Home

Euro-mediterrane luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds

Geldig vanaf 19 maart 2018
Geldig vanaf 19 maart 2018

Euro-mediterrane luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 19-03-2018]

Euro-mediterrane luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds

Euro-mediterrane luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds

Preambule

Het Koninkrijk België,

De Tsjechische Republiek,

Het Koninkrijk Denemarken,

De Bondsrepubliek Duitsland,

De Republiek Estland,

De Helleense Republiek,

Het Koninkrijk Spanje,

De Franse Republiek,

Ierland,

De Italiaanse Republiek,

De Republiek Cyprus,

De Republiek Letland,

De Republiek Litouwen,

Het Groothertogdom Luxemburg,

De Republiek Hongarije,

Malta,

Het Koninkrijk der Nederlanden,

De Republiek Oostenrijk,

De Republiek Polen,

De Portugese Republiek,

De Republiek Slovenië,

De Slowaakse Republiek,

De Republiek Finland,

Het Koninkrijk Zweden,

Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,

de partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, hierna „de lidstaten’’ genoemd, en

De Europese Gemeenschap, hierna „de Gemeenschap’’ genoemd,

enerzijds, en

Het Koninkrijk Marokko, hierna „Marokko’’ genoemd,

anderzijds,

De wens uitdrukkend een internationaal luchtvaartsysteem te bevorderen dat gebaseerd is op eerlijke mededinging tussen luchtvaartmaatschappijen op de markt, met zo weinig mogelijk overheidsinmenging en regelgeving;

De wens uitdrukkend de uitbreiding van de internationale luchtvervoersmogelijkheden te vergemakkelijken, onder meer via de ontwikkeling van luchtvervoersnetwerken, teneinde tegemoet te komen aan de behoefte van passagiers en expediteurs aan passende luchtvervoersdiensten;

De wens uitdrukkend dat luchtvaartmaatschappijen de mogelijkheid krijgen om passagiers en expediteurs concurrerende prijzen en diensten aan te bieden in open markten;

De wens uitdrukkend dat alle sectoren van de luchtvervoersindustrie, inclusief het personeel van luchtvaartmaatschappijen, profijt kunnen trekken van een geliberaliseerde overeenkomst;

De wens uitdrukkend het hoogst mogelijke niveau van veiligheid en beveiliging van het internationale luchtvervoer te garanderen en nogmaals bevestigend dat zij zich grote zorgen maken over daden of bedreigingen gericht tegen de beveiliging van luchtvaartuigen die de veiligheid van personen of goederen in gevaar brengen, de exploitatie van het luchtvervoer nadelig beïnvloeden en het vertrouwen van het publiek in de veiligheid van de burgerluchtvaart ondermijnen;

Rekening houdend met het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart dat op 7 december 1944 te Chicago voor ondertekening is opengesteld;

De wens uitdrukkend gelijke kansen voor luchtvaartmaatschappijen te scheppen;

Erkennend dat overheidssubsidies een negatief effect kunnen hebben op de mededinging tussen luchtvaartmaatschappijen en de basisdoelstellingen van deze overeenkomst in het gedrang kunnen brengen;

Het belang bevestigend van milieubescherming bij het ontwikkelen en toepassen van het internationale luchtvaartbeleid en erkennend dat soevereine staten het recht hebben passende milieubeschermingsmaatregelen te nemen;

Wijzend op het belang van consumentenbescherming, inclusief de bescherming die wordt geboden door het Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer (Montreal, 28 mei 1999), voor zover beide partijen partij zijn bij dat verdrag;

Voornemens voort te bouwen op het kader van de bestaande luchtvervoersovereenkomsten, teneinde aan beide zijden open markttoegang en zo veel mogelijk voordelen voor consumenten, luchtvaartmaatschappijen, personeel en de maatschappij in het algemeen tot stand te brengen;

Overwegend dat een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en Marokko, anderzijds, een referentie kan vormen in de Euro-mediterrane luchtvaartbetrekkingen en de voordelen van liberalisering in deze cruciale sector van de economie kan promoten;

Erop wijzend dat een dergelijke overeenkomst tot doel heeft op progressieve maar integrale wijze te worden toegepast en dat een geschikt mechanisme tot steeds grotere harmonisering met de Gemeenschapswetgeving kan leiden,

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1. Definities

Tenzij anders is bepaald, wordt voor de toepassing van deze overeenkomst verstaan onder:

