verzekerd was op grond van deze wet en dat als gevolg van dat overlijden nog een overlevende ouder heeft; of
Algemene nabestaandenwet
Algemene nabestaandenwet
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Algemene Weduwen- en Wezenwet te vervangen door een nabestaandenverzekering, waarin rekening wordt gehouden met maatschappelijke ontwikkelingen van de laatste decennia;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen
Artikel 1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
premie voor de volksverzekeringen: de premie, bedoeld in de Wet financiering volksverzekeringen;
de Bank: de Sociale Verzekeringsbank, bedoeld in hoofdstuk 3 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997;
College van toezicht sociale verzekeringen: het College van toezicht sociale verzekeringen, bedoeld in hoofdstuk 2 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997;
nabestaande: de echtgenoot van degene, die op de dag van overlijden verzekerd is op grond van deze wet;
halfwees: een ongehuwd kind, van wie de vader of de moeder is overleden en van wie die vader of moeder op de dag van overlijden:
- 1°.
- 2°.
verzekerd was op grond van de Algemene Weduwen- en Wezenwet, zoals die wet luidde op de dag voor inwerkingtreding van deze wet, en dat als gevolg van dat overlijden nog een overlevende ouder heeft die het kind al geruime tijd voor het overlijden niet heeft verzorgd en opgevoed noch op substantiële wijze heeft bijgedragen in de kosten van diens levensonderhoud en dit ook na het overlijden niet doet en naar verwachting niet zal doen;
- 1°.
wezenuitkering: uitkering voor een kind dat ouderloos is geworden door het overlijden van degene die op de dag van overlijden verzekerd is op grond van deze wet;
lichaam: een rechtspersoon, een maat- en vennootschap, een samenwerkingsvorm zonder rechtspersoonlijkheid die met een vereniging kan worden gelijkgesteld, een onderneming van publiekrechtelijke rechtspersonen en een doelvermogen;
vreemdeling: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Vreemdelingenwet;
gezamenlijke huishouding: een gezamenlijke huishouding als bedoeld in artikel 3, tweede tot en met zesde lid;
hulpbehoevende: de persoon die vanwege ziekte of een of meer stoornissen van lichamelijke, verstandelijke of geestelijke aard blijvend niet in staat is een eigen huishouding te voeren daar hij dagelijks is aangewezen op intensieve zorg van anderen;
gezamenlijke huishouding ten behoeve van de verzorging van een hulpbehoevende:
- 1°.
de gezamenlijke huishouding van een nabestaande met een hulpbehoevende, indien de nabestaande of de overleden verzekerde een huishouding is gaan voeren met het doel de hulpbehoevende te gaan verzorgen; of
- 2°.
de gezamenlijke huishouding van een nabestaande die hulpbehoevende is met een ander, indien de nabestaande een huishouding is gaan voeren met het doel door die ander te worden verzorgd.
- 1°.
Artikel 2
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
bruto-minimumloon: het in
bedoelde bedrag;netto-minimumloon: het in onderdeel a bedoelde bedrag na aftrek van de daarvan in te houden loonbelasting en premies ingevolge de sociale verzekeringswetten behoudens de nominale premie ingevolge de Ziekenfondswet. De in te houden loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen worden berekend met toepassing van de groene tabellen voor een in tariefgroep 3 ingedeelde werknemer, jonger dan 65 jaar, over het in onderdeel a bedoelde bedrag, vermeerderd met het werkgeversaandeel in de procentuele premie ingevolge de Ziekenfondswet en verminderd met het werknemersaandeel in de premie ingevolge de Werkloosheidswet;
bruto-minimumvakantiebijslag: het bedrag waarop degene die aanspraak heeft op het bruto-minimumloon ingevolge
aanspraak heeft;netto-minimumvakantiebijslag: het in onderdeel c bedoelde bedrag na aftrek van de daarvan in te houden loonbelasting en premies ingevolge de sociale verzekeringswetten, behoudens de nominale premie ingevolge de Ziekenfondswet. De in te houden loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen worden berekend met toepassing van de groene tabel voor bijzondere beloningen voor een in tariefgroep 3 ingedeelde werknemer, jonger dan 65 jaar, over het in onderdeel c bedoelde bedrag, vermeerderd met het werkgeversaandeel in de procentuele premie ingevolge de Ziekenfondswet en verminderd met het werknemersaandeel in de premie ingevolge de Werkloosheidswet.
Indien ingevolge één van de sociale verzekeringswetten een premie wordt ingehouden waarvan het percentage per bedrijfstak verschilt, wordt voor de toepassing van het eerste lid, onderdelen b en d, met inachtneming van bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels bij ministeriële regeling een gemiddeld percentage vastgesteld.