Home

Wet op de inkomstenbelasting 1964

Geldig vanaf 5 januari 2000
Geldig vanaf 5 januari 2000

Wet op de inkomstenbelasting 1964

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 05-01-2000]

Aanhef

Tekst tot en met 31-12-2000.

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het Besluit op de Inkomstenbelasting 1941 door een meer overzichtelijke en op verschillende punten herziene wettelijke regeling te vervangen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk I. Belastingplicht

Artikel 1. Subjectieve belastingplicht

Onder de naam 'inkomstenbelasting' wordt een directe belasting geheven, waaraan zijn onderworpen de natuurlijke personen die:

  1. in Nederland wonen (binnenlandse belastingplichtigen);

  2. niet in Nederland wonen en binnenlands inkomen genieten (buitenlandse belastingplichtigen).

Artikel 2. Woonplaatsfictie

1.

Hij die Nederland metterwoon heeft verlaten en binnen een jaar nadien metterwoon terugkeert zonder inmiddels in de Nederlandse Antillen, in Aruba of op het grondgebied van een andere Mogendheid te hebben gewoond, wordt ook voor de duur van zijn afwezigheid geacht in Nederland te hebben gewoond.

2.

De niet in Nederland wonende Nederlander die in dienstbetrekking staat tot een Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersoon, alsmede zijn niet duurzaam gescheiden van hem levende echtgenoot en de kinderen die jonger dan 27 jaar zijn en in belangrijke mate door hem worden onderhouden, worden geacht in Nederland te wonen. De eerste volzin is niet van toepassing indien de aldaar bedoelde Nederlander buiten Nederland werkzaam is in het land waar hij is aangeworven, tenzij hij militair is.

3.

Voor de toepassing van het tweede lid, artikel 46, artikel 55 en artikel 56 kunnen bij ministeriële regeling regels worden gesteld naar welke wordt beoordeeld of een kind in belangrijke mate wordt onderhouden.

Hoofdstuk II. Voorwerp van de belasting bij binnenlandse belastingplichtigen

Afdeling 1. Inkomen

Artikel 3. Objectieve belastingplicht

Artikel 4. Bestanddelen van onzuiver inkomen

Artikel 5. Persoonlijk inkomen; samenvoeging van inkomens van gehuwden

Afdeling 2. Winst uit onderneming

Artikel 6. Winst uit onderneming

Artikel 7. (Totaal)winst

Artikel 8a. Niet-aftrekbare kosten (gemengde kosten)

Artikel 8b. Aftrekbeperking voor de ondernemer zelf

Artikel 8c. Winst uit zeescheepvaart

Artikel 9. (Jaar)winst; goed koopmansgebruik

Artikel 9a. Kosten en lasten die buiten aanmerking blijven

Artikel 9b. Pensioenverplichtingen e.d.

