De korpschef kan met de Commandant van de Koninklijke marechaussee afspraken maken over samenwerking als bedoeld in artikel 5 van de Politiewet 2012. De samenwerking heeft betrekking op de uitvoering van of de voorbereiding op de politietaken, die aan de Koninklijke marechaussee zijn opgedragen in artikel 4 van de Politiewet 2012.
Samenwerkingsregeling politie-Koninklijke marechaussee
Samenwerkingsregeling politie-Koninklijke marechaussee
Opschrift
Aanhef
De Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie;
handelend in overeenstemming met de Minister van Defensie;
Gelet op artikel 48, tweede en derde lid, van de Politiewet 1993;
Besluiten:
Artikel 1
De in het eerste lid bedoelde afspraken worden op schrift gesteld en bevatten in ieder geval de volgende onderwerpen:
het doel van de samenwerking;
de duur van de samenwerking;
de met de samenwerking gemoeide inzet van personeel;
de met de samenwerking gemoeide additionele kosten, alsmede de toedeling van die kosten,
de wijze waarop de samenwerking kan of zal worden beëindigd.
De afspraken worden schriftelijk ter kennis gebracht van het bevoegd gezag en de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Defensie. De afspraken worden niet geëffectueerd dan nadat het bevoegd gezag, de betrokken hoofdofficieren van justitie en de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Defensie daarmee hebben ingestemd.
Artikel 1a
De artikelen 5 tot en met 12 van het Besluit verplichte politiegegevens zijn van overeenkomstige toepassing op de eenheid bij de Koninklijke marechaussee, belast met het, ten behoeve van de recherchefunctie, verwerken van gegevens die noodzakelijk zijn voor de opsporing van misdrijven als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel a, van de Wet politiegegevens.
Artikel 6b van de Regeling informatiebeveiliging politie is van overeenkomstige toepassing op de eenheid, bedoeld in het eerste lid.
Artikel 1b
Deze regeling berust op artikel 5 van de Politiewet 2012.