Home

Wijzigingswet Algemene wet inzake rijksbelastingen, enz. (herziening stelsel van bestuurlijke boeten en fiscale strafrecht)

Geldig vanaf 1 januari 1998
Geldig vanaf 1 januari 1998

Wijzigingswet Algemene wet inzake rijksbelastingen, enz. (herziening stelsel van bestuurlijke boeten en fiscale strafrecht)

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-1998]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het stelsel van bestuurlijke boeten in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, mede met het oog op de werking van het Europese Verdrag tot bescherming van de Rechten van de mens en de fundamentele vrijheden alsmede van het Internationale Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, te herzien, de mogelijkheid te scheppen voor het opleggen van een boete bij de vaststelling van definitieve aanslagen en in samenhang daarmee het fiscale strafrecht te herzien alsmede in verband met een en ander de Invorderingswet 1990 te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

[Wijzigt de Algemene wet inzake rijksbelastingen.]

ARTIKEL II

[Wijzigt de Invorderingswet 1990.]

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip en vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot aangiften en betalingen die betrekking hebben op tijdvakken of tijdstippen die aanvangen onderscheidenlijk liggen op of na de datum van inwerkingtreding. Voor aangiften vermogensbelasting vindt deze wet voor het eerst toepassing met betrekking tot aangiften die betrekking hebben op het tijdvak dat volgt op het in de vorige volzin bedoelde tijdvak.

Artikel IV [Vervallen per 01-01-1998]