Artikel 10. Afschrijving

Artikel 10a. Afschrijving in tijdvak

Artikel 11

Artikel 11a. Desinvesteringsbijtelling

Artikel 11b. Tijdvak van investering

Artikel 11c. Scholingsaftrek

Artikel 12. Vorming van fiscale reserves; regelmatige boekhouding

Artikel 13

Artikel 14. Vervangingsreserve

Artikel 14a

Artikel 14b. Voordelen bij fusie geen winst

Artikel 14c

Artikel 15. Staken van onderneming door overlijden

Artikel 16. Verplichte eindafrekening

Artikel 17. Geruisloze overdracht van een onderneming binnen familiesfeer

Artikel 18. Geruisloze inbreng bij omzetting van onderneming in NV of BV

Artikel 19

Artikel 20. Gebroken boekjaar

Afdeling 2a. Winst uit aanmerkelijk belang

Artikel 20a. Winst uit aanmerkelijk belang

Artikel 20b. Reguliere voordelen

Artikel 20c. Vervreemdingsvoordelen

Artikel 20d. Verzoek tot doorschuiving

Artikel 20e. Fictief aanmerkelijk belang

Artikel 20f. Aandelenfusie

Artikel 20g

Artikel 20h. Tijdstip genieten

Artikel 20i. Vaststellen verkrijgingsprijs

Afdeling 3. Zuivere inkomsten

Artikel 21. Zuivere inkomsten

Artikel 22. Inkomsten uit arbeid

Artikel 23. Voordelen welke geen inkomsten uit arbeid zijn

Artikel 24. Inkomsten uit vermogen

Artikel 25. Bestanddelen inkomsten uit vermogen

Artikel 25a. Forfaitair rendement bij bloot eigendom

Artikel 25b. Tijdelijk gerechtigd zijn; anders dan krachtens wettelijk vruchtgenot

Artikel 25c. Voordeel bij verstrijken van periode van terbeschikkingstelling aan een ander

Artikel 25d. Niet-tijdelijke gerechtigdheid van een ander

Artikel 26. Voordelen welke geen inkomsten uit vermogen zijn

Artikel 26a. Vrijstelling rente in kapitaalsuitkering uit levensverzekering

Artikel 26b. Toescheiding verzekeringspolissen bij boedelscheiding

Artikel 27. Vervreemding lopende termijnen

Artikel 28

Artikel 29. Bonusaandelen

Artikel 29a. Fictief rendement buitenlandse beleggingsmaatschappij

Artikel 30. Periodieke uitkeringen en verstrekkingen

Artikel 30a. Periodieke uitkeringen en verstrekkingen van publiekrechtelijke aard

Artikel 30b. Niet als inkomsten aan te merken uitkeringen en verstrekkingen

Artikel 31. Vervanging van inkomsten

Artikel 32

Artikel 33. Tijdstip van genieten inkomsten

Artikel 34. Waardering van inkomsten in natura

Artikel 35. Aftrekbare kosten

Artikel 36. Niet-aftrekbare kosten

Artikel 37. Arbeidskostenforfait

Artikel 38. Tijdstip kostenaftrek

Afdeling 4. Winst uit aanmerkelijk belang

Artikel 39

Artikel 40

Artikel 40a

Artikel 40b

Artikel 41

Afdeling 5. Standsuitgaven

Artikel 42. Standsuitgaven

Artikel 42a. Huurwaardeforfait

Artikel 42b. Rentevrijstelling

Artikel 42c. Dividendvrijstelling

Artikel 43. Niet aftrekbare kosten

Artikel 44. Storting op aandelen

Artikel 44a. Fondsen voor gemene rekening

Artikel 44b. Bonusaandelen van beleggingsinstellingen

Artikel 44c

Afdeling 5a. Oudedagsreserve

Artikel 44d. Oudedagsreserve

Artikel 44e. Toevoegingen aan oudedagsreserve

Artikel 44f. Volgorde afneming van oudedagsreserve

Artikel 44g. Overneming oudedagsreserve bij overlijden van de belastingplichtige

Artikel 44h

Artikel 44i. Nadere bepalingen voor bijzondere situaties: gebroken boekjaar

Artikel 44j. Ondernemingsvermogen

Artikel 44k. Beschikking

Artikel 44l

Afdeling 5b. Zelfstandigenaftrek

Artikel 44m

Afdeling 5c. Meewerkaftrek

Artikel 44n. Meewerkaftrek

Afdeling 6. Persoonlijke verplichtingen, negatieve persoonlijke verplichtingen, buitengewone lasten en aftrekbare giften

