Luchtvaartovereenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Costa Rica
Luchtvaartovereenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Costa Rica
Opschrift
Luchtvaartovereenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Costa Rica
Luchtvaartovereenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Costa Rica
Preambule
De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
en
de Regering van de Republiek Costa Rica;
Geleid door de wens de ontwikkeling van het luchtverkeer tussen hun onderscheiden landen te bevorderen en de internationale samenwerking op dit gebied in zo ruim mogelijke mate voort te zetten;
Voorts geleid door de wens op dit vervoer de beginselen en bepalingen toe te passen van het op 7 december 1944 te Chicago ondertekende Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart;
Geleid door de wens op grondslagen van billijkheid, gelijkheid en wederkerigheid geregelde luchtdiensten tussen de twee landen tot stand te brengen teneinde een grotere samenwerking op het gebied van de internationale luchtvaart te verkrijgen;
Zijn als volgt overeengekomen:
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Voor de uitlegging en de uitvoering van deze Overeenkomst en de Bijlage daarbij, hebben de onderstaande termen de volgende betekenis:
onder „Verdrag van Chicago" wordt verstaan: het op 7 december 1944 te Chicago ondertekende Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, met inbegrip van alle overeenkomstig de artikelen 90 en 94 daarvan aangenomen Bijlagen en goedgekeurde wijzigingen die door beide Overeenkomstsluitende Partijen zijn bekrachtigd;
onder „Overeenkomst" wordt verstaan: deze Overeenkomst, de ter toepassing daarvan opgestelde Bijlage en alle wijzigingen van de Overeenkomst en de Bijlage;
onder „luchtvaartautoriteiten" wordt verstaan: wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, de Minister van Verkeer en Waterstaat en wat de Republiek Costa Rica betreft, het Ministerie van Openbare Werken en Vervoer of ieder die bevoegd is de functies te vervullen die thans door bedoelde autoriteiten worden uitgeoefend;
onder „aangewezen luchtvaartmaatschappij" wordt verstaan: een luchtvaartmaatschappij die overeenkomstig het in artikel 3 van deze Overeenkomst bepaalde door een Overeenkomstsluitende Partij is aangewezen voor de exploitatie van de overeengekomen diensten op de in de Bijlage bij deze Overeenkomst omschreven routes;
onder „luchtdienst" wordt verstaan: elke door voor het openbaar vervoer van passagiers, vracht en post bestemde luchtvaartuigen tegen betaling verrichte geregelde dienst;
onder „internationale luchtdienst" wordt verstaan: de luchtdienst die het luchtruim boven het grondgebied van meer dan één Staat doorkruist;
onder „tussenlanding anders dan voor commerciële doeleinden" wordt verstaan: de landing tijdens de luchtdienst voor andere doeleinden dan het opnemen of afzetten van passagiers, bagage, vracht en post;
onder „tarief" wordt verstaan: de voor het vervoer van passagiers en vracht betaalde prijs en de daarvoor geldende voorwaarden, met inbegrip van de op agentschappen of aanvullende diensten betrekking hebbende bedragen en commissies, met uitzondering van de betaling en andere voorwaarden betreffende het vervoer van post;
onder „frequentie" wordt verstaan: het aantal retourvluchten dat een luchtvaartmaatschappij gedurende een bepaalde periode op een omschreven route uitvoert;
onder „overeengekomen diensten" wordt verstaan: de internationale luchtdiensten die overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst op de omschreven routes kunnen worden ingesteld;
onder „omschreven routes" wordt verstaan: de in de Bijlage bij deze Overeenkomst vastgestelde routes;
de term „grondgebied" heeft de daaraan in artikel 2 van het Verdrag van Chicago toegekende betekenis.