Home

Inkomstenbelasting, meewerkaftrek, meewerkbeloning

Geldig vanaf 19 januari 2006
Geldig vanaf 19 januari 2006

Inkomstenbelasting, meewerkaftrek, meewerkbeloning

Besluit CPP2006/73M

Versies van huidig besluit

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 19-01-2006]

De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Dit is een besluit over de meewerkaftrek en de meewerkbeloning. Het bevat standpunten uit eerder uitgebrachte besluiten en één nieuw standpunt.

Voorgaande besluiten

Er is een niet eerder gepubliceerd standpunt ingenomen in onderdeel 4 van dit besluit. Daarnaast zijn, zonder een inhoudelijke wijziging te beogen, de navolgende (onderdelen van) besluiten inzake de regeling van de meewerkaftrek (artikel 3.78 van de Wet IB 2001) en de meewerkbeloning geactualiseerd en overgenomen in dit besluit.

  • - Besluit van 22 juli 2002, nr. CPP2002/667M,

  • - Besluit van 29 april 2004, nr. CPP2003/2360, vraag 1.

De navolgende onderdelen van besluiten bevatten geen beleidsstandpunten over de meewerkaftrek en hebben vooral een voorlichtend karakter. Gelet hierop zijn deze onderdelen van de besluiten niet in dit besluit overgenomen. Voor zoveel nodig zijn of worden deze onderdelen geactualiseerd verwerkt in voorlichtingsmateriaal.

  • - Besluit van 25 augustus 2000, nr. CPP2000/1313M, vraag/antwoord B.3.2.d,

  • - Besluit van 30 november 2001, nr. CPP2001/3035M, vraag/antwoord B.3.2.k.

1. Meewerkaftrek, goedkeuring

De regeling van de meewerkaftrek (artikel 3.78 van de Wet IB 2001) bevat ten opzichte van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 een onbedoelde beperking. Deze beperking betreft de voorwaarde dat de partner zonder enige vergoeding arbeid moet verrichten om in aanmerking te komen voor meewerkaftrek. Hiermee ontstaat een discrepantie met artikel 3.16, vierde lid, van de Wet IB 2001 waarin is geregeld dat niet in aftrek op de winst van de ondernemer kan komen de vergoeding aan de partner voor in de onderneming verrichte arbeid, indien die vergoeding lager is dan € 5.000. Een zodanige vergoeding behoort dan bij de partner van de ondernemer ook niet tot het resultaat uit overige werkzaamheden. De letterlijke toepassing van voormeld artikel 3.78 brengt mee dat bij een arbeidsvergoeding van minder dan € 5.000 geen recht bestaat op meewerkaftrek, terwijl voor de bepaling van de winst en het resultaat uit overige werkzaamheden geen vergoeding in aanmerking wordt genomen. Bovendien zal onder de Wet IB 2001 op grond van het voor beide partners geldende winstregime de in aanmerking te nemen beloning doorgaans niet lager zijn dan € 5.000. Artikel 3.78, tweede lid, Wet IB 2001 stelt voor de toepassing van de regeling van de meewerkaftrek namelijk de eis dat minimaal 525 uur arbeid in de onderneming dient te zijn verricht.

Goedkeuring

Ik keur goed dat voor de toepassing van de meewerkaftrek onder de woorden “zonder enige vergoeding” in de zin van het eerste lid van artikel 3.78 van de Wet IB 2001 mede wordt begrepen een, ongeacht de zakelijk te bepalen vergoeding, feitelijk overeengekomen en/of verstrekte vergoeding van minder dan € 5.000. Aan deze goedkeuring verbind ik de voorwaarde dat de ondernemer bij het bepalen van de winst slechts het bedrag dat feitelijk als vergoeding is overeengekomen en/of verstrekt als kosten in verband met de werkzaamheden van de meewerkende partner in aanmerking neemt. Dit bedrag geldt tevens bij de meewerkende partner als behaald voordeel in de zin van artikel 3.96, onderdeel b, Wet IB 2001. Toepassing van de meewerkaftrek door de ondernemer betekent derhalve dat ter zake van de vergoeding van arbeid door de meewerkende partner, op grond van artikel 3.16, vierde lid, Wet IB 2001 bij de ondernemer geen recht bestaat op aftrek als kosten terwijl bij de meewerkende partner op grond van artikel 3.96, onderdeel b, Wet IB 2001 een vrijstelling van toepassing is.

Toepassing

Toepassing door de ondernemer van de regeling van de meewerkaftrek in de aangifte impliceert tevens de toepassing van deze goedkeuring.

2. Meewerkbeloning en tijdsevenredige toepassing

3. Meewerkbeloning en gebroken boekjaar ondernemer

4. Schuldig gebleven meewerkbeloning bij in algehele gemeenschap van goederen gehuwden

5. Inwerkingtreding, intrekking voorgaande besluiten