Home

Aanwijzing SG A/925 Uitvoering drugsbeleid Defensie

Geldig vanaf 28 maart 2007
Geldig vanaf 28 maart 2007

Aanwijzing SG A/925 Uitvoering drugsbeleid Defensie

Besluit BWBS0000867-20070328

Versies van huidig besluit

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 28-03-2007]

28 maart 2007

Doelstelling van de aanwijzing

Het Defensie beleid ten aanzien van het gebruik van en handel in drugs is verwoord in de brief van de staatssecretaris van 16 april 1997. Mede met het oog op het toenemende gezamenlijk optreden tussen de defensieonderdelen, ziet deze aanwijzing op een geharmoniseerde uitvoeringspraktijk.

Het gebruik of aanwezig hebben van drugs, om welke reden dan ook, door militairen wordt niet getolereerd. Een direct en onvoorwaardelijk inzetbare krijgsmacht noodzaakt tot een scherp drugs- beleid, gelet op de negatieve effecten die drugs hebben op de inzetbaarheid. Ook vanuit een oogpunt van veiligheid van het personeel is het volstrekt ontoelaatbaar dat militairen drugs gebruiken, mede gelet op de lange tijd dat de werkzame stoffen actief zijn in het lichaam. Ook het feit dat het gezamenlijk gebruiken van drugs kan leiden tot een groepsbinding die is gebaseerd op negatieve gronden is een reden om actief op te treden tegen drugs binnen de krijgsmacht. Voorts is algemeen bekend dat drugshandel verbindingen heeft met andere vormen van criminaliteit. Ten slotte wordt het aanzien van het militaire ambt ernstig geschaad wanneer militairen zich op enigerlei wijze inlaten met drugs.

Het binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, aanwezig hebben, vervaardigen of gebruiken van hard- en softdrugs door militair personeel wordt dan ook niet getolereerd. Deze gedragingen zijn strafbare feiten en kwalificeren zich als wangedrag dan wel verregaande nalatigheid in de vervulling van de plichten.

1.1. Begripsbepalingen

1.2. Sanctiebeleid

1. Hoofdregel

2. Schriftelijke waarschuwing

3. Bijzondere positie militair personeel Koninklijke Marechaussee

4. Bijzondere positie personeel geplaatst in het Caraïbisch gebied

1.3. Toepassing van dit beleid op het burgerpersoneel

1.3.1. Voorlichting

1.3.2