Vervallen per 01-06-1999]
Artikel 59i [Vervallen per 01-06-1999]
Artikel 60
Artikel 60a [Vervallen per 01-01-2005]
Artikel 61
Artikel 61a [Vervallen per 01-01-2002]
Artikel 61b [Vervallen per 01-01-2002]
Artikel 62
Artikel 62a
Artikel 62b

Paragraaf 2. Vorming en bezetting van kamers

Artikel 63
Artikel 64
Artikel 65
Artikel 66
Artikel 67
Artikel 68
Artikel 69
Artikel 69a
Artikel 70
Artikel 71

Afdeling 5. De Hoge Raad

Artikel 72

Artikel 73

Artikel 74

Artikel 75

Artikel 76

Artikel 77

Artikel 78

Artikel 79

Artikel 80

Artikel 80a

Artikel 81

Artikel 81a

Artikel 82

Artikel 83

Artikel 83a [Vervallen per 01-01-2002]

AFDELING 6. RAAD VOOR DE RECHTSPRAAK

Paragraaf 1. Inrichting

Artikel 84
Artikel 84a [Vervallen per 01-01-2002]
Artikel 85
Artikel 86
Artikel 87
Artikel 88
Artikel 89
Artikel 90

Paragraaf 2. Taken en bevoegdheden

Artikel 91
Artikel 92
Artikel 93
Artikel 94
Artikel 95
Artikel 96
Artikel 96a

Paragraaf 3. Planning en bekostiging

Artikel 97
Artikel 98
Artikel 99
Artikel 100
Artikel 101
Artikel 101a [Vervallen per 01-01-2002]
Artikel 102
Artikel 103
Artikel 104
Artikel 104a

Paragraaf 4. Toezicht

Artikel 105
Artikel 106
Artikel 107
Artikel 108
Artikel 109
Artikel 110 [Vervallen per 01-01-2002]

Hoofdstuk 3. De procureur-generaal bij de Hoge Raad

Artikel 111

Artikel 112 [Vervallen per 01-01-2002]

Artikel 113

Artikel 114 [Vervallen per 01-01-2002]

Artikel 115 [Vervallen per 01-01-2002]

Artikel 116

Artikel 117

Artikel 118

Artikel 119

Artikel 120

Artikel 121

Artikel 122

Artikel 123

Hoofdstuk 4. Het openbaar ministerie

Afdeling 1. Taken en bevoegdheden

Artikel 124

Artikel 125

Artikel 125a

Artikel 126

Artikel 127

Artikel 128

Artikel 129

Afdeling 2. Inrichting

Artikel 130

Artikel 131

Artikel 132

Artikel 133

Artikel 134

Artikel 135

Artikel 136

Artikel 137

Artikel 137a

Artikel 137b

Artikel 138

Artikel 139

Artikel 139a

Artikel 139b

Afdeling 3. Overige bepalingen

Artikel 140 [Vervallen per 01-01-2002]

Artikel 141 [Vervallen per 01-01-2002]

Artikel 142

Artikel 143

Artikel 144

Hoofdstuk 4a. Bepalingen ter uitvoering van de Verordening EOM

Artikel 144a

Artikel 144b

Artikel 144c

Artikel 144d

Artikel 144e

Hoofdstuk 5. De opleiding van rechterlijke ambtenaren

Artikel 145

Hoofdstuk 6. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 146

Bijlage als bedoeld in de artikelen 48a, vijfde lid , 66, vijfde lid , en 67, vijfde lid , van de Wet op de rechterlijke organisatie