Home

Wet op de kansspelbelasting

Geldig van 10 oktober 2010 tot 1 januari 2015
Geldig van 10 oktober 2010 tot 1 januari 2015

Wet op de kansspelbelasting

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 10-10-2010 tot 01-01-2015]

Aanhef

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de belastingheffing met betrekking tot kansspelen nader te regelen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk I. Belastingplicht

Artikel 1

1.

Onder de naam 'kansspelbelasting' wordt een directe belasting geheven van:

  1. degene die gelegenheid geeft tot deelname aan binnenlandse casinospelen alsmede de exploitant van een in Nederland geplaatste fysieke speelautomaat, ingericht voor de beoefening van een kansspel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot rechtstreekse of niet-rechtstreekse uitkering van prijzen, met inbegrip van extra speelduur (kansspelautomatenspel);

  2. degene die gelegenheid geeft tot deelneming aan binnenlandse kansspelen welke via het internet worden gespeeld;

  3. de gerechtigden tot de prijzen van binnenlandse kansspelen, niet zijnde casinospelen, kansspelautomatenspelen of kansspelen welke via het internet worden gespeeld;

  4. de in Nederland wonende of gevestigde gerechtigden tot de prijzen van buitenlandse kansspelen, niet zijnde kansspelen welke via het internet worden gespeeld;

  5. de in Nederland wonende of gevestigde gerechtigden tot de prijzen van buitenlandse kansspelen welke via het internet worden gespeeld.

2.

Onder exploitant als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt verstaan degene die een kansspelautomaat exploiteert in de zin van artikel 30h, tweede lid, van de Wet op de kansspelen.

Artikel 2

1.

Onder kansspelen worden verstaan gelegenheden, gegeven tot mededinging naar:

  1. prijzen en premies, indien de aanwijzing der winnaars geschiedt door enige kansbepaling waarop de deelnemers in het algemeen geen overwegende invloed kunnen uitoefenen, met uitzondering van levensverzekeringen en premieleningen;

  2. prijzen en premies, uitgeloofd ten behoeve van de deelnemers aan een prijsvraag van welke aard ook, tenzij een wetenschappelijke of kunstzinnige prestatie wordt gevorderd, dan wel een prestatie waarmee het algemeen maatschappelijk belang wordt gediend.

2.

Kansspelen worden als binnenlands beschouwd, indien zij worden gehouden door natuurlijke personen of door lichamen in de zin van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301), van wie een of meer in Nederland wonen of zijn gevestigd.

3.

Kansspelen worden als buitenlands beschouwd, indien zij niet vallen onder het tweede lid.

Hoofdstuk II. Voorwerp van de belasting

Artikel 3

Hoofdstuk III. Vrijstellingen

Artikel 4

Hoofdstuk IV. Tarief

Artikel 5

Hoofdstuk V. Wijze van heffing

Artikel 5a

Artikel 5b

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 8a

Artikel 9 [Vervallen per 01-06-1990]

Artikel 10 [Vervallen per 01-06-1990]

Hoofdstuk VI. Strafbepaling

Artikel 11 [Vervallen per 14-07-1994]

Hoofdstuk VII. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 12 [Vervallen per 31-12-1964]

Artikel 13 [Vervallen per 31-12-1964]

Artikel 14 [Vervallen per 31-12-1964]

Artikel 15 [Vervallen per 31-12-1964]

Artikel 16 [Vervallen per 31-12-1964]

Artikel 17 [Vervallen per 31-12-1964]

Artikel 18 [Vervallen per 31-12-1964]

Artikel 19

Artikel 20