  1. „overeengekomen dienst’’ en „gespecificeerde route’’: internationaal luchtvervoer overeenkomstig artikel 2 en bijlage I bij deze overeenkomst;

  2. „overeenkomst’’: de onderhavige overeenkomst, de bijlagen daarbij en de eventuele wijzigingen daarvan;

  3. „luchtvervoer’’: het afzonderlijke of gecombineerde vervoer per luchtvaartuig van passagiers, bagage, vracht en post, tegen vergoeding of betaling van huur; om twijfel te vermijden: dit omvat geregeld en niet-geregeld (charter) luchtvervoer en uitsluitend voor vrachtvervoer bestemde diensten;

  4. „Associatieovereenkomst’’: de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten enerzijds, en het Koninkrijk Marokko anderzijds, tot stand wordt gebracht, gedaan te Brussel op 26 februari 1996;

  5. „communautaire exploitatievergunning’’: een exploitatievergunning voor in de Europese Gemeenschap gevestigde luchtvaartmaatschappijen, die overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2407/92 van 23 juli 1992 betreffende de verlening van exploitatievergunningen aan luchtvaartmaatschappijen wordt verleend en verlengd;

  6. „Verdrag’’: het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, voor ondertekening opengesteld te Chicago op 7 december 1944; dit omvat:

    1. alle wijzigingen die krachtens artikel 94 bis van de overeenkomst van kracht zijn geworden en zijn geratificeerd door zowel Marokko als de voor de desbetreffende kwestie relevante lidstaat of lidstaten van de Europese Gemeenschap, en

    2. alle bijlagen of wijzigingen van bijlagen die krachtens artikel 90 van de overeenkomst zijn goedgekeurd, voor zover die bijlage of wijziging op een gegeven ogenblik geldt voor zowel Marokko als de voor de desbetreffende kwestie relevante lidstaat of lidstaten van de Europese Gemeenschap;

  7. „totale kostprijs’’: de kosten van de dienstverlening plus een redelijke toeslag voor administratieve overheadkosten en, voor zover van toepassing, alle toepasselijke toeslagen die de milieukosten weergeven en die zonder onderscheid naar nationaliteit worden toegepast;

  8. „partijen’’: enerzijds de Gemeenschap of de lidstaten, of de Gemeenschap en de lidstaten, overeenkomstig hun respectieve bevoegdheden, en anderzijds Marokko;

  9. „ingezetenen’’: personen of entiteiten met de Marokkaanse nationaliteit, wat de Marokkaanse partij betreft, of met de nationaliteit van een lidstaat, wat de Europese partij betreft; in het geval van een juridische entiteit moet deze permanent en daadwerkelijk worden gecontroleerd, hetzij rechtstreeks hetzij via een meerderheidsparticipatie, door personen of entiteiten met de Marokkaanse nationaliteit, wat de Marokkaanse partij betreft, of door personen of entiteiten met de nationaliteit van een lidstaat of van een van de in bijlage V vermelde derde landen, wat de Europese partij betreft;

  10. „subsidies’’: alle door de overheid of door een regionale organisatie of andere publiekrechtelijke organisatie verleende financiële bijdragen waarbij:

    1. de praktijk van de overheid, een regionale instantie of een andere publiekrechtelijke organisatie rechtstreekse overdracht omvat van middelen zoals schenkingen, leningen, kapitaalinbreng, mogelijke rechtstreekse overdracht van middelen aan de onderneming of het overnemen van passiva van de onderneming, zoals leninggaranties;

    2. de overheid, een regionale instantie of een andere publiekrechtelijke organisatie afstand doet van inkomsten die haar normaal toekomen, of deze niet int;

    3. de overheid, een regionale instantie of een andere publiekrechtelijke organisatie goederen levert of diensten aanbiedt, behalve algemene infrastructuur, of goederen of diensten aankoopt;

    4. de overheid, een regionale instantie of een andere publiekrechtelijke organisatie betalingen aan een financieringsmechanisme verricht of een particulier orgaan een of meer van de onder a, b en c genoemde soorten functies toevertrouwt of dat orgaan daarmee belast, welke functies zij normaal zelf zou vervullen en de praktijk in werkelijkheid niet afwijkt van praktijken die overheidsinstanties plegen te volgen;

    en waarbij een voordeel wordt verleend;

  11. „internationaal luchtvervoer’’: luchtvervoer dat plaatsvindt in het luchtruim boven het grondgebied van meer dan een staat;

