Het Binnenvaartpolitiereglement geldt op de openbare wateren in het Rijk, die voor de scheepvaart openstaan, met uitzondering van:
de Boven-Rijn, de Waal, het Pannerdensch Kanaal, de Neder-Rijn en de Lek;
de aan de onder a genoemde vaarwegen gelegen havens, laad- en losplaatsen en recreatieplassen, met uitzondering van de voorhavens van sluizen;
de Westerschelde met haar mondingen;
het Kanaal van Terneuzen met de buitenvoorhavens te Terneuzen;
de Eemsmonding, zoals bedoeld in het Eems-Dollardverdrag;
de Nederlandse gedeelten van de gemeenschappelijke Maas; en
de zeewaarts van de in het tweede lid vermelde lijn gelegen wateren.