Home

Verenwet

Geldig vanaf 1 mei 2023
Geldig vanaf 1 mei 2023

Verenwet

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-05-2023]

Aanhef

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten:

Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenschelijk is voorschriften vast te stellen betreffende overzetveren en veerrechten;

Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk I. Overzetveren

Artikel 1

Tot het ondernemen van een overzetveer wordt geene voorafgaande vergunning of bekrachtiging van tarieven gevorderd.

Artikel 2

1.

De Provinciale Staten zijn bevoegd met betrekking tot door hen bepaald aan te duiden wateren of gedeelten daarvan bij verordening voor overzetveren voorschriften vast te stellen ter verzekering van de veiligheid van reizigers en goederen, ter oplegging van de verplichting tot bekendmaking van dienstregeling en tarief, tot het tegengaan van heffingen zonder of in strijd met een bekend gemaakt tarief, ter bepaling van de gevallen, waarin van de dienstregeling en van het tarief kan worden afgeweken, en tot het treffen van verdere in het provinciaal belang noodig geoordeelde voorzieningen.

2.

Een verordening als bedoeld in het eerste lid, wordt ten minste een maand voor de datum van inwerkingtreding aan Onze Minister van Verkeer en Waterstaat meegedeeld.

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5 [Vervallen per 01-04-1991]

Artikel 6

Hoofdstuk II. Veerrechten

§ 1. Rechten en verplichtingen

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17 [Vervallen per 01-01-1994]

§ 2. Opheffing

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 33

Artikel 34

Artikel 35

Artikel 36

Artikel 37

Artikel 38

Artikel 39

Artikel 40

Artikel 41

Artikel 42

Artikel 43

Artikel 44

Artikel 45

Artikel 46

Hoofdstuk III. Slotbepalingen

Artikel 47

Artikel 48

Artikel 49

Artikel 50