Hij die Nederland metterwoon heeft verlaten en binnen een jaar nadien metterwoon terugkeert zonder inmiddels in de Nederlandse Antillen, in Aruba of op het grondgebied van een andere Mogendheid te hebben gewoond, wordt ook voor de duur van zijn afwezigheid geacht in Nederland te hebben gewoond.
Wet op de inkomstenbelasting 1964
Wet op de inkomstenbelasting 1964
Opschrift
Aanhef
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het Besluit op de Inkomstenbelasting 1941 door een meer overzichtelijke en op verschillende punten herziene wettelijke regeling te vervangen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Hoofdstuk I. Belastingplicht
Artikel 1. Subjectieve belastingplicht
Artikel 2. Woonplaatsfictie
De niet in Nederland wonende Nederlander die in dienstbetrekking staat tot een Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersoon, alsmede zijn niet duurzaam gescheiden van hem levende echtgenoot en de kinderen die jonger dan 27 jaar zijn en in belangrijke mate door hem worden onderhouden, worden geacht in Nederland te wonen. De eerste volzin is niet van toepassing indien de aldaar bedoelde Nederlander buiten Nederland werkzaam is in het land waar hij is aangeworven, tenzij hij militair is.