Home

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Geldig vanaf 1 juli 2013
Geldig vanaf 1 juli 2013

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-07-2013]

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Preambule

Zijne Majesteit de Koning der Belgen, de President van de Bondsrepubliek Duitsland, de President van de Franse Republiek, de President van de Italiaanse Republiek, Hare Koninklijke Hoogheid de Groothertogin van Luxemburg, Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden, 1

Vastberaden de grondslagen te leggen voor een steeds hechter verbond tussen de Europese volkeren,

Besloten hebbende door gemeenschappelijk optreden de economische en sociale vooruitgang van hun staten te verzekeren en daartoe de barrières die Europa verdelen te verwijderen,

Vaststellende als wezenlijk doel van hun streven, een voortdurende verbetering van de omstandigheden waaronder hun volkeren leven en werken, te verzekeren,

Erkennende dat de verwijdering van de bestaande hinderpalen eensgezind optreden vereist teneinde de gestadige expansie, het evenwicht in het handelsverkeer en de eerlijkheid in de mededinging te waarborgen,

Verlangende de eenheid hunner volkshuishoudingen te versterken en de harmonische ontwikkeling daarvan te bevorderen door het verschil in niveau tussen de onderscheidene gebieden en de achterstand van de minder begunstigde gebieden te verminderen,

Geleid door de wens door middel van een gemeenschappelijke handelspolitiek bij te dragen tot de geleidelijke opheffing der beperkingen in het internationale handelsverkeer,

Wensende de verbondenheid van Europa met de landen overzee te bevestigen en verlangende de ontwikkeling van hun welvaart te verzekeren, overeenkomstig de beginselen van het Handvest der Verenigde Naties,

Vastbesloten door deze bundeling van krachten de waarborgen voor vrede en vrijheid te versterken en de overige Europese volkeren die hun idealen delen, oproepende zich bij hun streven aan te sluiten,

Vastbesloten het hoogst mogelijke kennisniveau voor hun volkeren na te streven door middel van ruime toegang tot onderwijs en door middel van de voortdurende vernieuwing daarvan,

Hebben te dien einde als hun gevolmachtigden aangewezen: 2

Die, na overlegging van hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten, omtrent de volgende bepalingen overeenstemming hebben bereikt.

EERSTE DEEL. DE BEGINSELEN

Artikel 1

TITEL I. CATEGORIEËN EN GEBIEDEN VAN BEVOEGDHEDEN VAN DE UNIE

Artikel 2
Artikel 3
Artikel 4
Artikel 5
Artikel 6

TITEL II. ALGEMEEN TOEPASSELIJKE BEPALINGEN

Artikel 7
Artikel 8
Artikel 9
Artikel 10
Artikel 11
Artikel 12
Artikel 13
Artikel 14
Artikel 15
Artikel 16
Artikel 17

TWEEDE DEEL. NON-DISCRIMINATIE EN BURGERSCHAP VAN DE UNIE

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

DERDE DEEL. HET BELEID EN INTERN OPTREDEN VAN DE UNIE

TITEL I. DE INTERNE MARKT

Artikel 26
Artikel 27

TITEL II. HET VRIJE VERKEER VAN GOEDEREN

Artikel 28
Artikel 29
HOOFDSTUK 1. DE DOUANE-UNIE
Artikel 30
Artikel 31
Artikel 32
HOOFDSTUK 2. DE DOUANESAMENWERKING
Artikel 33
HOOFDSTUK 3. VERBOD OP KWANTITATIEVE BEPERKINGEN TUSSEN DE LIDSTATEN
Artikel 34
Artikel 35
Artikel 36
Artikel 37

TITEL III. LANDBOUW EN VISSERIJ

Artikel 38
Artikel 39
Artikel 40
Artikel 41
Artikel 42
Artikel 43
Artikel 44

TITEL IV. HET VRIJE VERKEER VAN PERSONEN, DIENSTEN EN KAPITAAL

HOOFDSTUK 1. DE WERKNEMERS
Artikel 45
Artikel 46
Artikel 47
Artikel 48
HOOFDSTUK 2. HET RECHT VAN VESTIGING
Artikel 49
Artikel 50
Artikel 51
Artikel 52
Artikel 53
Artikel 54
Artikel 55
HOOFDSTUK 3. DE DIENSTEN
Artikel 56
Artikel 57
Artikel 58
Artikel 59
Artikel 60
Artikel 61
Artikel 62
HOOFDSTUK 4. KAPITAAL EN BETALINGSVERKEER
Artikel 63
Artikel 64
Artikel 65
Artikel 66

TITEL V. DE RUIMTE VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 67
Artikel 68
Artikel 69
Artikel 70
Artikel 71
Artikel 72
Artikel 73
Artikel 74
Artikel 75
Artikel 76
HOOFDSTUK 2. BELEID INZAKE GRENSCONTROLES, ASIEL EN IMMIGRATIE
Artikel 77
Artikel 78
Artikel 79
Artikel 80
HOOFDSTUK 3. JUSTITIËLE SAMENWERKING IN BURGERLIJKE ZAKEN
Artikel 81
HOOFDSTUK 4. JUSTITIËLE SAMENWERKING IN STRAFZAKEN
Artikel 82
Artikel 83
Artikel 84
Artikel 85
Artikel 86
HOOFDSTUK 5. POLITIËLE SAMENWERKING
Artikel 87
Artikel 88
Artikel 89

