Home

Militair keuringsreglement

Geldig vanaf 3 juli 1986
Geldig vanaf 3 juli 1986

Militair keuringsreglement

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2020]

Aanhef

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze minister van defensie van 4 juni 1960, no. 659797/657959;

Overwegende:

dat het - onder meer in verband met de omstandigheid, dat de Koninklijke luchtmacht een afzonderlijk deel van de krijgsmacht is geworden - noodzakelijk is enige wijzigingen aan te brengen in het Militair keuringsreglement (Koninklijk besluit van 24 augustus 1949, Stb. J 404), terwijl ook de lijst, welke bij dat reglement behoort, herziening behoeft;

dat het wenselijk is het gehele reglement opnieuw vast te stellen;

Gelet op:

de Dienstplichtwet (Stb. 1922, 43);

de Militaire Ambtenarenwet 1931 (Stb. 1931, 519);

de Wet bevordering en ontslag beroepsofficieren (Stb. 1954, 575);

de Wet voor het reserve-personeel der krijgsmacht (Stb. 1954, 576);

de Pensioenwet voor de zeemacht 1922 (Stb. 1922, 65);

de Pensioenwet voor de landmacht 1922 (Stb. 1922, 66)

de Pensioenwet voor het personeel der Koninklijke marinereserve 1923 (Stb. 1923, 355);

de Pensioenwet voor het reserve-personeel der landmacht 1923 (Stb. 1923, 356);

de Pensioenwet voor de vrijwilligers bij de landstorm (Stb. 1925, 278);

De Raad van State gehoord (advies van 5 juli 1960, no. 42);

Gezien het nader rapport van Onze voornoemde minister van defensie van 10 augustus 1960, no. 750710/657959;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1

1.

De geschiktheid of ongeschiktheid voor de militaire dienst in verband met ziekten of gebreken wordt onderzocht en beoordeeld naar de bepalingen van dit besluit.

2.

Zij, die bij het geneeskundige onderzoek niet ongeschikt worden bevonden, worden geacht geschikt te zijn.

3.

Zij, die de vereiste geschiktheid missen, doch te wier aanzien een heelkundige kunstbewerking uitzicht zou geven op het verkrijgen of herkrijgen van de geschiktheid, worden ongeschikt geacht, indien zij er niet in toestemmen die kunstbewerking te ondergaan.

Artikel 2

Dit besluit verstaat onder:

  1. Onze minister: Onze minister van defensie;

  2. afwijking: een der ziekten of gebreken, vermeld in de bijlage van dit besluit.

Artikel 3

Hoofdstuk 2. Keuring van groep A (dienstplichtigen enz.)

Artikel 4

Hoofdstuk 3. Keuring van groep B (vrijwilligers enz.) vóór het aangaan van de verbintenis of vóór de benoeming

A. Algemeen

Artikel 5

B. Gegadigden van groep B (vrijwilligers enz.) met beperkte geschiktheid

Artikel 6

Hoofdstuk 4. Keuring van groep B (vrijwilligers enz.) na het aangaan van de verbintenis of na de benoeming

A. Personen van groep B (vrijwilligers enz.) niet verplicht tot doorlopende werkelijke dienst

Artikel 7

B. Personen van groep B (vrijwilligers enz.), verplicht tot doorlopende werkelijke dienst

Artikel 8

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Bijlage van het Militair keuringsreglement