Home

Waterschapswet

Geldig van 1 juli 1998 tot 1 december 1998
Geldig van 1 juli 1998 tot 1 december 1998

Waterschapswet

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-07-1998 tot 01-12-1998]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 133 van de Grondwet regels moeten worden gesteld volgens welke de opheffing en instelling geschiedt van waterschappen en volgens welke de taken en inrichting van waterschappen en de samenstelling van hun besturen worden geregeld;

dat voorts ingevolge diezelfde grondwetsbepaling de verordenende en andere bevoegdheden van de besturen van waterschappen, de openbaarheid van hun vergaderingen, alsmede het toezicht op deze besturen moet worden geregeld;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Titel I. De waterschappen

Hoofdstuk I. Inleidende bepalingen

Artikel 1

1.

Waterschappen zijn openbare lichamen welke de waterstaatkundige verzorging van een bepaald gebied ten doel hebben.

2.

De taken die tot dat doel aan waterschappen zijn of worden opgedragen betreffen de zorg voor hetzij de waterkering hetzij de waterhuishouding hetzij beide. Aan waterschappen, die met tenminste een van zulke taken zijn belast, kan daarnaast de zorg voor een of meer andere waterstaatsaangelegenheden zijn of worden opgedragen.

Artikel 2

Hoofdstuk II. Bepalingen voor het opheffen, het instellen en het reglementeren van waterschappen

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Titel II. De samenstelling en inrichting van het waterschapsbestuur

Hoofdstuk III. Inleidende bepaling

Artikel 10

Hoofdstuk IV. Het algemeen bestuur

§ 1. De samenstelling

Artikel 11
Artikel 12
Artikel 13

§ 2. De verkiezing

Artikel 14
Artikel 15
Artikel 16
Artikel 17
Artikel 18
Artikel 19
Artikel 20
Artikel 21
Artikel 22
Artikel 23
Artikel 24
Artikel 25
Artikel 26
Artikel 27
Artikel 28
Artikel 29
Artikel 30
Artikel 30a

§ 3. De inrichting

Artikel 31
Artikel 32
Artikel 33
Artikel 34
Artikel 35
Artikel 36
Artikel 37
Artikel 38
Artikel 39

Hoofdstuk V. Het dagelijks bestuur

§ 1. De samenstelling

Artikel 40
Artikel 41

§ 2. De inrichting

Artikel 42
Artikel 43
Artikel 44
Artikel 45

Hoofdstuk VI. De voorzitter

Artikel 46

Artikel 47

Artikel 48

Artikel 49

Artikel 50

Artikel 51

Hoofdstuk VII. Afdelingen

Artikel 52

Hoofdstuk VIII. De secretaris

Artikel 53

Artikel 54

Artikel 55

Titel III. De bevoegdheid van het waterschapsbestuur

Hoofdstuk IX. Algemene bepalingen

§ 1. Inleidende bepaling

Artikel 56

§ 2. Verhouding tot provincie en Rijk

Artikel 57
Artikel 58
Artikel 59

§ 3. Bijzondere voorzieningen

Artikel 60

§ 4. Bestuursdwang

Artikel 61
Artikel 62 [Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 63 [Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 64 [Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 65 [Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 66 [Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 67 [Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 68
Artikel 69 [Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 70
Artikel 71 [Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 72 [Vervallen per 01-01-1998]

§ 5. Bekendmaking en inwerkingtreding van besluiten die algemeen verbindende voorschriften inhouden

Artikel 73
Artikel 74
Artikel 75
Artikel 76

Hoofdstuk X. De bevoegdheid van het algemeen bestuur

Artikel 77

Artikel 78

Artikel 79

Artikel 80

Artikel 81

Artikel 82

Artikel 83

Hoofdstuk XI. De bevoegdheid van het dagelijks bestuur

§ 1. Algemene bevoegdheden

Artikel 84
Artikel 85
Artikel 86
Artikel 87
Artikel 88
Artikel 89

§ 2. Bijzondere bevoegdheden

Artikel 90
Artikel 91
Artikel 92
Artikel 93

Hoofdstuk XII. De bevoegdheid van de voorzitter

Artikel 94

Artikel 95

Artikel 96

Artikel 97

Titel IV. De financiën van het waterschap

Hoofdstuk XIII. Inleidende bepaling

Artikel 98

Hoofdstuk XIV. De begroting en de rekening

§ 1. De begroting

Artikel 99
Artikel 100
Artikel 101
Artikel 102
Artikel 103
Artikel 104

§ 2. De rekening

Artikel 105
Artikel 106
Artikel 107

Hoofdstuk XV. De administratie en de controle

Artikel 108

Artikel 109

Hoofdstuk XVI. De waterschapsbelastingen

Artikel 110

Artikel 111

Artikel 112 [Vervallen per 01-07-1996]

Artikel 113

Artikel 114

Artikel 115

Hoofdstuk XVII. Bijzondere bepalingen omtrent de omslagen

Artikel 116

Artikel 117

Artikel 118

Artikel 119

Artikel 120

Artikel 121

Artikel 122

Hoofdstuk XVIII. De heffing en invordering van waterschapsbelastingen

Artikel 123

Artikel 124

Artikel 125

Artikel 125a

Artikel 126

Artikel 126a

Artikel 127

Artikel 128

Artikel 129

Artikel 130 [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 131

Artikel 132

Artikel 133

Artikel 134

Artikel 135 [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 136

Artikel 137

Artikel 138

Artikel 139

Artikel 140 [Vervallen per 01-07-1997]

Artikel 141

Artikel 142

Artikel 143

Artikel 144

Artikel 145

Artikel 146

Artikel 147

Titel V. Aanvullende bepalingen inzake het toezicht op het waterschapsbestuur

Hoofdstuk XIX. Goedkeuring

Artikel 148

Artikel 149

Artikel 150 [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 151

Artikel 152 [Vervallen per 01-01-1998]

Hoofdstuk XX. Het beroep tegen besluiten

Artikel 153

Artikel 154 [Vervallen per 01-01-1994]

Artikel 155

Hoofdstuk XXI. Schorsing en vernietiging

Artikel 156

Artikel 157 [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 158

Artikel 159 [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 160 [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 161

Artikel 162

Artikel 163

Hoofdstuk XXII. Het toezicht op interprovinciale waterschappen

Artikel 164

Titel VI. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 165

Artikel 166

Artikel 167

Artikel 168

Artikel 169

Artikel 170 [Vervallen per 01-01-1997]

Artikel 170a

Artikel 171

Artikel 172

Artikel 173

Artikel 174

Artikel 175

Artikel 176

Artikel 177

Artikel 178

Artikel 179

Artikel 180

Inhoud