Deze wet is van toepassing op de volgende bestuursorganen:
Onze Ministers;
de bestuursorganen van provincies, gemeenten, waterschappen en publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie;
bestuursorganen die onder de verantwoordelijkheid van de onder a en b genoemde organen werkzaam zijn;
andere bestuursorganen, voor zover niet bij algemene maatregel van bestuur uitgezonderd.