Wijzigingsbesluit enige fiscale uitvoeringsbesluiten (2012)
Wijzigingsbesluit enige fiscale uitvoeringsbesluiten (2012)
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 21 november 2011, DV/2011/556;
Gelet op de artikelen 3.20, 5.20 en 10.8 van de Wet inkomstenbelasting 2001, de artikelen 13bis, 18g, 31a en 39c van de Wet op de loonbelasting 1964, artikel 15 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, artikel 21 van de Successiewet 1956, artikel 15 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer, artikel 11 van de Wet op de omzetbelasting 1968, de artikelen 14b en 15 van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992, de artikelen 72 en 73 van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994, artikel 15 van de Wet belasting zware motorrijtuigen, artikel 1:4 van de Algemene douanewet, de artikelen 2a, 64, 65, 66, 66a, 70, 71, 71h en 82 van de Wet op de accijns, voor wat betreft de artikelen 2a, 66 en 66a van de Wet op de accijns mede in samenhang met artikel 70 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de artikelen 10a en 38 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de artikelen 31 en 37h van de Wet waardering onroerende zaken, de artikelen 59, 88a en 88b van de Wet belastingen op milieugrondslag en artikel 46 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen:
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 14 december 2011, No. W06.11.0500/III);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 21 december 2011, DB/2011/462;
Hebben goedgevonden en verstaan: