Besluit Fiscaal Bestuursrecht
Besluit Fiscaal Bestuursrecht
Besluit 2021-9584
Opschrift
Dit besluit actualiseert het Besluit Fiscaal Bestuursrecht (BFB) van 9 mei 2017, nr. 2017-1209 ( Stcrt. 2017, 28270 ), laatstelijk gewijzigd bij besluit van 16 december 2020, nr. 2020-27173 ( Stcrt. 2020, 66541 ). Naast enkele redactionele verbeteringen is het besluit op diverse punten verduidelijkt en geactualiseerd.
§ 1. Inleiding
Het Besluit Fiscaal Bestuursrecht is een verzamelbesluit met beleidsregels op het terrein van het fiscale bestuursrecht. Het besluit heeft vooral betrekking op het formele belastingrecht, maar gaat ook in op enkele civielrechtelijke aspecten.
Dit besluit vervangt het Besluit Fiscaal Bestuursrecht van 9 mei 2017, nr. 2017-1209 (Stcrt. 2017, 28270), zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 16 december 2020, nr. 2020-27173 (Stcrt. 2020, 66541). Hierbij zijn, afgezien van actualiseringen en redactionele verbeteringen, de volgende wijzigingen aangebracht.
Paragraaf 9 (horen in bezwaar) is aangevuld met de mogelijkheid tot anders dan in persoon horen.
Paragraaf 12 (klachten) is verduidelijkt en aangepast aan de nieuwe topstructuur van de Belastingdienst.
Aan paragraaf 13 (uitnodiging aangifte inkomstenbelasting) is toegevoegd dat ook wordt uitgenodigd degene voor wie vermoedelijk een beschikking rendementsgrondslag (artikel 9.4a Wet inkomstenbelasting 2001) moet worden vastgesteld.
Paragraaf 18 (heffingsrente) is vervallen omdat de in deze paragraaf genoemde situaties zich in de praktijk niet meer kunnen voordoen.
Aan paragraaf 19 (belastingrente) is een tweede lid toegevoegd over belastingrentevergoeding bij een teruggaafbeschikking (verduidelijking van artikel 30ha, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen).
In paragraaf 23, achtste lid, onderdeel d, is verwerkt dat een verzoek om ambtshalve vermindering of teruggaaf alleen wordt gehonoreerd als dat verzoek op de voorgeschreven wijze is gedaan (bijvoorbeeld in de vorm van een correctiebericht of suppletie). Zo nodig wordt een herstelmogelijkheid geboden.
Met de wijziging van paragraaf 23, zestiende lid, wordt voor zover nodig bevestigd dat teruggaaf van onterecht terugvorderde staatssteun mogelijk is.
Paragraaf 27 (schadevergoeding) is geactualiseerd en aangepast aan de nieuwe topstructuur van de Belastingdienst.
Aan paragraaf 28 (coulancerentevergoeding) is de mogelijkheid van het verzoeken om heroverweging van de beslissing op het verzoek om toekenning van een coulancerentevergoeding toegevoegd. Dit is in overeenstemming met de bestaande praktijk.
§ 1.1. Gebruikte begrippen en afkortingen
Adw |
|
Awb |
|
AWR |
|
Belastingdienst |
Directoraat-Generaal Belastingdienst |
BW |
Burgerlijk Wetboek |
Corporate Dienst Vaktechniek |
Corporate Dienst Vaktechniek van de Belastingdienst |
Fiscale en Juridische Zaken |
Concerndirectie Fiscale en Juridische Zaken van de Belastingdienst |
IB/PVV |
Inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen |
IW 1990 |
|
Staatssecretaris |
de Staatssecretaris van Financiën |
Uitvoeringsregeling AWR |
Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994 |
Vpb |
Vennootschapsbelasting |
Wna |
|
Zvw |
De overige organisatieonderdelen en (algemeen) directeuren van de Belastingdienst genoemd in dit besluit zijn de organisatieonderdelen en de (algemeen) directeuren genoemd in de artikelen 3 en 4 van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003.
Afhankelijk van de context moet voor 'inspecteur' in dit besluit 'ontvanger' worden gelezen, met inbegrip van de door hen gemandateerde medewerkers (zie ook hoofdstuk 2 van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003). Ook kan, waar toepasselijk, de term 'opsporingsambtenaar' worden gelezen. De term 'Belastingdienst' omvat al deze medewerkers. Ook afhankelijk van de context moet voor 'belastingplichtige' of 'inhoudingsplichtige', 'belastingschuldige' worden gelezen.