Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen,
saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het
wenselijk is de wetgeving betreffende de registratie- en de
zegelbelasting te vervangen door een meer overzichtelijke en
aanzienlijk vereenvoudigde nieuwe wettelijke regeling, welke
is aangepast aan de Algemene wet inzake
rijksbelastingen (Stb. 1959, 301) en aan de richtlijn van
de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 juli 1969
betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen
van kapitaal (Publikatieblad van
3 oktober 1969);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en
verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Hoofdstuk I. Inleidende bepaling
Artikel 1
Krachtens deze wet worden de volgende belastingen geheven: