Voor de toepassing van deze wet en van de tot haar uitvoering genomen besluiten wordt verstaan onder:
Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
lichamen: rechtspersonen, maat- en vennootschappen, samenwerkingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid die met verenigingen maatschappelijk gelijk kunnen worden gesteld, ondernemingen van publiekrechtelijke rechtspersonen en doelvermogens;
vreemdeling: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Vreemdelingenwet 2000;
onbetaald verlof: een tussen werkgever en werknemer voor een gedeelte of het geheel van de arbeidstijd overeengekomen verlof, waarin de werknemer geen arbeid jegens de werkgever verricht;
rechtens zijn vrijheid is ontnomen: rechtens zijn vrijheid is ontnomen, behoudens de gevallen, bedoeld in de artikel 37, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht;
en injustitiële inrichting: een penitentiaire inrichting, een inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden, of een inrichting als bedoeld in
;eigenrisicodrager: de werkgever aan wie de toestemming is verleend, bedoeld in artikel 40, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Wet financiering sociale verzekeringen;
overheidswerkgever: de werkgever, bedoeld in
;continentaal plat: de exclusieve economische zone van het Koninkrijk, bedoeld in
, voor zover deze grenst aan de territoriale zee van Nederland;vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel: een bij onherroepelijk geworden vonnis opgelegde vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel als bedoeld in het Wetboek van Strafrecht, behoudens de gevallen, bedoeld in artikel 37, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht;
minimumloon: het minimumloon, bedoeld in
of, indien het een persoon jonger dan 23 jaar betreft, het voor zijn leeftijd geldende minimumloon, bedoeld in , en artikel 8, derde lid, van die wet.