Artikel 45. Persoonlijke verplichtingen

Artikel 45a. Basisaftrek

Artikel 45b. Tijdstip aftrek

Artikel 45c. Negatieve persoonlijke verplichtingen

Artikel 46. Buitengewone lasten

Artikel 46a. Samenvoeging buitengewone lasten van ongehuwd samenwonenden

Artikel 47. Aftrekbare giften

Afdeling 7. Rentevrijstelling en dividendvrijstelling

Artikel 47a

Artikel 47b

Hoofdstuk III. Voorwerp van de belasting bij buitenlandse belastingplichtigen

Artikel 48. Objectieve belastingplicht

Artikel 49. Binnenlands onzuiver inkomen

Artikel 50. Ondernemingen ten behoeve van personen- en goederenvervoer

Hoofdstuk IV. Verrekening van verliezen

Artikel 51. Negatief inkomen

Artikel 51a. Beschikking

Artikel 52. Verlies verrekenen over voorafgaand kalenderjaar

Artikel 52a. Beschikking

Hoofdstuk V. Tarief

Artikel 53. Belastbare som

Artikel 53a. Tarieftabel

Artikel 53b

Artikel 54. Tariefgroepindeling

Artikel 54a

Artikel 55. Basisaftrek

Artikel 56. Overdracht basisaftrek ongehuwd samenwonenden

Artikel 57. 45%-tarief

Artikel 57a. 25%-tarief

Artikel 57b. 20%-tarief

Artikel 58. Inkomsten voortvloeiende uit herkapitalisatie

Artikel 58a. Volgorde verminderingen op diverse tarieven

Artikel 59. Maximum als bij AOW

Artikel 59a

Artikel 60. Verlies uit aanmerkelijk belang

Hoofdstuk VA. Vervallen

Artikel 61

Artikel 61a

Artikel 61b

Artikel 61c

Artikel 61d

Artikel 61e

Artikel 61ea

Artikel 61eb

Artikel 61f

Artikel 61g

Artikel 61ga

Artikel 61h

Hoofdstuk VI. Wijze van heffing en verhaalsregeling

Artikel 62. Aanslagheffing

Artikel 62a

Artikel 62b

Artikel 63. Voorheffingen

Artikel 63a. Voorlopige teruggaaf

Artikel 64. Achterwege blijven vaststellen van aanslag en verrekening

Artikel 65. Invorderingsvrijstelling

Artikel 65a

Artikel 66. Aansprakelijkheid

Hoofdstuk VII. Aanvullende regelingen

Afdeling 1. Middeling

Artikel 66a. Middelingsteruggaaf

Afdeling 2. Indexering

Artikel 66b. Inflatiecorrectie

Artikel 66c

Artikel 66d. Indexcijfer woninghuur

Artikel 66e. Bepalen indexcijfer woninghuren

Afdeling 3. Overige aanvullende regelingen

Artikel 67. Regels van AMvB

Artikel 68. Natuurschoonwet 1928

Artikel 68a. Splitsing ex art. 2:334a BW

Artikel 68aa. Fusie ex art. 2:309 BW

Artikel 68b. Willekeurige afschrijving op Nederlandse Antillen en Aruba

Hoofdstuk VIII. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 69. Termijnen van lijfrenten

Artikel 70. Waardeveranderingen van grond (bestemmingswijzigingswinst)

Artikel 70a. Waardering pensioenverplichtingen

Artikel 70b. Winst uit zeescheepvaart

Artikel 70ba

Artikel 70c. Bepaling verkrijgingsprijs per 1 januari 1997

Artikel 70d. Fictief aanmerkelijk belang

Artikel 71

Artikel 71a

Artikel 72

Artikel 73

Artikel 74

Artikel 75. Overgangsrecht voor oude lijfrentecontracten

Artikel 76. Eerbiedigende werking voor oude kapitaalsverzekeringen

Artikel 77

Artikel 78

Artikel 78a. Rente uit levensverzekering

Artikel 79

Artikel 80. Niet toepasselijkheid art. 44

Artikel 80a. Fondsen voor gemene rekening

Artikel 80b. Stamrecht

Artikel 80c

Artikel 81

Artikel 81a. Aftrekbare giften

Artikel 82. Uitgezonderde geldleningen aan beginnende ondernemers

Artikel 83

Artikel 84

Artikel 85

Artikel 86

Artikel 87

Artikel 88

Artikel 89

Artikel 90

Artikel 91

Artikel 92

Artikel 93

Artikel 94

Artikel 95. Inwerkingtreding