TITEL VI. VERVOER

Artikel 90
Artikel 91
Artikel 92
Artikel 93
Artikel 94
Artikel 95
Artikel 96
Artikel 97
Artikel 98
Artikel 99
Artikel 100

TITEL VII. GEMEENSCHAPPELIJKE REGELS BETREFFENDE DE MEDEDINGING, DE BELASTINGEN EN DE ONDERLINGE AANPASSING VAN DE WETGEVINGEN

HOOFDSTUK 1. REGELS BETREFFENDE DE MEDEDINGING
EERSTE AFDELING. REGELS VOOR DE ONDERNEMINGEN
Artikel 101
Artikel 102
Artikel 103
Artikel 104
Artikel 105
Artikel 106
TWEEDE AFDELING. STEUNMAATREGELEN VAN DE STATEN
Artikel 107
Artikel 108
Artikel 109
HOOFDSTUK 2. BEPALINGEN BETREFFENDE BELASTINGEN
Artikel 110
Artikel 111
Artikel 112
Artikel 113
HOOFDSTUK 3. DE AANPASSING VAN DE WETGEVINGEN
Artikel 114
Artikel 115
Artikel 116
Artikel 117
Artikel 118

TITEL VIII. ECONOMISCH EN MONETAIR BELEID

Artikel 119
HOOFDSTUK 1. ECONOMISCH BELEID
Artikel 120
Artikel 121
Artikel 122
Artikel 123
Artikel 124
Artikel 125
Artikel 126
HOOFDSTUK 2. MONETAIR BELEID
Artikel 127
Artikel 128
Artikel 129
Artikel 130
Artikel 131
Artikel 132
Artikel 133
HOOFDSTUK 3. INSTITUTIONELE BEPALINGEN
Artikel 134
Artikel 135
HOOFDSTUK 4. SPECIFIEKE BEPALINGEN VOOR DE LIDSTATEN DIE DE EURO ALS MUNT HEBBEN
Artikel 136
Artikel 137
Artikel 138
HOOFDSTUK 5. OVERGANGSBEPALINGEN
Artikel 139
Artikel 140
Artikel 141
Artikel 142
Artikel 143
Artikel 144

TITEL IX. WERKGELEGENHEID

Artikel 145
Artikel 146
Artikel 147
Artikel 148
Artikel 149
Artikel 150

TITEL X. SOCIALE POLITIEK

Artikel 151
Artikel 152
Artikel 153
Artikel 154
Artikel 155
Artikel 156
Artikel 157
Artikel 158
Artikel 159
Artikel 160
Artikel 161

TITEL XI. HET EUROPEES SOCIAAL FONDS

Artikel 162
Artikel 163
Artikel 164

TITEL XII. ONDERWIJS, BEROEPSOPLEIDING, JEUGD EN SPORT

Artikel 165
Artikel 166

TITEL XIII. CULTUUR

Artikel 167

TITEL XIV. VOLKSGEZONDHEID

Artikel 168

TITEL XV. CONSUMENTENBESCHERMING

Artikel 169

TITEL XVI. TRANSEUROPESE NETWERKEN

Artikel 170
Artikel 171
Artikel 172

TITEL XVII. INDUSTRIE

Artikel 173

TITEL XVIII. ECONOMISCHE, SOCIALE EN TERRITORIALE SAMENHANG

Artikel 174
Artikel 175
Artikel 176
Artikel 177
Artikel 178

TITEL XIX. ONDERZOEK EN TECHNOLOGISCHE ONTWIKKELING EN RUIMTE

Artikel 179
Artikel 180
Artikel 181
Artikel 182
Artikel 183
Artikel 184
Artikel 185
Artikel 186
Artikel 187
Artikel 188
Artikel 189
Artikel 190

TITEL XX. MILIEU

Artikel 191
Artikel 192
Artikel 193

TITEL XXI. ENERGIE

Artikel 194

TITEL XXII. TOERISME

Artikel 195

TITEL XXIII. CIVIELE BESCHERMING

Artikel 196

TITEL XXIV. ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING

Artikel 197

VIERDE DEEL. DE ASSOCIATIE VAN DE LANDEN EN GEBIEDEN OVERZEE

Artikel 198

Artikel 199

Artikel 200

Artikel 201

Artikel 202

Artikel 203

Artikel 204

VIJFDE DEEL. EXTERN OPTREDEN VAN DE UNIE

TITEL I. ALGEMENE BEPALINGEN INZAKE HET EXTERN OPTREDEN VAN DE UNIE

Artikel 205

TITEL II. DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

Artikel 206
Artikel 207

TITEL III. SAMENWERKING MET DERDE LANDEN EN HUMANITAIRE HULP

HOOFDSTUK 1. ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Artikel 208
Artikel 209
Artikel 210
Artikel 211
HOOFDSTUK 2. ECONOMISCHE, FINANCIËLE EN TECHNISCHE SAMENWERKING MET DERDE LANDEN
Artikel 212
Artikel 213
HOOFDSTUK 3. HUMANITAIRE HULP
Artikel 214

