Besluit verhaal van onroerende-zaakbelasting

Geldig vanaf 9 december 2017

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 09-12-2017]

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 16 juli 1999, nr. FO99/U77120;

De Raad van State gehoord (advies van 13 augustus 1999, nr. W04.99.0372/I);

Gezien het nader rapport van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 22 september 1999, nr. FO99/82782;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Verhaal van de onroerende-zaakbelasting, als bedoeld in artikel 220b, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet vindt plaats naar evenredigheid van

het aantal delen van de onroerende zaak dat bestemd is voor afzonderlijk gebruik, en
de duur van het gebruik van het desbetreffende deel van de onroerende zaak.

Partijen kunnen bij overeenkomst afwijken van het eerste lid.

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2000.

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit verhaal van onroerende-zaakbelasting.