  12. „prijs’’: de tarieven die door luchtvaartmaatschappijen of hun agenten worden toegepast voor het luchtvervoer van personen, bagage en/of vracht (behalve post), voor zover van toepassing inclusief het grondvervoer in verband met het internationale luchtvervoer, alsook de voorwaarden voor de toepassing van deze tarieven;

  13. „gebruiksrecht’’: een aan luchtvaartmaatschappijen opgelegde heffing voor het verstrekken van luchthaven-, luchtvaartnavigatie- of luchtvaartbeveiligingsfaciliteiten of -diensten, inclusief bijbehorende diensten en faciliteiten;

  14. „SESAR’’: de technische tenuitvoerlegging van het Europees gemeenschappelijk luchtruim waarbij de nieuwe generaties luchtverkeersleidingssystemen op gecoördineerde en gesynchroniseerde wijze worden onderzocht, ontwikkeld en ingezet;

  15. „grondgebied’’: wat het Koninkrijk Marokko betreft, het landoppervlak (vasteland en eilanden), de binnenwateren en de territoriale zeewateren die onder de soevereiniteit of rechtsbevoegdheid van Marokko vallen en, wat de Europese Gemeenschap betreft, het landoppervlak (vasteland en eilanden), de binnenwateren en de territoriale zeewateren die onder het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap vallen en onderhevig zijn aan de in dat Verdrag en eventuele opvolgingsinstrumenten vastgestelde voorwaarden; de toepassing van deze overeenkomst op de luchthaven van Gibraltar laat de respectieve rechtsopvattingen van het Koninkrijk Spanje en het Verenigd Koninkrijk betreffende het geschil inzake de soevereiniteit over het grondgebied waarop de luchthaven is gelegen, onverlet, alsmede het handhaven van de opschorting van de toepassing op de luchthaven van Gibraltar van de maatregelen tot liberalisering van de luchtvaart, die op 18 september 2006 tussen de lidstaten van kracht zijn, overeenkomstig de ministeriële verklaring betreffende de luchthaven van Gibraltar, aangenomen te Cordoba op 18 september 2006; en

  16. „bevoegde autoriteiten’’: de agentschappen of publieke organisaties bedoeld in bijlage III. Elke wijziging van de nationale wetgeving betreffende het statuut van de bevoegde autoriteiten moet door de overeenkomstsluitende partij worden bekendgemaakt aan de andere overeenkomstsluitende partij.

TITEL I. ECONOMISCHE BEPALINGEN

Artikel 2. Verkeersrechten

Artikel 3. Vergunningen

Artikel 4. Intrekking van vergunningen

Artikel 5. Investering

Artikel 6. Toepassing van de wetgevingen

Artikel 7. Mededinging

Artikel 8. Subsidies

Artikel 9. Commerciële bepalingen

Artikel 10. Douanerechten en -heffingen

Artikel 11. Gebruikersheffingen

Artikel 12. Prijsbepaling

Artikel 13. Statistieken

TITEL II. SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN REGELGEVING

Artikel 14. Veiligheid van de luchtvaart

Artikel 15. Beveiliging van de luchtvaart

Artikel 16. Luchtverkeersbeheer

Artikel 17. Milieu

Artikel 18. Consumentenbescherming

Artikel 19. Geautomatiseerde boekingssystemen

Artikel 20. Sociale aspecten

TITEL III. INSTITUTIONELE BEPALINGEN

Artikel 21. Uitlegging en handhaving

Artikel 22. Het gemengd comité

Artikel 23. Geschillenbeslechting en arbitrage

Artikel 24. Vrijwaringsmaatregelen

Artikel 25. Geografische uitbreiding van de overeenkomst

Artikel 26. Verhouding ten opzichte van andere overeenkomsten

Artikel 27. Wijzigingen

Artikel 28. Beëindiging

Artikel 29. Registratie bij de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) en het Secretariaat van de Verenigde Naties

Artikel 30. Inwerkingtreding

Bijlage I. Overeengekomen diensten en gespecificeerde routes

Bijlage II. Bilaterale overeenkomsten tussen Marokko en lidstaten van de Europese Gemeenschap

Bijlage III. Procedures voor exploitatievergunningen en technische vergunningen: bevoegde autoriteiten

Bijlage IV. Overgangsbepalingen

Bijlage V. Lijst van andere landen waarnaar wordt verwezen in de artikelen 3 en 4 van deze overeenkomst

Bijlage VI. Op de burgerluchtvaart toepasselijke regels