TITEL IV. BEPERKENDE MAATREGELEN

Artikel 215

TITEL V. INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

Artikel 216
Artikel 217
Artikel 218
Artikel 219

TITEL VI. BETREKKINGEN VAN DE UNIE MET INTERNATIONALE ORGANISATIES, MET DERDE LANDEN EN DELEGATIES VAN DE UNIE

Artikel 220
Artikel 221

TITEL VII. SOLIDARITEITSCLAUSULE

Artikel 222

ZESDE DEEL. INSTITUTIONELE EN FINANCIËLE BEPALINGEN

TITEL I. INSTITUTIONELE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1. DE INSTELLINGEN
EERSTE AFDELING. HET EUROPEES PARLEMENT
Artikel 223
Artikel 224
Artikel 225
Artikel 226
Artikel 227
Artikel 228
Artikel 229
Artikel 230
Artikel 231
Artikel 232
Artikel 233
Artikel 234
TWEEDE AFDELING. DE EUROPESE RAAD
Artikel 235
Artikel 236
DERDE AFDELING. DE RAAD
Artikel 237
Artikel 238
Artikel 239
Artikel 240
Artikel 241
Artikel 242
Artikel 243
VIERDE AFDELING. DE COMMISSIE
Artikel 244
Artikel 245
Artikel 246
Artikel 247
Artikel 248
Artikel 249
Artikel 250
VIJFDE AFDELING. HET HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
Artikel 251
Artikel 252
Artikel 253
Artikel 254
Artikel 255
Artikel 256
Artikel 257
Artikel 258
Artikel 259
Artikel 260
Artikel 261
Artikel 262
Artikel 263
Artikel 264
Artikel 265
Artikel 266
Artikel 267
Artikel 268
Artikel 269
Artikel 270
Artikel 271
Artikel 272
Artikel 273
Artikel 274
Artikel 275
Artikel 276
Artikel 277
Artikel 278
Artikel 279
Artikel 280
Artikel 281
ZESDE AFDELING. DE EUROPESE CENTRALE BANK
Artikel 282
Artikel 283
Artikel 284
ZEVENDE AFDELING. DE REKENKAMER
Artikel 285
Artikel 286
Artikel 287
HOOFDSTUK 2. RECHTSHANDELINGEN VAN DE UNIE, VASTSTELLINGSPROCEDURES EN OVERIGE BEPALINGEN
EERSTE AFDELING. RECHTSHANDELINGEN VAN DE UNIE
Artikel 288
Artikel 289
Artikel 290
Artikel 291
Artikel 292
TWEEDE AFDELING. VASTSTELLINGSPROCEDURES EN OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 293
Artikel 294
Artikel 295
Artikel 296
Artikel 297
Artikel 298
Artikel 299
HOOFDSTUK 3. DE ADVIESORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE
Artikel 300
EERSTE AFDELING. HET ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ
Artikel 301
Artikel 302
Artikel 303
Artikel 304
TWEEDE AFDELING. HET COMITÉ VAN DE REGIO’S
Artikel 305
Artikel 306
Artikel 307
HOOFDSTUK 4. DE EUROPESE INVESTERINGSBANK
Artikel 308
Artikel 309

TITEL II. FINANCIËLE BEPALINGEN

Artikel 310
HOOFDSTUK 1. DE EIGEN MIDDELEN VAN DE UNIE
Artikel 311
HOOFDSTUK 2. MEERJARIG FINANCIEEL KADER
Artikel 312
HOOFDSTUK 3. DE JAARLIJKSE BEGROTING VAN DE UNIE
Artikel 313
Artikel 314
Artikel 315
Artikel 316
HOOFDSTUK 4. UITVOERING VAN DE BEGROTING EN KWIJTINGVERLENING
Artikel 317
Artikel 318
Artikel 319
HOOFDSTUK 5. GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN
Artikel 320
Artikel 321
Artikel 322
Artikel 323
Artikel 324
HOOFDSTUK 6. FRAUDEBESTRIJDING
Artikel 325

TITEL III. NAUWERE SAMENWERKING

Artikel 326
Artikel 327
Artikel 328
Artikel 329
Artikel 330
Artikel 331
Artikel 332
Artikel 333
Artikel 334

ZEVENDE DEEL. ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 335

Artikel 336

Artikel 337

Artikel 338

Artikel 339

Artikel 340

Artikel 341

Artikel 342

Artikel 343

Artikel 344

Artikel 345

Artikel 346

Artikel 347

Artikel 348

Artikel 349

Artikel 350

Artikel 351

Artikel 352

Artikel 353

Artikel 354

Artikel 355

Artikel 356

Artikel 357

Artikel 358

Bijlage I. Lijst genoemd in artikel 38 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Bijlage II. Landen en gebieden overzee waarop toepasselijk zijn de bepalingen van het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie